Najaarsreis 2025
Zondag 17 augustus
Een belangrijke dag vandaag: één van onze kleindochters, Tessel, is jarig. Vijftien jaar alweer en daar moeten we natuurlijk bij zijn. Het is het laatste hoogtepunt van onze zomer in Nederland en morgen kunnen we dus weer op reis. Een drukke zomer overigens met onder andere een paar flinke klussen. Allemaal in het kader van “dit doen we voor de laatste keer”. En natuurlijk de gebruikelijke uitstapjes met kleinkinderen in de zomervakantie. Gelukkig hoeven we zelf niet meer mee in die vreselijke achtbanen. En aan de waterkant zijn opa en oma vooral belangrijk voor het verzorgen van het vervoer en de inwendige mens en het oppompen van het sub-board. De gebruikelijke bezoekjes aan diverse medische specialisten in deze periode hebben we ook weer gehad. Die gaan steeds meer op een APK keuring lijken: nu maar hopen dat we weer een jaar heel blijven. Morgen gaan we dus weer op pad, richting het zuiden. Het enige wat vast staat is, dat we met de herfstvakantie in Portugal moeten zijn. Onze dochter en haar gezin komen over uit Nederland en we hebben een daar een chalet op een camping besproken. Hoe en in welk tempo we naar de Algarve gaan reizen hang af van het weer en wat we onderweg tegenkomen.
Maandag 18 augustus
De eerste reisdag dus: we vertrekken om half tien uit Apeldoorn. Op naar het zuiden, maar deze keer via Duitsland. Ergens hebben we de camperplaats in Pronsfeld, in de Eifel, genoteerd: we gaan er kijken. De route gaat via Arnhem, Oberhausen en Keulen de Eifel in. Een route die we jaren geleden vaak gereden hebben op weg naar vrienden die toen in Neuerburg woonden. Het is erg druk op de weg en om de haverklap is er een file vanwege wegwerkzaamheden. Ergens voorbij Euskirchen is het opnieuw raak, een wegafsluiting deze keer. Met als gevolg een wel heel toeristische route door het hart van de Eifel. Uiteindelijk zijn we om half drie op Wohnmobilstellplatz Am alten Bahnhof in Pronsfeld. Fraai aangelegd achter het oude stationsgebouw. En met twee fietsroutes over het oude spoortraject. Een soort Via Verde, maar dan in Duitsland. Het voormalige stationsgebouw en de verzameling spoorattributen zien er fraai uit. Dit in tegenstelling tot het dorp Pronsfeld zelf: daar is weinig te zien en te beleven.
Coordinaten: N50.16340 E6.33679.

Camperplaats Am alten Bahnhof in Pronsfeld

De ingang van de camperplaats.
Dinsdag 19 augustus
Het was fris vannacht in de camper: als we opstaan is het maar twaalf graden. Maar bij die temperaturen slaap je wel lekker. Om half negen gaan we weer rijden. Via de Eifel naar Luxemburg. Een mooie route door een pittig heuvellandschap. Bij Arlon komen we in België terecht, en daar zijn allebei wegen en kruispunten afgesloten vanwege werkzaamheden. En daar waar in Duitsland en Luxemburg wegafsluitingen zijn voorzien van omleidingsborden, is daar in Arlon geen sprake van. Als je ergens niet verder kunt rijden moet het zelf maar uitzoeken. Wij, TomTom en de iPhone worden er moedeloos van. Na een uur dwalen zijn we weer terug in Luxemburg, waar de navigatiesystemen gelukkig wel weer werken. In Frankrijk nemen we de snelweg naar het zuiden, waarvan de laatste zestig kilometer de tolweg. Dat kost welgeteld zeven euro dertig. Tegen twee uur zijn we op de camperplaats in het dorp Bulgnéville, bij een recreatiepark aan een meertje. Aan dat meertje wordt hard gewerkt. Er worden met name schadelijke kreeften uitgehaald en twee aggregaten moeten het water voorzien van zuurstof. Dat alles om de visstand op peil te houden. En ondanks dat het nog volop vakantietijd is hier, is het erg rustig. Alleen de camperplaats is met acht van de tien plaatsen goed bezet.
Coordinaten: N48.20743 E5.83822.

Op de camperplaats van Bulgnéville.

De schoonmaakploeg bezig op het meer.
Woensdag 20 augustus
Ergens in de avond gisteren werden de aggregaten bij het meer uitgezet. Waarmee het gebrom in de verte voorbij was. Maar daarvoor in de plaats kwam het getik van de regen op het dak van de camper. Regen die overigens voorspeld was. En ook vandaag werden er forse buien verwacht, maar daar is gelukkig niets van terecht gekomen. Op een enkel miezerbuitje na werd het een alleszins redelijke dag. De eerste stop is op de camperplaats van Givry, midden in het wijngebied van de Bourgogne. Een camperplaats op een wat troosteloos plein. Goed genoeg om er te eten, maar niet om er langer te blijven. Dus rijden we nog een honderd kilometer verder naar het zuiden. We komen terecht op de mooie camperplaats van het dorp Melay, pal aan een kanaal. Behalve campers kunnen er ook boten terecht. Een plek met water, loosmogelijkheden en erg schone toiletten: allemaal gratis. Tegen een uur of vijf maken we een wandeling naar het dorp. Maar de weinige winkels die er zijn, zijn allemaal (nog) gesloten. Het maakt een wat sfeerloze indruk, zoals we die in veel dorpen tegenkomen. Even een ijsje halen is er niet bij, laat staan een drankje op een terrasje. Erg jammer, want de camperplaats hier is prima.
Coordinaten: N46.22173 E4.02339.

De haven cq camperplaats van Melay.

