Marokko 2020 deel 2

Vrijdag 28 februari

Een erg rustige dag. We rommelen wat in en rond de camper voor we weer aan een uurtje bejaardengym beginnen. Opnieuw in de vorm van een wandeling. Waar het eigenlijk te warm voor is. In de loop van de middag gaan we nog even naar het dorp voor wat boodschappen. Onder andere voor karnemelk. Die hebben we dit jaar ontdekt hier en is erg lekker. Het is erg rustig in het dorp; het is niet voor niets vrijdag. Bij de grote rotonde zien we het eerste spandoek met een officiële aankondiging van het tiende Amandelfeest. Dit jaar van 5 tot en met 8 maart. Dat feest willen we nog meemaken hier en daarna laten we het vervolg van de reis afhangen van vooral het weer.

Zaterdag 29 februari

Helemaal aan het einde van de camperplek staan al vele jaren enkele nomadententen. Eigenlijk niet meer dan moeizame bouwwerken van doeken en plastic zeilen. We hebben ooit begrepen dat de bewoners hier het voorjaar doorbrengen omdat er voedsel voor met name de geiten te vinden is. Als we er langs wandelen is kennelijk de kudde de hort op. Wel zit er in een omheind gedeelte een geitencreche. Geitjes die kennelijk nog te klein zijn voor de trektochten langs de bergwanden.

Na de middag gaan we op koffievisite bij Gerrie en Annie. Na de koffie gaan we over op iets anders, het wordt dan een borrelvisite. Tot we door een paar enorme windvlagen terug naar onze camper moeten om van alles in veiligheid te brengen. Zo snel als die windvlagen komen, zo snel zijn ze ook weer verdwenen. En gaan we op de fiets naar de hamam voor de gloeiend hete douches. Het is tenslotte zondag morgen.

Zondag 1 maart

De wandeling vanochtend gaat richting de camping in aanbouw. Die zou volgend jaar klaar moeten zijn. Maar er is niemand aan het werk en de vorderingen ten opzichte van een paar weken geleden zijn minimaal. De plaatsen, vierentachtig volgens verhalen, zijn wel gemarkeerd. Op zo'n plek past een camper, maar een luifel uitdraaien of stoelen naast de camper zetten, zal niet lukken. Dan zit je bij de buurman.

Omdat het zondag is gaan we eten. Bij het goedkope tajinerestaurant Ahrbil. Daar komen we weer twee bekenden tegen: Leen en Suus. Het is al weer even geleden dat we elkaar voor het eerst ontmoet hebben in Portugal. We gaan met z'n vieren aan tafel en hebben een heleboel bij te kletsen.

Aan het einde van de middag vieren we de overwinningen van Patrick Roest en Irene Wüst bij het schaatsen. Samen met Gerrie, Annie, Jan en Pieta. Een prima aanleiding om er weer een gezellige bijeenkomst van te maken.  

Campers in alle soorten en maten in het keteldal

Maandag 2 maart

Vandaag geen wandeling maar een fietstocht. Je moet het een beetje afwisselen. We gaan weer naar de Amandelvallei. Langs de doorgaande weg kom je allerlei afslagen tegen naar dorpjes met de meest fraaie namen. Op goed geluk nemen we een afslag. De naam van het dorp hebben we niet onthouden. Ook hier weer een goede toegangsweg die, naar mate je hoger tegen de bergwand komt, overgaat in eerst een pad van betonplaten en uiteindelijk ophoudt en een geitenpad wordt. Volgens een aardige oude man kunnen we verder, maar daar wagen we onze fietsen maar niet aan. We pauzeren bij een huis met een prachtige verzameling bontgekleurde deuren en tuingereedschap. Kennelijk van een kunstenaar of een creatieve doe-het-zelver. Misschien wel een soort museum. Helaas is er geen mens te bekennen en zit de deur dicht. Gelukkig hebben we de foto's nog. Na vijfentwintig kilometer zijn we terug in Tafraout, waar we spontaan besluiten bij het "zwembad" te gaan eten. Het is er druk met gasten en personeel. Die laatsten zijn vooral druk met het optuigen van tenten. Mogelijk in het kader van de festiviteiten het komende weekend. 

