Najaar 2018: Griekenland

Dinsdag 28 augustus

Zo de zomer is weer voorbij. En zoals alle voorgaande jaren zijn we weer druk geweest met van alles en nog wat en zijn de weken voorbij gevlogen. Druk geweest met de kleinkinderen, vrienden ontvangen en opgezocht, wat geklust enzovoort. En Wobbie heeft even in het ziekenhuis gelegen voor een maagoperatie: en dat is gelukkig goed afgelopen. En Wim heeft vanmorgen nog een spuit, een soort smeermiddel, in een knie gehad, waarmee het lopen weer wat soepeler zou moeten gaan. Kortom, opa en oma zijn helemaal klaar voor de volgende reis. Een reis die deze keer naar Griekenland gaat. En niet zoals twee keer eerder met de boot van Ancona naar Patras, maar deze keer over land via een aantal voormalige Oostbloklanden. Morgen gaan we op pad!

Woensdag 29 augustus

 Om negen uur gaan we rijden. De route die we uitgestippeld hebben gaat via Osnabrück, en Magdeburg naar Dresden. Tot voorbij Osnabrück kunnen we lekker doorrijden, waarna we in een enorme file belanden. Een enorm lint van voornamelijk Oost Europese vrachtwagens. Uiteindelijk zijn we om vier uur bij Magdeburg. De temperatuur is ondertussen opgelopen tot bijna dertig graden en we besluiten om te stoppen. We staan voor acht euro op een camperplek aan de Elbe, met nog zo'n dertig andere campers. Het centrum ligt op loopafstand, dus we gaan er op bezoek. We zijn niet onder de indruk. Het centrum is groot en kaal met veel grote open ruimtes, waar men maar sfeerloze pleinen van heeft gemaakt. Opvallend zijn ook de brede straten, voor alle soorten verkeer. We hebben de indruk dat het centrum aan het einde van de oorlog totaal verwoest is. Hier en daar staan nog wat gerestaureerde kerken en torens. Het meest opvallende gebouw in Magdeburg is de "Grüne Zitadelle". Een prachtig vormgegeven, futuristisch gebouw uit 2005 van een architect met de naam Hundertwasser. Multifunctioneel met bijzondere winkeltjes, horeca, een hotel en appartementen. Veelkleurig en de daken zijn begroeid met planten en struiken. Kom je ooit in Magdeburg, moet je daarheen!

Donderdag 30 augustus

Na veel regen de afgelopen nacht, blijft het ook een groot gedeelte van de dag nog miezeren. We stomen dus maar door naar het zuiden. Even voor de grens met Tsjechië kopen we een tolvignet: 10 dagen voor € 12,50 (het goedkoopste vignet). Waarna we uiteindelijk stoppen in Praag. Daar, vlakbij de dierentuin, ligt een straat met zo'n vijf kleine campings in de achtertuinen van vrijstaande woningen. Met wat moeite vinden we een aardige plek op "AutoCamp Petráková". Het is inmiddels droog geworden en we maken een rondje door de omgeving. Morgen gaan we Praag verkennen.  

Vrijdag 31 augustus

Op naar Praag dus. Eerst met de bus en daarna met de tram. We hebben een route uitgestippeld langs de hoogtepunten van de stad. Na even zoeken zitten we op de goede route. Het is druk in Praag; talloze toeristen lopen bijna dezelfde route langs banken, kerken, paleizen en andere monumentale gebouwen. De oude brug, de "Karlsbrücke", over de rivier de Moldau, vormt het toeristisch hoogtepunt. Het is er schuifelen langs de souvenirstalletjes en sneltekenaars. Over de brug lopen we nog een eind verder. Van alles wat we wilden zien hebben we alleen het zogenaamde "Gouden Steegje" gemist. Het gevolg van een goedkope Nederlandstalige reisgids en richtingaanwijzers in het Tsjechies. Een voor ons erg moeilijke taal. Dat blijkt ook op de terugweg: het vinden van de juiste tram voor de terugweg is een hele toer. Als we die eindelijk gevonden hebben, blijkt dat ding naar het verkeerde eindpunt te gaan. Kortom, de weg heen duurde nog geen half uur, de weg terug meer dan twee uur. Maar we hebben wel bijna heel Praag gezien! 

Zaterdag 1 september

Soms zijn er van die dagen die je het liefst had overgeslagen. Vandaag was zo'n dag. We stonden op met regen, en dat duurde tot dik in de middag. Op weg naar Brno staan we lang in de file. Als we daar eindelijk bij de uitgezochte camping Radko aankomen blijkt deze te zijn opgeheven. Via internet komen we op een alternatief, een uur verder rijden. Zijn we er bijna, vliegt plotseling de deur van de koelkast uit de scharnieren. Een aardige klus voor op de camping. Maar die blijkt per 1 september gesloten. Via een site van campervrienden, Thole en Everdien, hebben we nog een laatste adres van een camping ergens in de buurt. Weer een uur rijden verder. Uiteindelijk komen we terecht op Autokemp Merkur in het dorp Pasohlávky. Een enorm vakantiecomplex aan een meer met alle mogelijke watersportmogelijkheden. We komen aan in de stromende regen en worden regelmatig opgeschrikt door donder en bliksem. Als we met de deur van de koelkast willen beginnen, duvelt deze om waardoor twaalf van de dertien eieren de klap niet overleven. En de vloer en een paar meubeltjes er plotseling heel anders uitzien. Als de ravage enigszins is opgeruimd, gaan we met de deur zelf aan de slag. De enige oplossing is de scharnieren verplaatsen, waarmee de deur andersom opent. Niet echt handig, maar beter een onhandige oplossing dan helemaal geen. Tegen achten is de klus geklaard en zitten we enigszins uitgeblust achter de koffie. Zonder tv, mogelijk vanwege de donder en bliksem. En met het onheilspellende geluid van een nu nog zachte disco een eindje verder. Zoals gezegd, er zijn van die dagen...

Zondag 2 september

We gaan naar Slowakije vandaag, naar Bratislava aan de Donau. Het eerste deel van de route gaat over binnenwegen en is leuk om te rijden. Daarna moeten we weer de snelweg op en die is minder fraai, maar erg rustig vandaag. Vrachtwagens mogen op zondag niet rijden en staan vandaag op de parkeerplaatsen. En dat is één grote chaos. Vijf kilometer voor de grens kun je op zo'n parkeerplaats een tolvignet kopen. Met veel moeite kom je door de rijen vrachtwagens uiteindelijk bij het verkoopkantoor: zijn de vignetten op. De volgende gelegenheid is bij de grensovergang. Daar is de chaos nog groter en moet je stapvoets door de rijen vrachtwagens op zoek naar het vignetkantoor. En er plotseling een enorm kabaal losbreekt: we zouden een spiegel van een vrachtwagen geraakt hebben. Aan de camper is geen schade te bekennen, aan een vrachtwagen zit een gebroken spiegel. Zo hoog dat we die nooit hebben kunnen raken. Bovendien is de spiegel al behoorlijk geoxideerd: die schade is niet van vandaag. Een hoop gedoe in vier of vijf verschillende talen is het gevolg. Een deel van de heren is kennelijk kwaad op ons, een ander deel op de betreffende vrachtwagenchauffeur. Tenminste dat denken wij, we kunnen er geen touw aan vastknopen. Uiteindelijk stappen we maar weer in de camper en rijden stapvoets weg. We kopen een tolvignet voor tien euro (een soort kassabonnetje voor tien dagen) en rijden naar Bratislava. Daar stoppen we op een grote parkeerplaats aan de Donau. Er staan zo'n twintig campers, gratis zonder voorzieningen. Na de middag gaan we de stad in. Niet heel bijzonder, maar gezellig druk op deze zondagmiddag. Hoog boven de stad ligt een kasteel; een hele klim om er te komen, maar we kunnen het niet laten. Mooi onderhouden, prachtige tuinen en fraaie uitkijkjes. En dan is er natuurlijk de Donau, waar met een zekere regelmaat enorme cruiseschepen over varen. Tot laat in de avond genieten we met de gordijnen open van het uitzicht.