Donderdag 21 augustus
We stomen door naar het zuiden. Via allerlei gele weggetjes en soms een stuk snelweg, bereiken we Clermont Ferrand. Op één moeilijke kruising na zijn we er snel doorheen. En daarna dus de prachtige A75 op. Op de parkeerplaats met uitzicht op het Viaduct de Garabit (1884) maken we een tussenstop voor een broodje. De dure tolbrug bij Millau slaan we deze keer over en gaan naar beneden, dwars door Millau heen. Daar even verder hebben we een camping uitgezocht, waar we om drie uur aankomen. Een uur te vroeg want de receptie gaat pas om vier uur open. We wandelen de camping een keer over en besluiten om nog zes kilometer verder te rijden naar de camperplaats in het dorp Sainte Eulalie de Cernon. We zijn er al vaker geweest. Een aardige camperplaats met stroom, een douche en toilet en WiFi. Dt alles kost elf euro per nacht, plus vierenveertig cent toeristenbelasting. Als we aankomen is er nog plaats genoeg, maar aan het begin van de avond loopt het bijna helemaal vol. Het oeroude dorp stamt nog uit de tijd van de Tempeliers en is een toeristische attractie. Aan het einde van de middag lopen we er een rondje. Een klein rondje, want je bent er zo doorheen. Op het centrale plein wordt een markt opgebouwd met streekproducten. Maar waar we eigenlijk voor komen, een eetgelegenheid, is er niet te vinden. Gelukkig hebben we nog erwtensoep in de camper. Tot slot nog even over het weer. Het was opnieuw een bewolkte, maar bijna droge dag. Hier op de camperplaats piepte de zon af en toe tussen de wolken door, dankzij een harde wind. De temperatuur is niet boven de twintig graden geweest.
Coordinaten: N43.48521 E3.13827.

Het Viaduct de Garabit.

Sainte Eulalie de Cernon is gesticht door de Tempeliers: en dat willen ze weten.
Vrijdag 22 augustus
We gaan naar de Middellandse Zee: een ritje van honderdvierentwintig kilometer. We gaan weer naar de camperplaats van Saint Pierre la Mer. Al jaren een vaste stopplaats als we in deze regio zitten. Hoe dichter we bij de kust komen, hoe drukker het wordt; de vakanties zijn hier nog in volle gang. We hebben het nog nooit zo druk meegemaakt hier. De camperplaats in Saint Pierre is behoorlijk bezet, maar we vinden nog een mooie plek met een fraai uitzicht. En voor het eerst deze reis in Frankrijk zien we een andere Nederlandse camper. Verder zien we we enkel witte, en dan met name Franse nummerborden. Na de middag maken we een wandeling. Een bekend rondje: langs het strand naar de markt en over de “hoofdstraat” weer terug. Het is gezellig druk in het centrum, alle terrassen zijn open en behoorlijk bezet. Bovendien is er een grote kermis en er zijn een lange rij bontgekleurde huisjes opgesteld. Als we het goed begrepen hebben, worden daar morgen met name streekproducten verkocht. In Duitsland kom je dit soort bouwsels ook wel tegen, maar dan meestal voor de Kerstdagen. Op de terugweg belanden we op het terras van de bar Le Ficky; we zijn er vaste klant als we hier zijn. De bar heeft twee jaar te koop gestaan, maar die borden zijn verdwenen en de eigenaar loopt er nog altijd vrolijk rond; hij doet of hij ons herkent. Later op de middag gaan we nog even naar het strand: de temperatuur, zo’n dertig graden, is er naar. Maar er staat een erg harde wind. We houden het precies een uur vol.
Coordinaten: N43.19041 E3.19706.

De camperplaats in Saint Pierre la Mer.

Op het terras van Le Ficky.
Zaterdag 23 augustus
Het is tijd voor de eerste fietstocht deze reis. Een bekende route die we al vaker gefietst hebben: naar Gruissan. En vanaf nu noemen we dit op zaterdag de marktroute. De eerste komen we al gelijk in Saint Pierre tegen. Veel groter dan op andere dagen van de week en razend druk. De tweede markt zit een paar kilometer verder aan de boulevard van Narbonne Plage: ook al groot en druk. Tot slot komen we terecht op de derde markt, nu in Gruissan. Zo mogelijk nog groter en drukker. Met wat moeite vinden we ons vaste terras daar van een warme bakker. Het duurt even voor je aan de beurt bent, maar de koffie en het gebak zijn het wachten meer dan waard. Al die markten duren tot een uur of één en een half uur later zijn bijna alle kramen al weer verdwenen. Na vijfendertig kilometer zijn we om half drie terug bij de camper. En dat is maar goed ook, het is inmiddels bloedheet geworden. Tegen een uur of zeven gaan we de “stad” in. Het tijdstip dat de Fransen uitgeborreld raken en aanstalten maken om te gaan eten. En wij ook. Ergens op het grote plein zitten een aantal zaken voor eenvoudige toeristen. Pommes Frites, Kebab, Pizza’s enzovoort. Wij vallen er niet op. Dat geldt overigens ook voor het eten; dat viel ook niet op (of mee). Tot slot maken we nog een wandeling langs de zomerse kerstmarkt. Dachten we gisteren nog dat het om streekproducten zou gaan, maar het blijken met name sierraden te zijn. En andere spullen waarvan ze in Twente zouden zeggen; mooi grut, mar wat moj der toch met.

Op de markt in Saint Pierre.

Gruissan vanaf een afstandje.
Zondag24 augustus
Een relatieve rustdag. Eerst fietsen we naar de markt voor wat vers fruit. Ook op zondagmorgen is er hier een drukke markt. We scoren drie grote, heerlijke meloenen en een zak perziken. Terug bij de camper en na de koffie gaan we naar het strand. Met een windje uit de zee is het er goed uit te houden. We zijn niet de enigen; het is een gaan en komen van hele families. Tegen een uur of vier hebben we er genoeg van en beginnen langzaam met de voorbereidingen voor het vertrek morgen. Ook vandaag is het te warm om zelf te koken. Deze keer gaan we voor twee pizza’s. En die smaken veel beter dan dat wat we gisteren gegeten hebben.

Niet in Marokko maar op de markt in Saint Pierre.