Gisteravond bleek het internettegoed van Wim (Maroc Telecom) op. En bij onze internetspecialist zitten zelfs de ijzeren deuren voor zijn winkel dicht. Dan maar naar het kantoor van Maroc Telecom. Het is er rustig en de ook daar aardige man regelt weer een maand internet.

Tot slot van de middag doen we nog wat boodschappen, met als afsluiting van weer een fraaie dag verse jus bij de Cremerie. Deze keer samen met Frank en Ria. We komen er altijd bekenden tegen. 

Dinsdag 3 maart

Een bloedhete dag vandaag, mede omdat er vrijwel geen wind was. Bij onze Belgische buren loopt de temperatuur op tot één en dertig graden. Wel op een Belgische thermometer. Wij beginnen weer met een wandeling. Deze keer naar een uitkijkpunt over de Amandelvallei, tussen twee bergwanden. Met uitkijkjes over de vallei, een aantal nomadententen en een deel van de camperplek. Terug bij de camper hebben we er precies vijf kilometer opzitten.

Na de middagpauze, in de schaduw van palmbomen, gaan we naar de markt voor groente, fruit en pinda's. En na verse jus gaan we onder de douche bij de hamam. Om tot slot nog wat potjes echte Marokkaanse crème in te slaan.

Een gevonden voorwerp: helaas onze maat niet.

Woensdag 4 maart

Eerst maar even het laatste nieuws: het Coronavirus is ook in Marokko aangekomen. Er verblijft nu één patiënt in een ziekenhuis in Casablanca. Hij zou het virus meegenomen hebben vanuit Italië. Als reactie hierop heeft de regering en/of de koning alle grootschalige festiviteiten afgelast. Dus ook het Amandelbloesemfeest hier in Tafraout het komende weekend. Het dorp is al versierd met vlaggen, de expositietenten staan al klaar en er werd een groot podium opgebouwd. Dat podium was de afgelopen jaren het centrale muziekmiddelpunt op de vrijdag- en zaterdagavond. En alleen dat podium was men vanavond aan het afbreken. We zullen zien wat er wel en niet doorgaat dit weekend.

Wij zijn vanochtend weer wezen fietsen, opnieuw de Amandelvallei in. Middels het beproefde concept. Je neemt een afslag richting een dorp en fietst door tot de weg ophoudt en overgaat in een geitenpad. Vandaag proberen we twee afslagen. Bij de tweede komen we bij een Bed en Breakfast, waar ze verse jus hebben. Behoorlijk aan de prijs, maar de sinaasappels moeten ook van ver komen.

Na de middagpauze komen we terecht op het "terras" van Gerrie en Annie. Het is opnieuw erg warm en de dames hebben weinig trek om te koken. Dus gaan we uit eten. Daar waar tot vorig jaar nog een bakker zat, zit nu een Marokkaanse snackbar: net geopend. En dat merken we aan de bediening. Van de vier bestelde menu's worden er drie opgediend, waarvan één verkeerde. De vierde was men vergeten. Misschien komen we er volgend jaar nog eens terug, als het personeel ingewerkt is.    

Nog maar eens een plaatje van de Amandelvallei.

Donderdag 5 maart

Alweer een erg warme dag. Eigenlijk te warm om te wandelen. We doen een moedige poging, maar meer dan drie kilometer zit er vandaag niet in. Na de middag loopt Wim nog even alleen naar een uitkijkpunt op een rots. Van daaruit heb je een fraai uitzicht op het keteldal met de campers die er staan. Tot slot gaan we weer onder de douche bij de hamam en gaat Wobbie nog een keer naar de kapper. We worden er ontvangen alsof we al jaren vaste klanten zijn.

's Avonds rond half acht is het oppassen geblazen buiten. De zon is dan al achter een bergwand verdwenen, maar beschijnt nog de toppen van de bergen in de verte. En heel af en toe, als de omstandigheden als luchtvochtigheid en dergelijke gunstig zijn, kleuren die bergkammen rood/roze. Een fantastisch gezicht, maar helaas dit jaar nog niet echt gezien. Maar vanavond wel een fraaie wolkenlucht aan de andere kant, achter ons.

Vrijdag 6 maart

Een heerlijke dag; gelukkig wat minder warm dan gisteren. Mede dankzij een lekker windje.