Maandag 3 en Dinsdag 4 september

Vandaag gaan we naar Hongarije en, als het even kan, een dag zonder gedoe. De wegen zijn goed, niet al te druk en het kopen van alweer een tolvignet aan de grens is een fluitje van een cent. Zelfs de mevrouw achter het loket is aardig. Nou mag dat ook wel voor €23,77. Daarvoor krijg je een soort kassabon en mag je tien dagen op de snelwegen rijden in Hongarije. De controles zijn elektronisch via kentekenregistratie. We rijden langs Budapest, waar we zeven jaar geleden al eens geweest zijn. Niet ver van de grens met Servië stoppen we in de plaats Kiskunhalas. Daar zit een "kempin" annex badencomplex. Met onder andere twee baden met bronwater waar een genezende werking aan toegedicht wordt. Campinggasten kunnen er de hele dag gebruik van maken. En dat doen we natuurlijk, zowel op maandag als dinsdag. Tussendoor wandelen we door het dorp. Een aardig dorp, maar niet spectaculair. Maar om even bij te komen na een paar reisdagen is het hier prima uit te houden.

Woensdag 5 en Donderdag 6 september

Om negen uur vertrekken we uit Kiskunhalas. Na een uur sukkelen over binnenwegen bereiken we de grens met Servië. De passen worden gecontroleerd en voorzien van een stempel. En de garagedeuren moeten open voor een snelle, routinematige, blik. Al met al zijn we al na een kwartier de grens over. Om vervolgens langs een kilometerslange file van vrachtwagens te rijden die Hongarije in willen. Na nog een uur sukkelen komen we op de snelweg. Geen vignetten hier, maar gewoon tolpoorten. We passeren de grote steden Novi Sad en Belgrado en stoppen bij een dorp aan de A1/E75 met de naam Pojate. Via via hebben we de coördinaten van de camperplek daar. Met veel moeite en zoeken komen we terecht aan de achterkant van een wegrestaurant aan die A1. We vinden het helemaal niks en besluiten nog anderhalf uur door te rijden. Voorbij de grote plaats Nis stoppen we tegen vijven in het gehucht Predejane bij een motel. Kennelijk een bekende tussenstop voor reizigers en toeristen. Op de parkeerplaats zijn streekproducten te koop en bussen met toeristen worden ontvangen door een muziekgroepje. En er zijn overnachtingsplekken voor caravans en campers. Dat kost twaalf euro per nacht inclusief stroom en douchen (in het motel). Een nest volgegeten puppy's ligt tevreden achter de camper te slapen. Wij gaan eten in het motel: goed en niet duur hier. 

Op donderdagmorgen passeren we de volgende grensovergang, die van Servië en Macedonië. Ook hier geen gedoe, het gaat allemaal snel. Wel komen we weer tolpoortjes tegen. Tot aan Skopje twee stuks, totaal twee euro. We stoppen dus in Skopje. Midden in het centrum is een grote parkeerplaats waar ook campers mogen staan. Wij zijn de enige camper. We staan vlak bij het Holiday Inn hotel: hopelijk kunnen we vanavond wat van hun internet lenen. We worden ontvangen door de vader van de ramenwasser op deze parkeerplaats. Met brede gebaren worden we de goede kant opgestuurd. Hij wijst de weg naar het centrum en de kassa, wil parfum verkopen, muntgeld wisselen voor papiergeld en wat niet al. We kopen het gezeur af voor een paar euro en zien hem niet meer terug. En dan Skopje. We hebben nog nooit ergens zoveel standbeelden gezien, van groot tot enorm groot. Staatslieden, kunstenaars, geleerden, heiligen en romeinse krijgers te paard. De beide kades van de rivier de Vardar, die dwars door Skopje loopt, zijn prachtig aangelegd en voorzien van een paar mooi gerestaureerde bruggen. Voorzien van, uiteraard, standbeelden om de tien meter. De meeste indruk op ons maakte nog het kleine museum geweid aan Moeder Teresa; hier geboren in 1910. En dan is er nog "The Old Bazar", een wijk met nauwe straatjes. Veel eetgelegenheden en juwelierswinkeltjes. En moskeeën. En net als in sommige medina's in Marokko, kun je hier ook behoorlijk verdwalen. 

Vrijdag 7 september

We hebben niet best geslapen in Skopje. Tot diep in de nacht veel rumoer en muziek op de achtergrond. Het zijn de consequenties van midden in een centrum staan. En we zijn vroeg wakker; de camper gaat heen en weer. De vader van de ramenwasser is onze camper aan het "wassen". Met een smerig lapje en dito bakje water. We maken hem duidelijk dat we dit niet willen. Maar hij is al klaar, en heeft gisteren de hele dag opgepast op de camper, kortom hij wil geld. Wij zijn rijk en hij is arm enzovoort. Een ferme Nederlandse krachtterm doet tenslotte wonderen en hij druipt af. De deur gaat weer dicht en we kunnen aan het ontbijt. We waren vroeg op, dus gaan ook vroeg op pad. Een voor het eerst sedert dagen vinden we de route mooi. Door een bergachtig gebied, veel afwisseling en mooie vergezichten. We stomen door richting Thessaloniki. De streek onder die havenstad heet Halkidiki of Chalkidiki en mondt uit in drie lange schiereilanden. We stoppen aan de rand van het gebied , in het stadje Stavros. We staan helemaal aan het einde van het dorp aan het strand. Zowel links als rechts strandtentjes met ligbedden en Bulgaarse buren met caravans. De Bulgaren zijn hier veruit in de meerderheid. Op twee Nederlandse campers, een Duitser en een Oostenrijker na, komen de overige voertuigen allemaal uit Bulgarije. En het weer? Voor de tweede dag erg heet en temperaturen dik boven de dertig graden. Echt weer om te zwemmen, en dat hebben we vanmiddag al gedaan. 