Zwanen op één van de meren rond Saint Pierre.
Maandag 25 augustus
Vandaag een rit van maar twee en zestig kilometer van Saint Pierre naar Leucate Plage. Maar dan wel min of meer dwars door Narbonne heen: sukkelen van de ene naar de andere rotonde. Onderweg zien we veel sporen van de bosbranden die er in deze streek gewoed hebben: het ziet er triest uit. In Leucate Plage hebben we de keus uit drie overnachtingsplekken. Eerst de gemeentecamping, die kost in deze tijd van het jaar drieëntwintig euro. Daar vlakbij heb je twee camperplaatsen; beiden kosten zestien euro. Ze liggen tegenover elkaar: “Sud” heeft min of meer zeezicht en “Nord” heeft wat meer beschutting. De eerste vinden we veel te druk en kiezen voor “Nord”. Een terrein waar wel honderd campers kunnen staan, maar vandaag zijn het er maar tien: ruimte te over dus. We beginnen met een flinke wandeling naar het centrum van Leucate: heen en terug ruim acht kilometer. En ook in Leucate is het nog gezellig druk, het is de laatste week van de schoolvakanties hier in Frankrijk. Na de middag maken we nog een fietstochtje naar Port Leucate, zo’n tien kilometer verder. Met een fraaie Lidl en een bakker met heerlijk gebak. En, als je daar van houdt, kun je er heel veel bootjes bekijken in de haven. De fietstocht naar Port Leucate vinden wij leuker dan de plaats zelf.
Coordinaten: N42.90019 E3.05280.

Ruimte te over op deze camperplaats.

De entree van Leucate.
Dinsdag 26 augustus
Eén dag in Leucate Plage vinden we deze keer genoeg. We gaan naar Spanje, naar de Costa Brava, een rit van maar honderdachtentwintig kilometer. Deze keer wel dwars door Le Boulou en La Jonquera en dat schiet niet op, maar we hebben geen haast. We stoppen op de camperplaats “Massis de Montgri” in het dorp Bellcare d’Emporda. Tussen L’Estartit en L’Escala, een eindje het binnenland in. Vorig jaar zijn we hier eind september ook geweest. Toen een oase van rust, nu een erg rumoerig gedoe met veel Spaanse gezinnen met kinderen. Zo veel herrie zijn we nog niet eerder tegengekomen op een camperplaats. Voor in de middag maken we een fietstochtje naar L’Escala, één van de luxe badplaatsen van de Costa Brava. Ook daar is het toeristenseizoen nog in volle gang. Ergens aan de boulevard komen we bij op een bankje in de schaduw en zien het strandleven aan ons voorbij trekken. Van spelende kinderen op een vlot tot vijftig plussers die met erg luxe jet-ski’s in de weer zijn. Om half vijf is de receptie van de camperplaats weer open: tijd om in te schrijven. We willen twee dagen blijven, maar dat gaat niet. Voor morgen zijn alle plekken bezet of gereserveerd. Dus we gaan morgen verder.
Coordinaten: N42.07505 E3.09811.

Onze fraaie plek voor één nacht op Camping Massis de Montgri.

Het orkest in L’Escala zit er nog steeds.
Woensdag 27 augustus
Ergens in de nacht begon het te regenen, en goed ook. In de ochtend ging dat over in gemiezer. Het was achteraf maar goed dat we niet nog een dag in Bellcaire konden blijven. We stomen verder naar het zuiden, een kleine driehonderd kilometer vandaag. Bijna helemaal over de nu tolvrije snelweg, langs Barcelona en Tarragona. Het rijdt lekker door, maar niet een landschap om van te genieten. De uitgekozen camperplaats voor vandaag zit in het dorp L’Aldea, aan het begin van de Ebro Delta. Een camperplaats die is aangelegd op een voormalig stationscomplex, en ligt nu aan een Via Verde. Mooi aangelegd, met de basisvoorzieningen en gratis. Er is plaats voor zeker twintig campers: vanavond staan er een tiental. Na de regen van vanochtend is het de rest van de dag droog, zonnig en erg warm. Tegen een uur of vijf wandelen we een keer door de hoofdstraat van L’Aldea in de hoop dat dan de meeste winkels opengaan. Maar dat valt tegen; er is een grote Chinees en een supermarkt open. Verder is alles nog gesloten, niet echt gezellig dus.
Coordinaten: N40.74945 E0.62797.

In de schaduw voor de camper.

De laatste herinnering aan het voormalige station.
Donderdag 28 augustus
Dag twee in L’Aldea: tijd voor een fietstocht. Bij het toeristenbureau hebben we een kaart gekregen met op het oog een aardige route door de Ebrodelta. Maar bij ons wordt het “dwalen door de rijstvelden”. Enorme velden met rijstplanten met de voeten in het water. Op één akker is de oogst al binnengehaald en dat is nu het domein van een zwerm ibissen; erg schuwe vogels overigens. Maar mogelijk lag dat aan onze fietshelmen die we voor het eerst ophadden. Van de geplande route komt weinig terecht, vooral vanwege het ontbreken van een groot aantal routeborden. Maar als de nood het hoogst is, is de iPhone nabij. Ergens aan de oever van de Ebro drinken we koffie. Op een Spaans terras, in de schaduw en met Spaanse prijzen. Uiteindelijk komen we bij de zee terecht bij een strand met de naam Lo Golero. Maar er staat een stormachtige wind. Geen strandweer dus maar in plaats daarvan belanden we in de luwte van een strandtent. We worden op de foto gezet door een aardige ober. Om twee uur zijn we terug bij de camper na ruim zesendertig kilometer fietsen. Het uitpuffen doen we in de schaduw van de bomen voor de camper. Ondanks de wind is het weer een erg warme dag. De camperplaats lig aan een Via Verde, een voormalige spoorlijn en nu een fietspad. Na het eten gaan we op onderzoek uit. Maar na drie kilometer fietsen is het uit met de pret: de Via Verde is nog niet af. De contouren van de voormalige spoorlijn zijn nog zichtbaar, maar er is niet te fietsen. We moeten nog een keer terugkomen als het project af is. Morgen de volgende etappe.