We hebben besloten om komende maandag verder te reizen. Via de grote plaats Guelmim willen we naar de kust. We zijn dan vijf weken hier in Tafraout geweest: een record. Nog niet eerder zijn we zo lang op één plek blijven hangen. Het vorige stond op vier weken, ook hier in Tafraout.

Na de wandeling in de ochtend, door het achterland van de camperplaats, gaan we in de middag, opnieuw te voet, naar het dorp. Een soort eerste afscheidstournee. In het dorp is men druk bezig de vlaggen op te ruimen. Waarmee duidelijk wordt dat het tiende Amandelbloesemfeest al is afgelopen nog voor het zou beginnen. Nogal sneu, is er één keer per jaar een feest in Tafraout, gaat dat niet door vanwege de dreiging van het Coronavirus.    

De camperplaats in het "Keteldal"

Zaterdag 7 maart

Het is weer tijd voor een fietstocht: nog maar eens naar de Blauwe Rotsen. En we nemen Annie mee, die is er dit jaar nog niet geweest. Gerrie zit nog zonder fiets, die staat nog bij de fietsenmaker voor reparatie. Hij past op de campers. Het is weer een leuke tocht en bij die rotsen kom je altijd wel wat bijzonders tegen. Deze keer een bekende: "onze" kapper uit Tafraout. Hij is een dagje uit met de familie. Er worden handen geschud en hij wil een selfie samen met Wobbie. Misschien wel voor een advertentie in het plaatselijke nieuwsblad. Ergens op zo'n blauw gevaarte zien we twee klimmers omhoog gaan. Engelsen, zo blijkt uit de taal waarin we begroet worden. Na vijfentwintig kilometer zijn we terug in Tafraout, waar we langs Restaurant Ahrbil gaan om er te reserveren voor vanmiddag.

Aan het einde van de middag gaan we er met z'n zessen eten. Een eenvoudige, voedzame, Marokkaanse maaltijd. En erg gezellig uiteraard. Als toetje gaan we aan de verse jus bij de Cremerie des Amis. Heeft die man ook een goede dag.

Zondag 8 maart

Onze laatste dag in Tafraout staat in het teken van het afscheid. Cor en Lia komen al vroeg langs, zij gaan vandaag al verder. Wij lopen een rondje over de camperplaats en nemen afscheid van Henk en Suze en Thole en Everdien. Daarna de laatste boodschappen  en de laatste jus bij de Cremerie, inclusief het afscheid. 

Voor in de middag is het rommelen geblazen. Water bijvullen, het vuile water er uit, de cassette leeg enzovoort.

Om half vier geven we een afscheidsreceptie. Met Frank, Ria, Gerrie en Annie; en de Oostenrijkers Toni en Annelies. Waarna we om een uur of vijf met z'n allen gaan eten bij Chez Nadia. We dachten Toni en Annelies te trakteren voor de heerlijke "knödelmahlzeiten". Daar denk Toni heel anders over. Tijdens het eten blijkt dat Annelies vandaag jarig is. Toni heeft een rugtas vol drank bij zich en bij het afrekenen is hij iedereen voor. Al met al een gezellige boel die vooral qua tijd een beetje uit de hand loopt. De geplande douche bij de hamam zit er niet meer in. Terug bij de camper pakken we alles in: klaar voor de volgende etappe morgen.

De geitencreche kwam vandaag weer langs.

Maandag 9 maart

We zijn er vroeg uit voor ons doen. Het laatste inpakwerk stelt niet zo veel voor. Het afscheid nemen kost meer tijd. Afscheid van Ria, Frank, Gerrie, Annie, Tony en Annelies. En de Franse buren uit Bretagne die we al jaren tegenkomen hier. Hele aardige Fransen, helaas verloopt de communicatie nogal moeizaam vanwege wederzijdse taalproblemen. 