Zaterdag 8 en Zondag 9 september

Twee dagen luieren in Stavros . Veel zwemmen in de zee en douchen op het strand. En wandelen naar het nu nog gezellige dorp, met zelfs een bruiloftsceremonie midden op straat. We hebben de indruk dat ook hier het vakantieseizoen z'n einde nadert. De Bulgaarse buren zijn druk aan het inpakken en vertrekken dit weekend. Die hebben hier drie weken met een caravan gestaan. Ondanks de borden "NO CAMPING" een eind verderop. De lege plekken worden opgevuld door campers: we staan nu met zijn vijven in het gelid. Twee Duitsers, een Oostenrijker, een Tsjech en wij dus. Voor in de zondagavond gaan we uit eten bij een restaurant met die typische Griekse, rechte stoelen onder de druivenranken. We bestellen een simpel vleesgerecht, waar we nauwelijks aan toe komen vanwege allerlei salades die daarbij geserveerd worden. Koffie hebben ze niet, we krijgen ijs als toetje van het huis.

Maandag 10 en Dinsdag 11 september

Nog maar net uit bed duiken we nog een keer de zee in. Daarna gaan we inpakken en vertrekken richting het zuiden. Van de drie schiereilanden van deze streek, Chalkidiki, hebben we de middelste uitgekozen. Met de mooie naam Sithonia (zonder tante er voor). Het aantal vrije camperplaatsen is hier de afgelopen jaren steeds minder geworden, mogelijk vanwege de invloed van het grote aantal campings langs de kust. Via de NKC app vinden we een plek bijna in de zuidelijkste punt. De weg erheen is maar honderdvijfentwintig kilometer, waar we overigens lang over doen. En hoe dichter bij de kust, hoe drukker het wordt. Veel campings, hotels, vakantieparken en appartementen. En nog erg vol met Bulgaren en Serviërs. Uiteindelijk komen we op de camperplek bij een dorp met de naam Destenika of Tristinika. We staan pal aan zee naast de strandbar Ethnik. Een rij tenten, caravans en campers, allemaal met zeezicht.

Op dinsdagmorgen gaan we wandelen naar een dorp verder, Toroni. Eén lange boulevard met vakantieverblijven en terrassen. Het is er nog gezellig druk met enkel vakantiegasten uit het "oostblok". Zowel aan het begin als aan het einde van het dorp komen we op twee parkeerplaatsen hoogtebalken tegen, kennelijk om campers te weren. Het dorp eindigt met een ruïne van een kasteel. Omdat we er nu toch zijn, gaan we er kijken. Op wat resten van muren na, is er niets meer van over. Eigenlijk niet de moeite van het bezoeken waard. Al met al zijn we meer dan drie uur onderweg. Een uur heen, het dorp door, een terrasje, en een uur terug. De middag brengen we in gepaste rust door met zwemmen en luieren. Het strand is hier mooi, de zee schoon en heerlijk van temperatuur. Alleen die strandbar Ethnik: voor een pilsje en een glas witte wijn ben je elf euro kwijt. En is de wifi "ontploft". De muziek is overigens gratis. Die begint om tien uur 's ochtends en gaat door tot negen uur in de avond. Helaas past de soort muziek niet helemaal meer bij onze leeftijd.

Woensdag 12 en Donderdag 13 september

Weer een bloedhete dag en eigenlijk te warm om te rijden. Maar we willen verder. Ergens op een briefje staan wat gegevens over de plaats Korinos, en daar willen we heen. We moeten eerst terug naar Thessaloniki. De weg tot aan die grote havenplaats is fraai, daarna wordt het eentonig. We doen wat boodschappen bij de Lidl ergens onderweg en we moeten een keer tanken. Voor een liter diesel betaal je hier zomaar € 1,40. Als de pomp het doet tenminste. En uitgerekend bij de pomp waar wij kwamen, waren de stoppen doorgeslagen. Of zoiets. Dus dat duurde even. Uiteindelijk hebben we Korinos gehaald. Althans de mix-parking waar je mag overnachten. Alweer bij een strandtent, nu zonder muziek, maar wel met een douche en toilet. En water: dat haal je bij het kerkje bij het begin van de parking. Weer een fraai strand en kraakhelder zeewater. Behalve zwemmen en bijkomen op het strand gaan we wat kleding wassen. Met water uit het kerkje; wordt de boel goed schoon.

Op donderdagmorgen weer verder naar het zuiden. We zitten op de route van Thessaloniki naar Athene. Een tolweg, net nieuw, en die proberen we zoveel mogelijk te vermijden. Maar dat valt niet mee. Als je de weg weet is het waarschijnlijk simpel, maar niet voor ons dus. Op zo'n vierhonderd kilometer voor Athene slaan we af naar het dorp Sourpi. Daar even verder, bij het gehucht Nies, ligt een camperplaats aan een fraaie baai. En een paar honderd meter verder een strand. Ooit prachtig aangelegd, maar grotendeels in verval. Er zijn nog twee "kantina's" (snackbars) met wat gedateerd meubilair in bedrijf. En stranddouches die het nog allemaal doen. We parkeren de camper bij een douche. Af en toe komt er een auto langs met wat zwemmers, maar verder is het één en al rust. Geen gedreun van muziek af aggregaten, maar helaas ook geen wifi. Je kunt ook niet alles hebben. 

Vrijdag 14 september

De dag begint met zwemmen. Daarna moet er weer wat gewassen worden en omdat we water genoeg hebben spoelen we ook de camper schoon. Daarna gaan we wandelen. Gisteren zijn we al een eind rechtsaf langs de baai gelopen, vandaag dus linksom. Daar komen we zelfs nog een taverne tegen waar we koude koffie (frappé) drinken. Behalve wat vakantiehuizen is het een erg eenzame streek. De rest van de dag is het weer zwemmen geblazen, bijkomen en wat tutten. Goed in de gaten gehouden door een grote hond, die in ruil voor wat overgebleven eten de halve nacht voor de deur van de camper blijft liggen.

Zaterdag 15 september

We beginnen de dag weer met zwemmen, dat wordt deze reis een soort traditie. Daarna verlaten we Nies en vervolgen de snelweg richting Athene. Na anderhalf uur rijden zijn we in het dorp Molos, voorbij de grote plaats Lamia. We hebben de coördinaten van een parking bij een taverne aan het strand. De TomTom stuurt ons dwars door het dorp tot we bij een viaduct komen waar we niet door kunnen. We zijn te hoog en te breed. We keren met de nodige moeite en dwalen door het dorp. Tot we twee mensen tegenkomen en hen vragen waar we het strand kunnen vinden. Daar gaan zij zelf toevallig ook heen, we moeten achter hen aan rijden. En zo kwam alles nog goed. We staan weer op een strand, bij een taverne en een zee met een heerlijke temperatuur. Alleen het strand en de zeebodem zijn minder fraai. Veel troep en zelfs hier en daar een kwal. Wat drinken bij de taverne kan tot een uur of vijf, dan gaat de boel dicht. En we hadden er nog wel willen eten vanavond. Dat eten regelen we dus maar weer zelf. Daarna gaan we aan de borrel met de Belgische buren Mark en Christine. Zij reizen rond met een Jeep met daktent. Gezellige mensen en aan gespreksstof geen gebrek. Voor we er erg in hebben is het bedtijd. 