Zwarte ibissen tussen de rijstvelden

Op de foto op een terras bij Lo Golero.
Vrijdag 29 augustus
Vandaag een ritje van maar zeven en vijftig kilometer. We verlaten het erg rustige L’Aldea en rijden naar het enorm drukke Peniscola: van het ene uiterste naar het andere. Een ook nu nog vreselijk drukke badplaats. We staan op de camperplek La Brisa, dicht bij het centrum, met basisvoorzieningen, een douche en toiletten. Vanwege het hoogseizoen kost dat nu veertien euro vijftig. We beginnen met een wandeling naar het centrum. Veel hoge appartementencomplexen, een fraaie boulevard en een prachtig, overvol strand: alles staat in het teken van het toerisme. Na wat rondgedoold te hebben, komen we bij op één van de vele terrassen. Vlak daarbij is de halte van het toeristentreintje. Wat aarzelend gaan we er kijken en informeren naar de prijs: vijf euro per persoon, maar omdat we al zo oud zijn is het voor ons maar vier euro. Dat kunnen we niet laten lopen, dus we gaan mee. Het wordt een ritje langs de kust: een half uur heen en weer terug. En zien we Peniscola ook eens van de andere kant. En nu we toch in het centrum zijn, gaan we er ook maar eten. En dat kan hier bijna overal en op alle niveaus. Voor ons is het soms lastig om de menukaart te ontcijferen, wij spreken geen woord Spaans. We kiezen allebei een “veilige” optie: Wobbie een salade en Wim een kipgerecht. We hebben lekker gegeten.
Coordinaten: N40.36675 E0.39665.

Hier zijn we dus vandaag.

Het strand van Peniscola: hoezo druk?
Zaterdag 30 augustus
Peniscola is een leuke stad, maar niet in deze tijd van het jaar. Voor ons veel te druk. En ook de camperplaats kon ons niet bekoren. Erg smalle plaatsen, geen “campinggedrag”, rumoerig en veel vliegen. Die laatsten vooral dankzij de buurman, een overigens aardig paard naast ons in de wei. Op verder naar het zuiden dus. Die eerste stop die we uitgekozen hebben, ligt bij het stadje Almenara, nog een stuk voor Valencia. De camperplaats ligt aan het strand met de fraaie naam Playa de Casablanca. We hebben er eerder gestaan en het was destijds een aardige plek. Maar de camperplaats is meer dan gehalveerd en de sanizuil is verdwenen. Er staan nu zeven campers stijf in het gelid en er is nog één plek vrij die we veel te klein vinden. De charme van de eens zo leuke plek is verdwenen. Dus koffie drinken en verder. De volgende stop is een eindje het binnenland in, naar een dorp met de naam Bellus. Even daarbuiten ligt een fraaie camperplaats, naast een zwembad en kerkhof. Ook hier zijn we al vaker geweest. En met nu maar een stuk of zes campers is er ruimte te over. We kiezen een plek met zo veel mogelijk schaduw, want het is opnieuw een bloedhete dag. Voor het eerst maken we mee dat het zwembad open is: vandaag en morgen nog, dan is het zwemseizoen hier voorbij. We maken er dankbaar gebruik van. Samen met nog vier andere leeftijdsgenoten en twee families met kinderen is ook dit prachtige zwembad erg matig bezet. Aan de prijs kan dat niet liggen: voor ons, het 65+ tarief, is dat twee euro vijftig per dag. Volgens een weerapp. zou het hier morgen negenendertig graden worden. We blijven dus nog een dag: van elf tot acht uur kunnen we nog terecht in het zwembad.
Coordinaten: N38.94119 W0.48137.

Een warme dag: hoe meer schaduw hoe liever.

”Ons” zwembad.
Zondag 31 augustus
De warmste dag tot nu toe. Buiten, in de zon, wordt het veertig graden en in de camper zesendertig graden. We beginnen de dag vroeg met een wandeling. Een rondje dat begint bij de enorme stuwdam vlakbij de camperplaats, dan naar het dorp en weer terug naar de camperplaats. In het dorp zelf is het nog erg rustig. Op één terras na, dat zit helemaal vol met mensen aan het ontbijt. Geen idee over het hoe en waarom, maar het ziet er gezellig uit. Na de koffie gaan we zwemmen en vervolgens het terras op. Dat hebben we voorgaande jaren nog nooit open gezien, dus dit is onze kans. Alleen jammer van de bestelde citroenlimonade voor Wobbie: dat blijkt een radler te zijn. En dat is even wennen. Na de middag duiken we opnieuw het zwembad in om af te koelen en om tot slot op het terras nog de laatste rondjes van de race in Zandvoort mee te maken op een grote televisie. En nu maar hopen dat de temperatuur wat aangenamer wordt vanavond. Er moet nog ingepakt worden want morgen gaan we verder.

Een plaatje van achter de camperplaats.

Een muurschildering in Bellus.
Maandag 1 september
Na twee leuke dagen in Bellus, mede dankzij het zwembad, gaan we weer verder. De volgende uitgekozen stop is in Murcia. Daar, bij een groot winkelcentrum met onder andere Ikea, Aldi, Decathlon, Lidl, Action enzovoort, zit een grote camperplaats. In het najaar en vroege voorjaar staan daar soms een paar honderd campers. Nu maar een stuk of vijfentwintig: ruimte te over! Zo rustig hebben we het hier nog nooit meegemaakt. Deze camperplaats is uitermate geschikt om Murcia te bezoeken, hetgeen we een paar jaar geleden al eens gedaan hebben. Maar ook om boodschappen te doen. Deze keer doen we dat bij de Aldi, simpelweg omdat die het dichtst bij onze camper zit. In de loop van de avond gaan we eten bij de Ikea. Zoals gewoonlijk een eenvoudige maar voedzame maaltijd. En met onze Nederlandse “Family-pas” is ook hier de koffie gratis. Achter de camperplaats ligt redelijk verstopt een openluchttheater. Daar horen we om een uur of negen allerlei geluiden: we gaan er kijken natuurlijk. Volgens ons is er een repetitie aan de gang van een Middeleeuws toneelstuk. Met enige regelmaat wordt er “Murcia” geroepen; het enige woord wat we begrijpen. Zo te zien moet er nog danig geoefend worden : de regisseur was erg druk om iedereen bij de les te houden.
Coordinaten: N38.02898 W1.14714.

Ruimte te over op de camperplaats in Murcia.