Dan gaan we op pad. Via de route langs de Blauwe Rotsen de R107 op. En hoewel de weg in het begin erg smal is met veel rafelranden, is het landschap prachtig. Ergens bij het dorp Izerbi is de weg vernieuwd en wordt het landschap steeds fraaier. Veel bergop en uiteindelijk via een geweldige afdeling een vallei in. Kennelijk is er nog water voorhanden, het is er erg groen. De weg loopt door tot de N12, even voor het dorp Icht. Dat is de verbindingsweg van Tata naar Bouizakarne en Guelmim. En die weg kennen we en is daardoor voor ons veel minder spannend. In Guelmim maken we een tussenstop voor wat boodschappen bij de Marjane. Er staan drie campers en een paar auto's: als je rustig boodschappen wilt doen, moet je daar zijn. Vooraf hebben we overwogen om tegenover de winkel te overnachten. Het veld daar is echter helemaal leeg en het is er bloedheet. Op de TomTom zien we dat Sidi Ifni, aan de kust, nog een uurtje rijden is. Waar we uiteindelijk om vijf uur aankomen. Weer op Camping Tamhroucht, drie kilometer buiten het centrum. Een fraaie camping annex appartementen en hotelcomplex. De camping is volop in bedrijf, de rest zit in de "afrondingsfase". Onze angst voor een volle camping blijkt ongegrond. Het is er al erg rustig en er is ruimte te over. De grootste hausse aan campers is hier al voorbij.

Na de bloedhete douches gaan we aan de gebraden kip van de supermarkt Marjane. Alcoholische dranken zijn uit het assortiment gehaald, we hopen dat de gebraden kippen er nog lang in blijven. 

Dinsdag 10 maart

Ook in Sidi Ifni is het prachtig weer. Volop zon en hoge temperaturen, een windje vanuit de zee zorgt af en toe voor enige afkoeling. De ochtend wordt nuttig besteed. Kleding wassen, water bijvullen, fietsen weer rijklaar maken, een broodje halen enzovoort.

Na de middag gaan we op de fiets de stad in. Waar we een eigen verzonnen rondrit maken. Kennelijk zitten hier veel FC Barcelona fans. Nogal wat jongelui dragen die shirtjes en we zien graffiti met lofuitingen. Mogelijk heeft het verleden er nog iets mee te maken. Tot 1969 was Sidi Ifni een Spaanse enclave.

We rijden ook nog even langs de andere vier campings. Ook daar is de grootste drukte voorbij: er is nu overal plaats genoeg.  

Het benedenterras met achter ons een motel in aanbouw.

Woensdag 11 maart

Gingen we gisteren vanaf de camping linksaf naar de stad, vandaag gaan we rechtsaf. Op zo'n acht kilometer richting Tiznit ligt het strand van Legzira. Beroemd vanwege een natuurlijke boog waar je langs het strand lopend onderdoor kunt. Ooit waren er twee bogen, de mooiste is helaas ingestort een paar jaar geleden. Onderweg zien we boven zee een dikke mistbank hangen en die voorspelt niet veel goeds. Op de parkeerplaats bij het strand staan een aantal toeristenbusjes. Vol toeristen die een wandeling gaan maken naar de boog. Helaas is die nu niet te zien vanwege de dikke mist. Als troost gaan we aan de koffie op één van de vele terrasjes. Koffie die overigens nergens naar smaakt, maar dat zal niet aan de mist gelegen hebben.

Terug bij de camper is er van mist geen sprake meer. Het wordt weer een erg hete middag. Rond vijf uur is de temperatuur opgelopen naar één en dertig graden.  

Het strand van Legzira

Donderdag 12 maart

Drie dagen Sidi Ifni vinden we genoeg. We pakken in, gaan betalen en trekken verder naar het noorden. Dat betalen viel overigens erg mee: nog een zes euro vijftig per nacht, inclusief alle voorzieningen en een erg goede WiFi. Het doel voor vandaag is de camping in Sidi Wassay, pal aan de kust. Goed en wel op weg denkt Wobbie dat haar internettegoed op is. Ergens bij Aglou Plage besluiten we om door te rijden naar de grote stad Tiznit en daar op zoek te gaan naar een INWI winkel. Die vinden we snel en parkeren de camper "op z'n Marokkaans". Zo in de geest van hier moeten we zijn, neerzetten dus en de rest ziet maar dat ze er langs komen. En dan blijkt de INWI winkel op slot te zitten. Mogelijk vanwege moskee- of toiletbezoek. Uiteindelijk vinden we een aardige mevrouw in een ander winkeltje die weer een maand internettegoed in de IPhone stopt.