Zondag 16 en Maandag 17 september

We zakken langzaam maar zeker af naar de Peloponnesos. Vandaag een korte route naar de zuidkust van "het vaste land". Van Molos naar het dorp Galaxidi. Een mooie rit door een bergachtig landschap. Een goede weg, heerlijk rustig en mooie vergezichten. Even voor Galaxidi komen we borden tegen van Delphi, van het beroemde Orakel. Zeker een bezoek waard, maar dan moet het niet zo warm zijn. Daar in de buurt is het dik boven de dertig graden als we er langs komen, dus we besluiten om door te rijden. Het toetje van de rit is de afdaling naar het kiezelstrand even buiten Galaxidi. Een kleine baai, waarlangs zo'n tien oude caravans permanent zijn geparkeerd. En vandaag veel auto's van Grieken die komen zwemmen. Ondanks het gebrek aan welke voorziening dan ook, is het er best gezellig. We staan weer pal aan de zee. Er wordt hier veel gesnorkeld, de zee is kraakhelder en voorzien van fraaie visjes. Tegen de avond blijven we met drie campers over. En met wat vissers, die met bootjes in de weer zijn. 

Op maandag gaan we echt naar de Peloponnesos. Via een fraaie kustweg richting de tolbrug naar Patras (€13,50). Dan opnieuw langs de kust naar het zuiden. We stoppen in de buurt van het dorp Kalogria. In 2010 en 2011 zijn we ook op de Peloponnesos geweest en toen ook in Kalogria. Vlak aan het strand zijn er drie parkeerplaatsen bij strandtenten. Toen gezellig druk met campers, nu enkel wat auto's en verbodsborden voor campers cq er te kamperen. Alle strandtenten zijn nog open en mogelijk speelt dat ook een rol. Vlakbij zit een "camper-camping" met de fraaie naam Camperstop. In 2011 zijn we hier een keer langs gewandeld. Toen was het een gesloten en vervallen camping. De boel is nu wat opgeknapt. Met een winkeltje, loospunten, koude douches en wifi. Dat kost twaalf euro zonder stroom; vinden we aardig aan de prijs, maar we doen het er voor. Het strand ligt op vierhonderd meter lopen. En dat waren we anders gewend de afgelopen dagen.

Dinsdag 18 september

Gisteravond om een uur of acht werd het plotseling druk op de camperplek. Een achttal campers kwam achter elkaar binnen rijden, in het pikdonker. Allemaal aan het einde van de middag met de boot in Patras aangekomen. Of het aan die campers lag weten we niet, maar 's ochtends bleek de stroom uitgevallen. Geen stroom, dan ook geen water hier, douches die het niet doen, toiletten die niet doorgespoeld kunnen worden, geen wifi enzovoort. Nog al wat Oosterburen waren "nicht froh". Wij gaan weer rijden en moeten eerst tanken. Tot twee keer vangen we bot: de stroom is uitgevallen! Ergens op weg naar de grote plaats Pirgos kunnen we gelukkig nog net op tijd aan diesel komen. In Pirgos zelf vinden we met wat moeite een Lidl. We slaan een voorraad van alles en nog wat in, behalve verse groente. Dat assortiment is hier minimaal, dat valt echt op. En de prijzen liggen hier een stuk hoger dan bij ons in Nederland. Na Pirgos rijden we vijftien kilometer verder, naar de havenplaats Katokolo. Daar stroomt net een enorm cruiseschip leeg. Mensen die allemaal gaan shoppen, eten en drinken in de drie winkelstraatjes. En wij shoppen mee, alleen de prijzen liggen wat boven ons budget. De camper staat in de haven in de brandende zon. Tegen twee uur zijn we uitgekeken en we besluiten om de zee op te zoeken. We herinneren ons nog een fraaie camperplek in de buurt van het dorp Kilini, dertig kilometer terug. We moeten er lang naar zoeken, maar dankzij een tien jaar oude Duitse campergids van de beroemde mijnheer Schulz, komen we op de goede plek terecht, Vlakbij het vakantieresort Robinson Club en Camping Melissa. Een fraai strand, een aardige strandbar en een verbodsbord voor campers. Met twaalf stuks is het er aardig vol. We vinden nog een aardige plek en gaan weer zwemmen. Vooral om af te koelen: daar zijn we hard aan toe.   

Woensdag 19 en Donderdag 20 september

We gaan weer negentig kilometer naar het zuiden, naar het "bos van Elea". We zijn er al vroeg en hebben gelijk een luxeprobleem; het vinden van de juiste plek uit alle mogelijkheden. We denken dat er zo'n vijfentwintig campers staan, en dat lijkt weinig voor zo'n prachtplek. We willen zon, schaduw, ruimte voor de schotel, een beetje privacy, niet te ver van het strand en in de buurt van een waterkraan. En die plek vinden we. En tot onze verassing zijn de twee waterkranen in de buurt voorzien van in bomen geschroefde douchekoppen. Koud, maar bij temperaturen van boven de dertig graden, heerlijk. Voor de wifi moeten we naar de naburige taverne: wat dat betreft is het hier "middle of nowhere". Op donderdagmorgen gaan we eerst wandelen. Langs de zee het bos uit, en dat is zo'n drie kilometer. Het valt ons op hoe weinig campers er eigenlijk maar staan. Zeven/acht jaar geleden was het hier veel drukker. Verder is er weinig veranderd hier. Zelfs de boer hier vlakbij knalt nog steeds om het uur de kraaien van zijn land. In de avond gaan we eten bij de taverne vlak in de buurt. Nog steeds dezelfde eigenaar en het is er gezellig druk. Als we de uitgebreide menukaart hebben we bekeken, krijgen we te horen dat het "mousaka-avond" is. Aan de mousaka dus: met Griekse salade, brood en drank zijn we vijfentwintig euro kwijt.

Vrijdag 21 en Zaterdag 22 september

De afgelopen dagen zijn we met de terugreis bezig geweest. We hebben geen zin om over de Balkan terug te reizen en hebben de boot geboekt van Igoumenitsa naar Ancona in Italië. Als de betaling goed is gegaan wordt dat 7 oktober. Tot die datum moeten we nog een reisplan maken. Maar eerst zwemmen in de zee: het is alweer een bloedhete dag.

Op zaterdag komt er en beetje leven in het bos van Elea. Jonge stelletjes met een auto en een tentje komen hier het weekend doorbrengen. Waar overigens niemand last van heeft: ruimte genoeg en vooral aandacht voor elkaar. We hebben ondertussen het Elea-ritme wel te pakken. 's Ochtends wat rommelen, wandelen of fietsen, zwemmen, eten bij de camper en weer zwemmen. Verder af en toe  een praatje ergens in het Engels of Duits. Niet in onze eigen taal: we hebben nog geen Nederlander gezien hier.

Zondag 23 en Maandag 24 september

We proberen een aardige wandeling te maken. Deze keer niet het bos door, maar de kant van het dorp op. Nou ja dorp, een vervallen stationnetje, twee tavernes, een paar huizen en een aardige kerk. Helaas hermetisch afgesloten. Dat alles voorbij, zit je zo maar midden tussen de olijfbomen. Aanvankelijk nog over een karrespoor en als die ophoudt, wordt het dwalen tussen die eindeloze boomgaarden. We gaan maar terug en zoeken het strand weer op: het is al weer bloedheet. In de loop van de avond vertrekt de jeugd weer uit het bos en hebben de oudjes het rijk weer alleen.