Oefenen in het openluchttheater achter de camperplaats.
Dinsdag 2 september
Het was een onrustige nacht in Murcia, ondanks het geringe aantal campers. Het was tot heel laat een komen en gaan van auto’s: geen idee wat die op de camperplaats kwamen doen. Tijd om verder te reizen dus. We gaan verder het binnenland in en komen in de Sierra Nevada terecht: via Totana en Lorca richting Granada. Zo’n zestig kilometer daarvoor hebben we de eerste camperplaats uitgezocht. Maar we belanden op een soort parkeerplaats in een niemandsland. Een kale vlakte zonder beschutting. We vinden het niks. Op naar de volgende plaats, Guadix: een stad met bijzondere grotwoningen. Maar ook de camperplaats daar valt tegen. Ergens in een hoek van een groot parkeerterrein zouden campers mogen staan. Maar er staan nu overal voertuigen van kermisattracties: we hebben geen idee of er nu opgebouwd of afgebroken wordt. Er is geen mens te bekennen want het is siësta. We eten er een broodje en zoeken de volgende bestemming. Uiteindelijk komen we terecht in het dorp Marchal, op een aardige camperplaats waar nog een andere camper staat. Aan het einde van de middag maken we een wandeling door het dorp. We zijn benieuwd naar de grotwoningen waar deze streek om bekend staat. Maar dat valt niet mee; het dorp is tegen een bergwand gebouwd, dus het is klimmen geblazen. En overal trappen die nergens naar toe leiden en onverwacht doodlopen. En her en der is het een enorme bende door het vele zwerfafval. En we hebben mooiere grotwoningen gezien in Noord Spanje en Marokko. Maar om de dag positief af te sluiten: we hebben voldoende beweging gehad vandaag.
Coordinaten: N37.29885 W3.19836.

De aardigste plek van Marchal: een parkje bij de ingang van het dorp.

Grotwoningen in Marchal.
Woensdag 3 september
Het was heerlijk rustig in Marchal de afgelopen nacht. We hebben heerlijk geslapen, mede omdat het erg fris werd. En dat was vandaag weer een heel ander verhaal. Voor half tien gaan we rijden. Weer de grote weg op naar Granada, Sevilla, Huelva om tenslotte in Portugal uit te komen. Het landschap is prachtig: grillige rotsformaties en daartussen enorme velden met olijfbomen. En in de middenberm staan grote struiken oleander. Volop in bloei: wit, roze en rood, een paar honderd kilometer lang. Met hier en daar een strook met verbrande struiken. We komen zelfs langs een strook waar de struiken in brand staan. Als mogelijke oorzaak vermoeden wij een sigarettenpeuk. Het passeren van Granada is geen probleem, daar ga je met een grote boog om heen. Sevilla is een ander verhaal. Al ver voor de plaats verandert het landschap. Veel grote, kale vlaktes en erg veel oude, vervallen bouwwerken. En wat er nog van over is, zit onder de graffiti. En dan Sevilla zelf: daar moet je dwars doorheen. En ondanks het middaguur is het filerijden: niet leuk. Als we Sevilla eenmaal gehad hebben gaan we dubben over een overnachtingsplek. Min of meer bij toeval komen we een vrijwel nieuwe camperplaats tegen, vlakbij het dorp Beas, nog in Spanje. Een tien kilometer voor Huelva, rechtsaf het binnenland in. Een prachtige camperplaats met de naam El Alamo. Alles is nieuw: van loosplek tot en met een prachtig sanitairgebouw. Dat kost nu nog dertien euro (ex.stroom). Nog niet alles is klaar begrepen we van de beheerder. Er zal waarschijnlijk ook nog wel een zwembad komen. Je zit hier dertig kilometer van de zee af en dat is eigenlijk te ver. Nu, met een stuk of acht campers is de bezetting nog erg matig. Wij maken dankbaar gebruik van de wasmachines: die dingen staan er niet voor niets en nu we er toch zijn.... En dan tot slot nog even over het weer. De eerste paar uur was de temperatuur heerlijk tijdens het rijden. Maar hoe dichter we bij Sevilla kwamen, hoe warmer het werd. En hier op de camperplaats liep die temperatuur op tot wel veertig graden. We houden van mooi weer, maar dit is wat te veel van het goede.
Coordinaten: N37.44157 W6.79622.

Een gloednieuwe camperplaats in Beas, Spanje.

Onze plek op de camperplaats.
Donderdag 4 september
We gaan vandaag naar Portugal: we hebben geen haast, het is maar een goed uur rijden. De camperplaats in Vila Real de Santo Antonio, is het doel voor vandaag. Als we er aankomen zijn we verbaasd over het aantal campers die er staan. Maar vijf euro per nacht is natuurlijk erg aantrekkelijk. De receptie is gesloten en de reden is volstrekt onduidelijk. Om het terrein op te kunnen moet dat via een slagboom met een automaat. Maar wat we ook proberen, er komt geen enkele beweging in zowel de automaat als de slagboom. Met iets van “graag of helemaal niet” vertrekken we weer. Op naar Manta Rota, met de camperplaats aan zee. Maar eenmaal in Manta Rota weten we niet wat we zien. Alles staat vol met auto’s en hordes badgasten gaan er naar het strand. Het hoogseizoen is hier nog in volle gang. En jawel, de camperplaats is nu een parkeerplaats voor gewone auto’s: tot zestien september verboden voor campers. Dus verder naar de volgende camperplaats: Camperpark Altura. Een plek op een kale heuvel met nu veel Spanjaarden en Portugezen, nogal kris-kras opgesteld. Het valt ons zo tegen dat we verder gaan zoeken. De vierde optie is de camping in Monte Gordo. Vrienden van ons gaan binnenkort ook daarheen naar een appartement en het is de bedoeling dat we elkaar daar ontmoeten. Maar ook in Monte Gordo is het bizar druk: zelfs de camping is vol. Uiteindelijk komen we terecht in Tavira. Daar op de camperplaats van Motorhomepark Algarve is nog ruimte genoeg. En ze hebben deze maand een aanbieding: vier nachten voor de prijs van drie. Bovendien treffen we het dit weekend: drie dagen lang het elfde “Mediterranean Diet Fair” in Tavira. Het hele centrum staat vol met podia, eetgelegenheden en verkooptenten. Het gaat dit weekend om gezond eten, kunstnijverheid, sport, kunst, gezondheid, muziek en cultureel erfgoed. Na de middagpauze maken we een fietstochtje. Eerst naar “ons” strand, een kilometer of drie van de camperplaats. Dat strand ligt er nog steeds, alleen het verschil met voorgaande jaren is de grote drukte op dit moment. Natuurlijk fietsen we even naar het centrum; daar wordt hard gewerkt om alles op te bouwen. En net als wij op een terras op het centrale plein aan het bijkomen zijn, begint er een band te oefenen. De enige manier om nog met elkaar te communiceren is via gebarentaal. En het was onze smaak ook nog niet eens.
Coordinaten: N37.13269 W7.763112.