We rijden vijftien kilometer terug naar Aglou Plage en zien dat er wel heel veel plaats is op de grote camping daar. Wat verder, bij het hotel waar je ook kunt staan, zijn de fraaie plekken bezet. Dus rijden we toch maar door naar Sidi Wassay over een erg slechte "binnendoorweg". Op deze camping is het ook al rustig. Veel Fransen uiteraard, een aantal Duitsers en, met ons erbij, twee Nederlandse campers.

Vrijdag 13 maart

Gisteravond werd bekend dat na overleg tussen Spanje en Marokko er vanaf vandaag geen veerboten meer varen tussen beide landen. Dat allemaal vanwege het Coronavirus. Voor ons betekent dat dus, dat we Marokko niet uit kunnen. We hadden nog geen concrete plannen voor de overtocht, maar het voelt niet lekker. We zijn een stuk van onze vrijheid kwijt. Officieel moeten we op vijfentwintig april Marokko uit zijn, dan zitten onze drie maanden er op. Verlengen zou kunnen, maar is een hoop gedoe; we willen er nog maar niet aan denken. 

En vanmiddag hoorden we van onze buurvrouw dat waarschijnlijk vanaf vier april de boten weer gaan varen. Zo zullen de komende dagen er nog wel meer hele en halve geruchten de ronde gaan doen.

Voorlopig zitten we nog goed hier aan de kust. We begonnen bewolkt, waarna om half elf de zon er door kwam. De temperatuur wordt in toom gehouden door een windje uit zee. We hebben twee keer gewandeld vandaag. Vanochtend langs de rotskust. Met hier en daar een simpel vissersverblijf en wat mensen die van alles tussen de rotsen en uit de zee proberen te halen. Aan het einde van de middag lopen we een rondje door Sidi Wassay. En daar is niets moois aan. Veel lelijke blokkendozen en uitgestorven. Op een aantal honden na dan. 

Zaterdag 14 maart

Eerst maar even het laatste Coronanieuws: Spanje zit op slot. Er komt niemand meer in en er mag niemand uit. De grenzen zijn gesloten. Al zouden we Marokko uit mogen, Spanje komen we niet in. Wij proberen zo goed mogelijk de ontwikkelingen te volgen. Zo lezen we een aantal reisverslagen van "lotgenoten" en het Camperforum. En zijn er de verhalen die op een camping de ronde doen. Met als nadeel dat die vaak uit de derde of vierde hand komen. 

Wij zijn vandaag maar weer eens gaan fietsen. Zo'n zeventien kilometer verder ligt het gehucht Sidi Rabat, eveneens pal aan zee. Met twee luxe hotels, waarvan er één een simpele camperplek heeft ingericht. We hebben er vorig jaar al eens gestaan. En je kunt er eten. En na een uur klimmen en dalen zijn we daar ook wel aan toe. De keuze is beperkt: tajine kip of een Berberomelet. Wij gaan voor de tajines.

Terug bij de camper komen we weer twee bekenden tegen. Het zijn Jan en Paula en Peter en Ria; beide stellen hebben we dit jaar voor het eerst ontmoet in Tafraout. Waarmee het aantal Nederlandse campers is verdubbeld: van twee naar vier stuks.

Zondag 15 maart

Opnieuw een fraaie dag: af en toe wat sluierbewolking, maar vooral veel zon. Je kunt hier tot half acht buiten zitten. Dan is de zon verdwenen en wordt het fris.

Van het Coronafront geen nieuws. Het aantal besmettingen neemt elke dag wat toe. Maar hier, in deze uithoek merk je er helemaal niets van. Integendeel, tijdens de wandeling langs het strand is het voor het dorp een gezellige boel. Een zondag in Sidi Wassay en mooi weer: hele families gaan dan naar het strand. Er staan allerlei fraaie bouwwerken van parasols en doeken. Er wordt thee gedronken, gegeten, gevoetbald en zelfs gezwommen. En iedereen is in een goede bui: veel groeten, grapjes enzovoort. 