We zijn helemaal uitgerust in Elea en besluiten om op maandagmorgen de bewoonde wereld weer op te zoeken. Tien kilometer verder naar het zuiden ligt het dorp Kalo Nero. Een vakantiedorp met langs de zee terrassen en appartementen. En aan het einde een parkeerplaats waar een tiental campers staan. Jaren geleden zijn we hier ook geweest, toen was alles al gesloten. Nu zijn er nog toeristen en is bijna alles nog open. Staan de campers keurig met de neuzen naar de zee, komt er een Italiaan naast ons en die zet zijn camper met de kont naar de zee. Met als gevolg dat onze toegangsdeuren pal tegenover elkaar zitten. En groeten is er niet bij. Helaas hebben we geen stranddouche in de buurt. Wim gaat naar het kerkhof een eindje terug voor een grote fles water. Roept hard "kalispera", maar krijgt geen antwoord. Een fles vullen met water is hier dus geen probleem.

Dinsdag 25 september

Dag twee in Kalo Nero. We wandelen nog een keer het dorp door en drinken koffie bij het oude stationnetje. Er loopt hier langs de hele kust een spoorlijn en die wordt al jaren niet meer gebruikt. Elk dorp heeft dus een station. De meesten zijn vervallen, een enkele is gerestaureerd. Ze zouden, net als in Spanje, van die spoorlijnen een fietspad moeten maken. Gaan de Grieken zelf misschien ook nog eens fietsen. De rest van de dag rommelen wat in en rond de camper. En aan het einde van de middag gaan we aan de drank op een terras: aan de retsina, de beroemde Griekse wijn. Witte wijn met "een vleugje hars". Volgens ons zou het ook een vleugje verschroeide snor kunnen zijn. Ondertussen is het gaan waaien, en hard ook. Met als gevolg steeds hogere, bulderende golven. De zonsondergang is nog fraai, maar het weer voor morgen is erg onzeker.

Woensdag 26 september

De nacht was, zoals dat zo mooi heet, nogal onstuimig. Enorme windvlagen en een forse regenbui. En hadden we gisteren nog een redelijk vlak strand voor onze neus, vanochtend lagen er hoge stapels keien: uit de zee het strand opgeworpen. Wij gaan weer zeventig kilometer naar het zuiden, naar de wat grotere plaats Pylos. Onderweg eerst naar de Lidl, bij Kiparissia, daarna nemen we bij Agrili de afslag naar zee. Daar staat een beroemd sprookjeskasteel. Groot, veelkleurig en volgens ons pas geverfd. Komt zo uit een sprookjesboek en kinderen zullen het prachtig vinden. Ooit gebouwd door ene Dr. Harry Fournier om de mensheid weer tot het besef te brengen om de blik op de dromen van het leven te richten. Of zoiets. Mijnheer Fournier woont er niet meer, het kasteel staat leeg. De weg er naar toe is bar slecht. We parkeren de camper  ergens halverwege. Als we na het bezoek terug willen rijden, zitten we plotseling helemaal vast in de natte blubber. We kunnen geen kant meer op. Gelukkig komt er net een aardige man aan op een bromfiets, die duidelijk maakt dat we niet weg moeten gaan, hij komt zo terug met de tractor. Hij is snel terug en we worden achterwaarts uit de klei getrokken. Hij wil er niets voor hebben, maar met wat moeite kunnen we tien euro aan hem kwijt. Het schoonmaken van de camper en de schoenen kunnen we zelf gelukkig. We rijden verder naar Pylos. Onderweg hebben we regelmatig een bui regen, maar eenmaal in Pylos is het gelukkig droog. Het centrum van Pylos is vooral één groot plein met terrassen. Verder valt het wat tegen. Het beroemde kasteel hier hebben we zeven jaar geleden al eens bezocht en slaan we nu over. Verder is er een havenpier. Met heel veel auto's en een paar campers. Wij gaan er tegenover staan bij de weg naar de jachthaven. En zowaar, we komen sedert tijden weer een paar Nederlandse campers tegen.    

Donderdag 27 en Vrijdag 28 september

Het is vroeg dag in de haven van Pylos. Als we de gordijnen open doen zien we grote bussen om ons heen. Waarschijnlijk excursies naar het kasteel. We pakken in en maken een rondrit. Het is er echt weer voor: zwaar bewolkt en erg veel wind. Eerst een bergrit van Pylos naar de grote stad Kalamata. Daar is het erg druk. Na een aardbeving in de jaren tachtig, bestaat het centrum uit twee delen. Het oude, gerestaureerde deel en een nieuw winkelcentrum met erg luxe winkels. Weer eens iets anders dan een stil strand met een paar campers. Daarna gaan we opnieuw door de bergen terug naar de kust. Via Kalo Nero rijden we door naar het bos van Elea. Tussen de bomen heb je hier minder last van de wind en, daar komen we voor, de zon schijnt volop. Weer zwemmen in de zee en heerlijk douchen onder de boom. 's Avonds zien we op de tv dat er zich in de buurt van Griekenland een enorme depressie aan het ontwikkelen is. We maken ons een beetje ongerust.

In de nacht van donderdag op vrijdag begint het enorm te waaien. De wind giert door de bomen. Als we opstaan waait het nog steeds hard. Maar de zon schijnt volop en het is binnen de kortste keren weer vijfentwintig graden. We gaan aan het werk. Er moet kleding gewassen worden en ook de camper nemen we onderhanden. Water genoeg hier, dus we leven ons lekker uit. Tegen drie uur komen er zware wolken overdrijven en het begint te regenen. De wind is helemaal gaan liggen, het voelt wat onwerkelijk aan. Dan komt er een auto langs rijden van een Duitser die hier al lang staat. We worden geadviseerd het bos uit te gaan: er is zeer slecht weer op komst en een aantal bomen zullen dat niet overleven. En als we pech hebben de camper dus ook niet. We wijken uit naar het voetbalveld bij het begin van het bos. Geen bomen daar en enigszins in de luwte van een grote container. Het is nog steeds windstil en het houdt op met regenen. We duiken de taverne hier in de buurt in en gaan aan de retsina. Kunnen we gelijk deze site bijwerken. We zijn benieuwd wat voor avond en nacht we voor de boeg hebben.

Zaterdag 29 september

We hebben slecht geslapen de afgelopen nacht. Het was windstil, af en toe een bui regen, en wat verderop het bulderen van de zee. En wij maar wachten op al het voorspelde onheil, dat gelukkig uitbleef. 's Ochtends vertrekken we uit Elea en gaan naar het noorden. Voor ons gevoel is de terugreis voor het Griekenlanddeel van deze reis begonnen. Volgende week zondag moeten we in de haven van Igoumenitsa zijn voor de overtocht naar Italië. Als we gaan rijden begint het weer te regenen en krijgen we af en toe een flinke windvlaag voor de kiezen. Onderweg besluiten we om de camperplek in Kalogria weer op te zoeken. Daar heb je stroom en wifi: dat maakt het leven in een camper bij dit weer een stuk aangenamer.