De brug met de grensovergang van Spanje naar Portugal.

Versieringen vanwege Mediterranean Diet Fair.
Vrijdag 5 september
Het is weer een erg warme dag in Tavira. De temperaturen houden we niet meer bij: of het nou dertig of veertig graden is, het is allebei warm. Het wordt vandaag de tweede stranddag deze reis. “Ons” strand ligt aan een soort inham van de zee die uiteindelijk uitkomt in Tavira. Tegenover ons strand ligt de aanlegsteiger van het eiland "Ilha de Tavira”. Het is een gaan en komen met boten vol toeristen die daar de dag gaan doorbrengen. Je hebt er wat te kijken. Aan het begin van de avond gaan we Tavira in en maken een wandeling door het centrum. Op alle pleinen en in alle straten is wat te doen vanwege de “Mediterranean Diet Fair”. En overal kan gegeten en gedronken worden. Per ongeluk komen we terecht in een tent waar een Arabische groep muziek maakt; inclusief buikdanseres. En om in de sfeer te blijven zit er zelfs een Marokkaanse eettent met onder andere tajines. Gelukkig kun je er ook een pilsje krijgen. Al met al zijn we zo’n drie uur aan het rondneuzen. Wij vinden het een geweldig evenement.

Een workshop Potugese Pannenkoeken bakken.

Tavira bij nacht.
Zaterdag 6 september
Het eerste wat we doen vanochtend is de camper op een andere plek zetten. Een plek met wat meer schaduw van een oude, mooie olijfboom. We blijven hier zeker nog tot dinsdagmorgen en met deze temperaturen is wat extra schaduw erg aangenaam. We gaan weer fietsen vandaag. Een bekende route naar een stadje verder, Fuzeta. Via het fietspad dat langs de kust van de Algarve loopt: en dat heet nu “Rota da Costa Atlantica”. Een nieuwe naam en dus nieuwe routeborden. Helaas geldt dat niet voor grote delen van de route. Met name de gravelstroken, waar ook landbouwvoertuigen gebruik van maken, worden steeds slechter. Via Santa Luzia, Pedras del Rei en Luz, kom je vanzelf in de badplaats Fuzeta. Ook daar is het enorm druk: het is nog volop vakantietijd hier. We drinken er koffie en eten er wat voor we aan de terugtocht beginnen. En zoals altijd als we hier in de buurt zijn, pauzeren we op het terras van Café Santa Luzia. En kroeg waar vooral bijzondere gasten komen en waar wij ons prima thuis voelen. Mede vanwege de aangename prijzen: een blikje Lipton citroen en een flesje bier kosten nog geen drie euro. Een glas is niet nodig: daar doen de andere gasten ook niet aan. Terug bij de camper hebben we er veertig kilometer opzitten: gelukkig hebben ze op deze camperplaats goede douches. Tegen de avond gaan we weer de stad in voor een rondje muziekoptredens. De meeste indruk maakt, althans op ons, twee dames met Fado-muziek en twee muziekanten die een groot deel van het publiek aan het dansen krijgen. Helaas viel het eten wat tegen. Na enig huiswerk gedaan te hebben, leek een “bifana”, een broodje warm vlees, een goed idee. Maar het was erg veel droog brood en weinig vlees. We hebben weer wat geleerd.

Het was druk op het strand van Fuseta.

Twee zangeressen met Fado-muziek.
Zondag 7 september
Vandaag alweer een fietstocht. Gingen we gisteren naar het westen, vandaag dus naar het oosten. We willen naar Monte Gordo. Vrienden van ons komen daar morgen aan: zij zitten dan in een appartement. We hebben afgesproken elkaar er te ontmoeten en we gaan vandaag kijken waar we met de camper kunnen staan. We gaan weer over de fietsroute langs de kust. Het is een soort hernieuwde kennismaking met dorpen en camperplaatsen waar we ooit eerder geweest zijn: Cabanas, Manta Rota, Altura en ten slotte Monte Gordo. Rond al deze dorpen waren ooit veel vrije camperplaatsen: maar die tijden zijn lang voorbij. In Monte Gordo is het vreselijk druk. Aan het begin van het dorp staan her en der campers. De gedoogplek daar vlakbij staat helemaal vol met personenauto’s. We fietsen verder naar de camping. Ook die staat nog vol en we doen navraag bij de receptie. Volgens de aardige man daar begint er vandaag en morgen een grote uittocht van de Portugezen. Aanstaande woensdag beginnen de scholen hier weer en dan is er weer ruimte te over op de camping. Natuurlijk gaan we lunchen ergens aan de hoofdstraat. De man achter de bar heeft gelijk door dat we uit Nederland komen en spreekt een klein beetje Nederlands. En dat wil hij weten ook. Hij vertelt dat er de komende week in Monte Gordo tal van festiviteiten zijn. Maar het wordt pas echt gezellig in oktober; want dan komen de Nederlanders (van onze leeftijd). Daar kijkt hij nu al naar uit. Na de lunch beginnen we aan de terugweg, bijna dezelfde route zoals we gekomen zijn. Al met al een fietstocht van ruim vijftig kilometer en terug bij de camper gaan de stoelen in de ruststand. We zijn bij de terugkomst verbaasd over de vrije plekken op de camperplaats. Kennelijk zijn er vandaag veel Spanjaarden en Portugezen vertrokken. Dat heeft dan toch te maken met de start van het nieuwe schoolseizoen deze week.