In de loop van de middag krijgen we visite; Peter en Ria komen op de borrel. We hebben elkaar eerder ontmoet in Tafraout. Zij hebben ons geholpen de laatste restjes drank weg te werken. De voorraden zijn op. Morgen gaan we naar de grote stad Agadir. We moeten boodschappen doen, waaronder dus wat alcoholische versnaperingen. We zijn benieuwd hoe daar de situatie is. 

Maandag 16 maart

We nemen afscheid van Sidi Wassay: van de Nederlandse buren, van de vuilnisman en van de aardige jongen bij de receptie. Overigens vinden we de camping aardig aan de prijs. Tien euro per nacht inclusief alle voorzieningen. Een camping met veel "achterstallig onderhoud" en een matige WiFi. Maar heerlijk gelegen aan de zee. Misschien komen we er deze reis nog een keer terug, afhankelijk van de Corona ontwikkelingen.

We gaan naar Agadir en nemen een lifter mee. Een aardige vent, maar helaas geen woord mee te wisselen. In Agadir zoeken we de nieuwe supermarkt Atacadao op. Een soort Makro met heel veel grootverpakkingen. En ergens verstopt aan de zijkant de ingang van de drankafdeling, waar het erg rustig is. Met een ruim assortiment aan wijn en bier. Heel anders is het in de echte supermarkt, het is er razend druk. Er wordt groot ingeslagen door Marokkanen met en zonder mondkapjes en handschoenen. Het gaat dan vooral om meel- en bakproducten. Het gaat met karrenvol de winkel uit. We kunnen niet alles vinden wat we nodig hebben en rijden een eindje door naar de andere supermarkt, de Marjane. Daar dezelfde taferelen. Afgeladen karretjes en lange rijen voor de kassa's.

Vervolgens rijden we door naar de parkeerplaats achter de boulevard, bij hotel Les Dunes d'Or. De bewaker heet ons hartelijk welkom. Geen wonder, voor een overnachting wil hij vijftig dirham hebben. En dat vinden we voor een simpele parkeerplaats veel te veel. We lopen eerst nog de boulevard over. Het is er erg rustig, weinig toeristen deze keer. Van onder andere Duitsers horen we dat ook in Marokko de restaurants vanaf vanavond dicht gaan. En ook de grote supermarkten met ingang van morgen. Na de dure koffie op een terras, het is tenslotte Agadir, halen we de camper op en gaan weer rijden. Tot grote teleurstelling van de bewaker: in plaats van vijftig moet hij het doen met een paar dirham. We rijden verder naar de grote begraafplaats van Agadir even buiten de stad. Een enorm complex, ingericht na de aardbeving in 1960, met duizenden graven. Met zelfs een Europees kerkhof. Een gratis plek en heel rustig: we zijn de enige camper en van de buren hebben we geen last.

Aan het einde van de middag maken we een bijzonder ritueel mee. Twee Franse campers stoppen voor de poort van het Europese kerkhof. De beheerder wordt opgetrommeld, met een schop. Er wordt onderhandeld over een prijs en uiteindelijk wordt er achter een muur een gat gegraven. Eén van de campers rijdt er achterwaarts naar toe, het gat wordt gevuld en weer gesloten. Wij vermoeden dat er een huisdier is begraven. In elk geval op een gedenkwaardige plek die je makkelijk onthoudt. 

Tot slot nog maar weer even over het Coronavirus. Gisteren lazen we op de site van een Oostenrijkse kennis, Toni, dat hij contact heeft gehad met "Aourir" over het verlengen van het visum. Bij binnenkomst in Marokko krijg je een stempel in je paspoort en mag je drie maanden blijven. Voor een langer verblijf moet je verlengen. Toni schrijft dat hij van "Aourir" gehoord heeft dat alle visums automatisch verlengd worden. De politie, die alle verlengingen regelt, kan alle aanvragen niet aan. En met "Aourir" bedoelt hij de Duits-Marokkaanse eigenaar van Camping Aourir,  

Dinsdag 17 maart

Van de buren op het kerkhof hebben we geen last gehad vannacht. Helaas van de honden wel. Het complex ligt in een vallei en langs alle bergwanden lijken honden te zitten. Die communiceren vooral 's nachts met elkaar.