Zondag 30 september

De zondag is een droge, maar bewolkte dag. De temperatuur blijft steken op twintig graden. Boven de zee zien we stukken blauwe lucht, maar die willen niet dichterbij komen. We besluiten om nog maar een dag hier te blijven. Eerst 's ochtends een koude douche, daarna een wandeling door het moerasgebied. En via het strand terug. Half september, toen we hier ook waren, was het nog een gezellige boel bij de vier strandtenten, nu wordt alles afgebroken en opgeruimd. Het seizoen is hier ten einde. In de middag proberen we wat cultuur op te snuiven. Er staat hier in de buurt een pittoresk kerkje. Maar helaas zit de deur op slot. Een eind verder staat een ruïne van een oud kasteel. Een heel eind verder, zo blijkt. Na vier kilometer lopen geven we het op en gaan terug; de volgende keer beter.  

Maandag 1 en Dinsdag 2 oktober

We verlaten de Peloponnesos en rijden naar het noorden. Via de tolbrug bij Patras rijden we weer het "vaste land" op. Links af langs de kust, zoeken we de "camperplaats" in het gehucht Kryoneri op. We komen weer terecht in een mooie baai met een heel lange strook kiezelstrand, voorbij het haventje. Er staan zo'n acht campers: vijf Duitsers en, met ons er bij, drie Nederlanders. Een prachtplek; op de insecten na dan. Vliegen, wespen en zwermen klein spul. Zo tot een uur of vijf, dan hebben ze kennelijk de dag er op zitten. Het haventje lijkt armoe troef. Twee tavernes die nog open lijken en de rest is gesloten. Geen idee hoe lang al, maar er is geen toerist meer te bekennen. En het weer? Een stralende dag, volop zon met boven de bergen van de Peloponnesos in de verte, wat wolken. En daar hebben we geen last van. 

Ook op dinsdag blijven we nog plakken hier. Het weer is nog fraai. Wat wandelen, fietsen en zwemmen. En we ontdekken nog een stranddouche een eindje verder. De watertank is weer gevuld en we zijn zelf weer helemaal schoon. We hebben uitzicht op Patras, met de haven waar de grote ferryboten aan en af varen. Dus als we even niets te doen hebben, zitten we bootjes te kijken. 

Woensdag 3 en Donderdag 4 oktober

In de nacht van dinsdag op woensdag worden we regelmatig wakker door het geblaf van de vier grote honden die hier rondlopen. Geen idee waarom juist deze nacht. Mogelijk omdat het is gaan regenen. En die regen gaat door tot een uur of twee in de middag. Het is een natte boel als we naar het noorden gaan rijden. Een rit vol afwisseling. Een Lidl, heel veel leegstaande bouwvallen, lelijke dorpen, mooie bergen, een stukje mooie snelweg en wegdelen waar dertig kilometer per uur het maximum is. En een vervelend paaltje wat we tegenkomen bij een moeilijke draaimanoeuvre. Met als gevolg een beschadigde hoek van de achterbumper. Hebben we weer wat te doen als we thuis zijn. De gekozen bestemming voor vandaag heet het dorp Mitikas of Mytika. Een eindje buiten het dorp ligt weer een prachtige baai, met daar midden in een eiland met twee bergen, met de naam Kalamos. Opnieuw een langgerekt kiezelstrand, met een paar campings. Allemaal gesloten, behalve een soort camperplaats. Met bomen, waar wij met onze camper nooit onderdoor kunnen. Er staat één busje. Wij parkeren ergens langs het strand en komen de Duitse buren weer tegen waar we de afgelopen twee dagen naast gestaan hebben. Later komt er nog een Engelse camper bij. Wij maken een wandeling naar het dorp. Een gezellige havenplaats met veel horeca, winkeltjes en appartementen. Gezellig als er ook mensen op de been zijn. Maar die mensen zijn er niet meer, het dorp is uitgestorven en er is veel gesloten. Het seizoen is hier al lang voorbij. 

Op donderdagmorgen verlaten we Mitikas. Het is niet helemaal onze plek, ondanks het fraaie strand en de baai. En dat is soms lastig te omschrijven; het is een kwestie van gevoel. We rijden over een prachtige kustweg naar het noorden, langs het "eiland" Lefkas. Dat slaan we deze keer over. We stoppen in het dorp Ammoudia. Pal aan zee, zo'n zestig kilometer onder de haven van Igoumenitsa. We staan aan een prachtige baai, met vier fraaie zeiljachten, een haventje met rondvaart- en vissersbootjes, en een parkeerplaats met zo'n tien campers. En op het strand is het een gezellige boel. Een grote groep met wat oudere Griekse dames is bijna de hele dag aan het badderen. En kletsen natuurlijk. Ook wij gaan weer de zee in. En daarna onder de stranddouche. Voor in de avond gaan we eten bij de taverne waar op dit moment iedereen naar toe gaat. Ook daar is het gezellig druk met vooral camperaars. De namen van de gerechten die we gegeten hebben, zijn we al weer vergeten. Wel dat we vooraf Ouzo gedronken hebben en Metaxa aan het einde. 

Vrijdag 5 oktober

We blijven nog een dag in Amoudia. Als we opstaan schijnt de zon uitbundig. Zwemmen dus en fietsen. Helaas komen er in de loop van de dag steeds meer wolken en op het strand blijft het dan ook erg rustig. Na de middag gaan we fietsen door het wat saaie achterland. Ergens, vijftien kilometer verder, moet een waterval zitten. Daarvoor moet je een berg op en die is te stijl voor onze gewone fietsen. Dat gaan we morgen doen met de camper. Terug bij de camper gaan we weer zwemmen. En opnieuw eten bij de taverne. En daar is het ook al veel minder druk dan gisteren. Dus nog wel Ouzo vooraf, maar Metaxa na is er vandaag niet bij.

Zaterdag 6 oktober

We gaan wat aan "sightseeing" doen vandaag. Als eerste bezoeken we de plaats Parga, twintig kilometer verder, pal aan zee. Het is er razend druk met toeristen. Veel Engelsen, maar we horen ook Nederlanders. De hele plaats is gericht op toerisme. Na alle stille stranden en baaien leuk om een keer door te lopen. Vervolgens gaan we een stukje het binnenland in, op zoek naar de "Acheron Springs". De Acheron is een beroemde rivier, al genoemd in de Griekse oudheid, en mond uit in de zee bij de camperplaats van Amoudia. De Acheron Springs zijn de watervallen van waaruit de rivier ontstaat. We komen uit op een groot terrein waar we de camper kunnen parkeren. Je kunt er paardrijden, raften en kajakken; alleen nu niet meer. Het seizoen is hier afgelopen. Er loopt een pad langs de rivier, waar het water doorheen raast. Dat pad houdt ergens op en om bij de watervallen te komen, moet je door de ijskoude rivier lopen. Dat doen we vandaag maar niet en we houden het verder voor gezien. Voor de laatste nacht hier in Griekenland gaan we terug naar Amoudia, waar "onze" plek nog vrij is. Hebben we de hele dag prachtig weer gehad, hangt er uitgerekend boven Amoudia een dikke wolk. Even niet de zee in deze middag.