Het centrum van Monte Gordo.

Kunst in Manta Rota.
Maandag 8 september
De laatste dag in Tavira en die beginnen we met een wandeling. We weten een aardig rondje door het achterland van de camperplaats. Maar we stuiten op een wegafsluiting middels een nieuw, hoog hek. Het alternatief is een rondje de andere kant op, langs een hele grote Chinese winkel. Handig als je iets nodig hebt, maar niet om er gezellig te shoppen. Dat doen we dus in het grote overdekte winkelcentrum “Tavira Plaza”. Altijd leuk om er een keer rond te neuzen; maar vooral om er heerlijke koffie te drinken. Na de middag gaan we nog een keer naar het strand. Er zijn nog steeds veel zonaanbidders, en stel vissers en ferryboten die heen en weer varen. Je kijkt je ogen uit. Morgen gaan we dus verder, op naar Monte Gordo. Onderweg, in de buurt van het dorp Cabanas, weten we een plek waar we de camper kunnen wassen. Kunnen we met een schone camper, hopelijk, de camping op.

Het overdekte winkelcentrum “Tavira Plaza”.

Eén van de vele vogels aan het foerageren in een zoutbekken.
Dinsdag 9 september
Na een frisse nacht zijn we op tijd uit bed. Het is bewolkt, dus tijd om Tavira te verlaten. We gaan eerst de camper wassen. Zolang we al in de in deze streek komen doen we dat op een vast adres. Ooit bij toeval ontdekt en sindsdien een vast programmaonderdeel van een reis naar de Algarve. Vervolgens rijden we verder naar Monte Gordo. Als we langs de camping daar rijden, zien we dat deze nog bijna helemaal vol staat. Nog geen spoor van een leegloop vanwege het einde van de schoolvakanties. Dus rijden we verder naar Vila Real de Santo Antonio. De receptie is open, waardoor we deze keer de camperplaats wel op kunnen. Er is ruimte genoeg en we vinden een aardige plek. Voor zover dat althans mogelijk is op deze kale vlakte op een vervallen industrieterrein. Maar om niet al te negatief te eindigen: de ligging aan de grensrivier de Guadiana met het fraaie uitzicht op het Spaanse Ayamonte is prachtig. En ook Vila Real is een leuke stad. Gezellig druk en leuk om doorheen te slenteren. Na de middag moeten er boodschappen gedaan worden. En je kunt in Vila Real kiezen uit bijna alle supermarktketens die er in de Algarve te vinden zijn. Wij kiezen natuurlijk voor de Lidl: lekker vertrouwd. Om zes uur gaan we op de fiets naar Monte Gordo. Onze vrienden, Joke en Jack zitten daar deze weken in een appartement. We gaan met z’n vieren uit eten. Er is één restaurant wat we kennen in Monte Gordo: Restaurant Jopel. Nu op een nieuwe, grotere lokatie. Maar het eten is er als vanouds heerlijk. En met z’n vieren is dat ook nog eens extra gezellig. Zo gezellig dat we niet voor het donker terug zijn bij de camper. Maar met de wind in de rug vliegen we terug naar Vila Real.
Coordinaten: N37.19931 W7.41596.

Het is af en toe hard werken tijdens een camperreis.

Met Joke en Jack bij Restaurant Jopel.
Woensdag 10 september
We gaan een dagje uit, en wel naar Spanje. Met de ferry van Vila Real naar Ayamonte. Een boottochtje van twintig minuten. Er kunnen uiteraard voetgangers mee, maar ook fietsen en zelfs twee auto’s. In Ayamonte is het erg druk, vooral op de terrassen. Het bemachtigen van een kopje koffie kost de nodige moeite. We wandelen door het stadje en dat vonden we niet bijzonder. Erg veel winkels met toeristische snuisterijen, zoals ook in Vila Real en Monte Gordo. Uiteindelijk gaan we fietsen. We volgen de kustlijn tot aan “Punta de Playa Del Moral". Langs de hele kust staan hotels en appartementencomplexen. Mooie bouwwerken overigens die aardig passen in het duinlandschap. Het nadeel van deze route is dat zoals je gekomen bent, ook weer terug moet. Om vier uur zitten we weer op de ferry terug naar Vila Real. Om tegen zes uur weer op de fiets te stappen voor een ritje naar Monte Gordo. Daar gaan we nog een keer uit eten met Joke en Jack. Deze keer bij een Thais restaurant. De naam en dat wat we gegeten hebben zijn we vergeten, maar het was heerlijk; en weer erg gezellig. Morgen weer verder de Algarve in.

De ferry van Vila Real naar Ayamonte.

Street-art (?) in Ayamonte.
Donderdag 11 september
Twee dagen op de camperplaats in Vila Real vinden we meer dan genoeg. Bovendien hebben we beide dagen erg veel wind gehad. En dat in combinatie met de zandvlakte maakte het verblijf daar nogal onaangenaam. We gaan weer rijden dus. Eerst terug naar Spanje voor het omruilen van een lege Spaanse gasfles. Gisteren hebben we in Ayamonte een pomp gezien waar we onze gasfles kunnen omruilen. Een volle fles propaan kost bij omruil daar zestien euro veertig. In Nederland zijn we bij het omruilen van een Benegasfles meer dan zestig euro kwijt bij het omruilen. Hoezo één Europa? Na deze tussenstop gaan we echt rijden. Ergens bij Tavira verlaten we de N125 en rijden door het binnenland van de Algarve naar Silves. Een mooie rit, aardige dorpen en een prachtig landschap. Tot ergens in de buurt van Loulé, waar de drukte weer enorm toeneemt. Tegen twaalf uur komen we aan op de camperplaats in Silves. Er is nog plaats genoeg, dus hebben ze een aanbieding: vier nachten voor de prijs van drie. Natuurlijk maken we daar gebruik van: tot maandagmorgen zijn we onder de pannen. Silves is een beetje thuiskomen voor ons. We zijn de tel kwijtgeraakt van het aantal keren dat we hier geweest zijn. De eerste keren waren hier nog geen camperplaatsen en stonden we “vrij” rond het zwembad midden in het centrum; samen met tientallen andere campers. Heel bijzonder en gezellig. Maar de tijden van “vrij" staan zijn onderhand wel voorbij. Tot aan het einde van de middag hebben we schaduw voor de camper. En dat is heerlijk. Dat merken we vooral als we om een uur of vier even naar het centrum lopen. Het is weer een bloedhete dag, zelfs de wind is warm. We komen dan ook niet ver. Op het eerste terras met schaduw ploffen we neer. De prijzen van de consumpties zijn aangepast aan de hitte: één euro dertig voor een pilsje. Met wat moeite halen we vervolgens nog net de Lidl. Er moet tenslotte nog wel gegeten worden vanavond.
Coordinaten: N37.18724 W8.45135