Zondag 7 en Maandag 8 oktober

Uit die dikke wolk van gisteren is het gaan regenen. En dat blijft het doen zolang we in Amoudia blijven. Ver weg boven de zee onweert het flink. We hadden voor vandaag een boottocht afgesproken over de rivier de Acheron. Vanwege het weer is die uitgesteld naar morgen; maar dan zijn we er niet meer. In de loop van de middag gaan we naar de haven van Igoumenitsa. En daar schijnt de zon volop. Tickets halen, een rondje haven lopen, koffie drinken en dan uiteindelijk in de rij voor de boot. Die komt keurig op tijd aan, na Boer zoekt Vrouw, en na een uur varen we de haven al weer uit. Daar merken wij eigenlijk al niets meer van, we zitten dan al op onze kamer. Twee eenpersoons bedden, een tafeltje en stoel en een "natte hoek", met douche, toilet en wastafel. Het heeft wel wat weg van de indeling van een camper.

Het slapen valt nog niet mee op zo'n mooie boot. Harde matrassen, frisse lucht enkel uit de airco en continue het zoemen en trillen van de motoren. Niet dramatisch allemaal, maar geef ons onze eigen camper maar. We hebben geen haast: uitgebreid douchen en we ontbijten op de kamer. Na het verkennen van de boot vinden we een aardig terras op het bovenste dek. Uit de wind en in de zon is het er goed toeven. Waarmee het lange wachten begint. Wat drinken, eten, lezen, puzzelen en af en toe een rondje lopen. De boot heeft "Free Wifi", maar dat werkt niet op de telefoon van Wobbie en de laptop van Wim. Zo tegen half drie zijn we in de haven van Ancona. Het duurt even voor we de boot af zijn en de haven van Ancona uit. De hele boot moet leeg, achter elkaar langs de douane en het haventerrein af. Een hoop gedoe. We hebben geen zin om nog ver te rijden en zoeken een camperplaats op die twintig kilometer verder in het binnenland ligt. Het dorp heet Offanga en heeft een keurige gratis camperplaats. Alleen de stroomvoorziening doet het vandaag even niet. Er staan nu drie campers, waarvan er twee geparkeerd zijn; alleen die van ons is bewoond. Het dorp is erg oud. Met een kastelencomplex, twee kerken en fraaie huizen. Prachtig gerestaureerd. Alleen is alles nu gesloten, mede omdat het maandag is. Ook hier nog veel zon, hoewel de temperatuur niet boven de twintig graden uit komt.

Dinsdag 9 en Woensdag 10 oktober

De afgelopen nacht was het in Offanga erg stil, we hebben dus uitstekend geslapen. Na de gebruikelijke huishoudelijke werkzaamheden gaan we weer op pad. We gaan naar de Toscane, richting Siena. We zitten al snel op een vierbaansweg. Met heel veel tunnels, mooie en heel slechte stukken. En over het hele traject wordt aan de weg gewerkt. Of werd aan de weg gewerkt, vandaag in elk geval niet. We hebben een camperplek uitgezocht in de plaats Lucignano, veertig kilometer voor Siena. Een groot grasveld aan een drukke weg, met stroom en water. Allemaal voor niks. En niet onbelangrijk, het is hier prachtig weer. Het stadje ligt wat hoger op een heuvel, met ook hier weer veel hoogteverschillen. Weer erg oud, maar prachtig onderhouden cq gerestaureerd. En leegstand leidt hier niet tot verval. We slenteren op ons gemak het dorp door, bekijken een kerk en eten ergens ijs. Echt Italiaans ijs, net zo lekker als van Talamini in Deventer. Terug bij de camper ontdekken we dat ook onze tweede gasfles bijna leeg is. In de telefoon van Wobbie staat nu in het Italiaans: kunt u deze gasfles vullen? Gaan we morgen de benzinestations mee langs.

We hebben een route uitgeplozen met veel benzinestations. En die moeten dus ook LPG (hier GPL) hebben. De eerste komen we na vijftien kilometer tegen. Bij de pomp komt een oud mannetje aangelopen, iets jonger nog dan Wim. Wobbie laat de tekst op telefoon zien en Wim de gasfles met de adapters die we hebben. De "Duitse" adapter wordt uitgekozen en binnen de kortste keren hebben we achttien liter LPG in de fles zitten. Voor twaalf euro, exclusief fooi: man blij, wij blij. Het vervolg van de route is prachtig. Dwars door de Toscaanse heuvels. Prachtige dorpen en dito vergezichten. Uiteindelijk komen we bij de zee uit. De camperplaats die we uitgezocht hebben vinden we helemaal niks. Een parkeerplaats bij een kerk, onder de bomen en vol personenauto's. Gratis, dat dan weer wel. Overigens zijn er camperplaatsen genoeg hier langs de kust, maar bijna allemaal voor zo'n twintig á dertig euro per nacht. En dat vinden we veel te veel. Uiteindelijk komen we terecht in de plaats Cécina, dertig kilometer onder Livorno. De wijk aan zee heet Cécina-Mare. We staan op de parkeerplaats van een enorm waterpark. Nu gesloten, op het terrein zouden honderd campers kunnen staan voor acht euro per nacht. Maar nu even niet. Op één parkeerstrook na is het hele terrein bezet door caravans en erg luxe woonwagens van kermisexploitanten. Kennelijk om hier te overwinteren. Onze camper is de enige. Op de fiets gaan we de omgeving verkennen. Proberen te internetten bij een McDonalds, wat niet lukt, en fietsen langs de weg die parallel loopt langs het strand. Het is er erg rustig en veel zaken zijn gesloten. Mogelijk vanwege het weer. Na een stralende ochtend trekt het in de loop van de middag helemaal dicht.

Donderdag 11 en Vrijdag 12 oktober

Twee totaal verschillende dagen. Op donderdagmorgen regent het. Regen die in de loop van de dag over gaat in stort- en hoosbuien. We rijden langs de kust naar het noorden. Over de tolweg, dat lijkt ons vanwege de enorme hoeveelheden hemelwater het meest veilig. Via Pisa en La Spezia komen we bij Genua, de stad van het ingestorte viaduct. Bij dat viaduct kun je uiteraard niet verder en worden we de haven ingestuurd. Dankzij de TomTom en een beetje mazzel komen we weer op de goede weg uit, aan de andere kant van het kapotte viaduct. Ergens bij de kustplaats Savona gaan we het binnenland in. Vijftig kilometer verder, bij het gehucht Giusvalla, hebben we een camperplek opgezocht. We moeten de bergen in, de weg wordt steeds smaller en slechter vanwege de massa water die naar beneden komt. De camperplaats blijkt met dit weer een onmogelijk te berijden grasveld. Dus gaan we terug naar de kust. Na onderweg getankt te hebben, één euro zestig voor een liter diesel, de normale prijs hier in Italië, stoppen we in de kustplaats Celle Ligure. Op een grote mix-parking bij het stadion, met speciale plekken voor campers. Je kunt er lozen en water innemen, allemaal voor niks. Zo tegen de avond staan er zes campers op een verder leeg terrein. Ook hier sporen van wateroverlast. En het is een rumoerige plek vanwege het verkeerslawaai van de tolweg die er vlak langs loopt.

De vrijdag ziet er gelukkig weer heel anders uit: het is droog! We hebben besloten om dwars door de Alpen naar huis te rijden. We hebben een camperplaats in de Franse stad Barcelonnette op het oog. Na opnieuw een stuk tolweg komen we op een prachtige tweebaansweg en rijden via Cuneo en Vinadio de "Colle della Maddalena" op (of Col de Larche in het Frans). Tweeduizend meter hoog en geweldig om te rijden; als je tenminste geen haast hebt. De grens tussen Italië en Frankrijk ligt precies op de top van de col. En hoewel het er maar twaalf graden is, schijnt de zon volop. En dat blijft de rest van de dag zo. Na de afdaling komen we aan in Barcelonnette, waar we de camperplek proberen te vinden. En dat lukt niet; we moeten weggetjes in waar we met de camper niet in durven. Via de NKC app vinden we een camperplek vijftig kilometer verder, in de buurt van een meer. Dat meer is het Lac de Serre Poncon, we zijn er jaren geleden al eens geweest. We moeten er helemaal omheen en ook dat is een leuke rit. Erg rustig nu, ook hier is het seizoen al lang voorbij. Het enige wat we nog herkennen is de lange brug, waarmee een hoek van het langgerekte meer afgesneden wordt. Tien kilometer verder ligt het dorp Chorges met een fraaie camperplek. Met water en je kunt er lozen. Dat kost vijf euro en dat wordt aan het einde van de middag opgehaald wordt door een politieagent. Bovendien een aardig en oud dorp met veel winkeltjes en restaurants. En natuurlijk een oude kerk, gewijd aan Sint Victor. Zo wordt ons verteld door een aanwezige Jehova's getuige. Via een tab worden we gewezen op een adres in Amsterdam, in de buurt van Artis, voor nog meer inspiratie. Ondertussen is Wobbie gevlucht naar het Maria altaar. Vrouwen onder elkaar.

Zaterdag 13 oktober

Onze laatste Alpenrit. Van Chorges via Gap, Aspres, Col de Cabre, Die en Crest richting Valence. Weer een prachtige rit door een fraai landschap. We stoppen eind eindje voor Valence in het dorp Hauterives en staan op een camperplaats bij een sportcomplex (zeven euro). Min of meer bij toeval ontdekken we dat dit dorp wereldberoemd is in Frankrijk. Hier heeft een Franse postbode, Ferdinand Cheval (1836-1924), zijn "Palais Idéal" gebouwd. Een fantasiepaleis zo uit een sprookjesboek: iets tussen kunst en kitsch in. Het heeft de afmetingen van een villa en is daarmee goed te overzien. De inspiratie voor dit bouwwerk kwam voort uit het werk van Cheval als postbode en een rijke fantasie. Als postbode putte hij ideeën uit het landschap dat hij dagelijks doorkruiste en uit de geïllustreerde tijdschriften en ansichtkaarten die hij bezorgde. Behalve het paleis bestaat het complex uit een museum en een shop. En het is er erg druk met bezoekers. We hebben het idee dat het hele dorp leeft van de nalatenschap van Ferdinand Cheval. Tot slot lopen we nog naar het kerkhof een eind verder. Daar ligt Ferdinand en zijn familie begraven in een graftombe die hij in de laatste jaren van zijn leven zelf ontworpen en gebouwd heeft. Helemaal passend bij de stijl van het Palais Idéal.

Zondag 14 oktober

Vandaag beginnen we echt aan de terugreis. Het is goed weer om te rijden: wat zon, wat wolken en een temperatuur van rond de twintig graden. En het is relatief rustig op de weg. Geen grote vrachtwagens vandaag, wel personenauto's, campers en Poolse vrachtwagentjes. Een enorm aantal: we hebben geen idee wat die vervoeren op zondag. We vermijden de tolwegen en dat maakt het rijden erg afwisselend. We hebben een camperplek uitgezocht even onder Nancy. Als we er tegen vijf uur aankomen, blijkt die gesloten. Een voormalige camping, nu dus camperplaats, maar vandaag dus even niet. Een alternatief ligt twintig minuten verder in het dorp Haroue. Het dorp zelf stelt weinig voor en moet het vooral hebben van een groot kasteel. Ook al gesloten vandaag. Voor dat kasteel ligt een soort park en aan de zijkant daarvan mag je je camper parkeren. Geen voorzieningen en gratis. We staan weer moederziel alleen. Tot zonsondergang spelen er nog wat kinderen in het park, daarna wordt het erg stil.

Maandag 15 en Dinsdag 16 oktober

Na een stille nacht in Haroue is het vroeg dag daar. Al voor zeven uur rijden er auto's langs het park. Het is maandagmorgen; Frankrijk gaat weer aan het werk. Ook wij gaan weer rijden. Via Nancy naar Luxemburg, waar we tanken voor één euro achttien voor een liter diesel. Daarna België door, via de snelweg door de Ardennen. Het asfalt is vernieuwd en het is er erg rustig. Het rijdt heerlijk. Dan Luik door, altijd weer spannend, maar deze keer geen enkel probleem, ondanks een haperende TomTom. Na Maastricht gaan we richting Eindhoven. Uiteindelijk stoppen we op het Roompot vakantiepark "De Katjeskelder" in Oosterhout. Daar staat onze dochter Eelke met man en kinderen een caravan uit te proberen. Met een camper mag je op de parkeerplaatsen voor auto's staan. Dat kost veertien euro per nacht, zonder stroom, maar met gebruik van de verdere voorzieningen van het park. We worden uitgelaten ontvangen en voor we er erg in hebben zitten we volop in het campingleven.

De dinsdag staat vooral in het teken van de twee kleinkinderen. Prutsen met dennenappels, kastanjes en eikels, naar de speeltuin en uiteraard zwemmen. En na de disco van Koos Konijn gaan we met z'n allen aan de pizza's. Wat het weer betreft was het nog een prachtige dag. Veel zon en een heerlijke temperatuur. Een mooie afsluiting van deze reis: morgen de laatste etappe.

Woensdag 17 oktober

De laatste etappe dus. We worden gewekt door onze kleindochter Tessel. Die komt ontbijten, even later gevolgd door Luca, haar broer. Wij hebben nog toastjes en die zijn veel lekkerder dan een boterham. Als ze uitgegeten zijn, zijn wij door de toastjes heen. Na het ontbijt nemen we afscheid en gaan rijden. De anderen blijven nog even, de voortent van de caravan is nog niet droog. Na een uur rijden zijn we in Schijndel, bij De Wit. Eigenlijk een beetje zonde van de tijd want wat we zoeken kunnen we er niet vinden. De broodjes gezond waren er overigens heerlijk. Zo tegen twee uur zijn we weer in Apeldoorn, waar de zon ook nog schijnt. De middag besteden we aan het uitpakken van de camper. Dat alles in een gezapig tempo. Om vervolgens tegen etenstijd even bij de Chinees op de hoek wat eten op te halen. Dat is in de loop van de jaren een traditie geworden: na een camperreis even langs de Chinees. Deze reis zit er weer op dus. Een bijzondere reis, weer eens iets anders dan Marokko en Portugal. We zijn op twee camperplaatsen geweest waar we ooit eerder geweest zijn, de anderen waren allemaal nieuw voor ons.

We willen alle volgers en iedereen die op de één of andere manier gereageerd heeft, bedanken voor de belangstelling en medeleven. Tot het volgende verslag van de volgende reis in 2019!    

Maak jouw eigen website met JouwWeb