De ingang van het Algarve Motorhome Park Silves.
Vrijdag 12 september
De vrijdag is voor ons altijd een bijzondere dag als we in Silves zijn. Hier in de buurt weten we een restaurant waar op de vrijdagen vlees van een varken aan het spit geserveerd wordt. We gaan er op de fiets naar toe. Over de gewone weg is het twintig kilometer, wij nemen een toeristische route. En dat viel niet mee: de wind tegen, veel hellingen omhoog en een paar keer flink de weg kwijt. Redelijk uitgeblust komen we na vijfendertig kilometer aan in het gehucht Campilhos, een eindje boven Sao Bartolomeu de Messines. Bij het Restaurant O Petisco wordt er tussen twaalf en vier uur gegeten, in twee grote eetzalen die stampvol zitten. Om half twee zijn wij aan de beurt. Helaas is dan het varken aan het spit al op. Mogelijk hadden ze vandaag een klein varkentje, of de zaak zat vol met grote eters (onbeperkt vleeseten concept). Wij krijgen een schaal met gegrilde lapjes vlees: ook lekker. Een maaltijd daar heeft een vaste prijs en bestaat uit brood en olijven, drank naar keuze (ze kijken niet op een drankje meer of minder), de hoofdmaaltijd, een nagerecht en koffie na. Het blijft een bijzondere ervaring: een Portugese maaltijd midden tussen de Portugezen. Maar na dit feest moeten we ook nog weer terug. Maar dat valt gelukkig nog enigszins mee: de wind in de rug, meer dalen dan klimmen en geen verkeerde afslagen meer. We maken nog wel een tussenstop bij een dam van een stuwmeer van de rivier Arade. Daar in een soort vallei hebben we jaren geleden al eens met de camper gestaan. Dat mag niet meer en het is nu een wat trieste kale vlakte. Om half vijf, Portugese tijd, zijn we terug bij de camper. De tellers van de fietsen staan dan op zestig kilometer. Gelukkig hebben ze op deze camperplaats goede douches.

Varken aan het spit bij O Petisco.

Ooit een camperplaats bij de Arade dam.
Zaterdag 13 september
Een rustdag vandaag in Silves; na de fietstocht van gisteren waren we daar wel aan toe. In de ochtend gaan we even op de fiets naar het centrum. Er is markt en dus gezellig druk. Overigens een bijzondere markt: groente, fruit en kraampjes met allerlei huisvlijt spullen. Niet onze smaak, maar leuk om doorheen te slenteren. Het vervolg van de fietstocht gaat om het centrum heen. Waarbij het meest opvalt dat er een Aldi supermarkt bij gekomen is. Uiteraard erg functioneel: de vorige supermarkt daar had een koffiehoek met lekkere koffie. Maar daar doet de Aldi niet aan. Wat verder opviel was de gesloten camperplaats daar vlak naast. Toen het vrij staan in Silves voorbij was, kwamen er vrijwel tegelijkertijd drie camperplaatsen. Eén van die drie, Parque do Castelo, heeft het kennelijk niet gered. In oktober komt onze dochter met haar gezin een week naar de Algarve, op de camping in Armacao de Pera. Daar gaan wij dan ook heen en we hebben voor die week een auto nodig. Via vrienden hebben we een adres gekregen hier in Silves. Het blijkt een soort garagebedrijf te zijn van een wat oudere man. Erg aardig overigens: hij kan een grote auto regelen. Op vier oktober moeten we terugkomen voor definitieve afspraken. Vooralsnog prettig geregeld dus. Na de middag gaan de stoelen in de pauzestand. We vermaken ons met lezen en de één na laatste etappe van de Vuelta. En voor het eerst zien we twee ooievaars rond de camperplaats. Eerdere jaren zaten hier tientallen vogels op allerlei nesten. Misschien is het nu nog te vroeg voor de grote meute. Op dat ene paartje na dan.

Een straatje in Silves.

De eerste twee ooievaars in Silves.
Zondag 14 september
De vierde en laatste dag in Silves. We beginnen in de ochtend met een fietstocht; de temperatuur is dan nog aangenaam. Deze keer zowaar een route die we nog niet eerder gefietst hebben. We volgen min of meer de rivier de Arade. Die begint ergens bij het stuwmeer waar we van de week geweest zijn, loopt door Silves en mondt uit in de zee bij Portimao. Een leuke route over een slechte weg. Met onderweg toch ook weer sporen van een flinke bosbrand. Ergens bij een duur restaurant drinken we koffie. Omdat we nog vroeg zijn kan dat. Alle tafels zijn al gedekt en gereserveerd voor gasten die rond het middaguur komen eten. We hebben er dan tien kilometer opzitten en gaan terug. Voor in de middag gaan we uit eten. Zoals elke keer als we in Silves zijn, bij Restaurante “Casa Velha De Silves”. Bij de receptie hier op de camperplaats, liggen briefjes met een aanbieding speciaal voor camperaars. Een compleet menu met alles erop en eraan voor twaalf euro per persoon. Wij gaan voor de kip-piri-piri en zitten weer buiten op het terras: of we nooit weggeweest zijn. De rest van de middag brengen we bij de camper door. Zo veel mogelijk in de schaduw want de temperatuur is weer enorm opgelopen. Morgen weer richting de zee.

Sporen van een bosbrand.

De rivier Arade.
Maak jouw eigen website met JouwWeb