We maken vandaag maar een kort ritje: Agadir uit, langs Aourir naar de "Duivelsrots". Vlakbij de grote camping Atlantica Park (d'Imourane). Een rotspunt die uitloopt in zee en een toeristische attractie is. Met een aantal surfzaakjes en restaurantjes. En die laatsten zijn sinds gisteren allemaal gesloten. Een beetje onwerkelijk allemaal. We staan met een tiental campers op een geasfalteerde parkeerplaats. Tot vier uur is het heerlijk weer: we hebben zelfs een tijd op het strand gezeten. Maar om vier uur gaat het waaien, met enorme stofwolken tot gevolg. Het kost hier vijftien dirham, hoewel de parkeerwacht bij nieuwkomers twintig dirham of meer wil vangen. Daar trappen we niet in, gewaarschuwd door andere Nederlanders.

Tot slot nog maar weer even over de gevolgen van het Coronavirus. Via allerlei signalen wordt duidelijk dat hier en daar de paniek toeslaat: mensen willen naar huis. Je zou je camper ergens in een depot kunnen stallen en naar huis vliegen. En later terugvliegen en de camper weer ophalen. De kosten zijn uiteraard voor eigen rekening. Een andere mogelijkheid is om de Spaanse enclave Ceuta in te rijden en daar een boot te nemen naar de haven van Algeciras. Die veerdiensten schijnen wel te varen. Uiteraard zijn daar ook weer de nodige kosten aan verbonden. Tot slot zien we vanaf de plek waar we nu staan de hele dag door campers naar het noorden rijden langs de kustweg naar Essaouira. Volgens de berichten zijn de campings in het noorden overvol.

Een foto vanaf de "Duivelsrots" met op de achtergrond de campers.

Woensdag 18 maart

We zijn nog maar net ons bed uit en het begint te regenen. En goed ook, binnen de kortste keren staan er overal plassen water. Gelukkig staan we op asfalt en valt hier de overlast mee. Na anderhalf uur is het voorbij: de zon komt er door en we hebben verder weer een stralende dag. We gaan op de fiets naar de markt in Aourir. Daar is het erg druk, hoewel het aantal "non-food" kramen beduidend minder is dan voorgaande jaren. We slaan een ruime voorraad groente en fruit in. Genoeg voor zeker één week. En over de houdbaarheid hoeven we ons geen zorgen te maken. De kwaliteit van de producten is hier vele malen beter dan bij voorbeeld in Tafraout: en de prijzen zijn ook aangenamer.

Ergens in de middag fietsen we nog een keer naar Taghazout, over de nieuwe boulevard langs het strand. Op bouwvakkers na, die nog altijd aan het werk zijn bij de lange rij hotels en appartementencomplexen, komen we bijna niemand meer tegen. En ook in Taghazout is het erg stil. Er is geen toerist meer te bekennen. En ook hier zijn alle eetgelegenheden gesloten. Een aantal weken geleden, toen we hier ook waren, was het een gezellige drukte. Nu heeft het wat weg van een spookdorp.

Donderdag 19 maart

Op één camper na zijn vanochtend  alle Nederlanders vertrokken van de parkeerplaats bij de "Duivelsrots". Wij ook: we gaan naar Camping Aourir. En daar is het druk. De campings fungeren als een soort veilige haven in tijden als deze. Mensen zoeken elkaar op. En je hebt hier stroom, warme douches, water, brood enzovoort.

Bijna alle gesprekken hier gaan uiteraard over het vertrek uit Marokko en het eventueel verlengen van het visum. Als je via de camping wilt verlengen moet je hier dertig (!) dagen blijven: dat vinden wij bizar. Op de camping staat een Nederlander, George, die het initiatief heeft genomen voor een app met de fraaie naam "We blijven nog even". Speciaal voor alle camperaars die nog in Marokko zitten, met als doel elkaar op de hoogte te houden van de ontwikkelingen. We hebben ons uiteraard aangemeld.

Ondertussen wordt je gek van alle verhalen over de ontwikkelingen hier: veelal uit derde en vierde hand. Het beste lijkt nog bij de Duitsers te rade te gaan. Die hebben een zeer actieve ambassade, in tegenstelling tot de Nederlandse diplomaten. En het voordeel van deze camping is dat de Duits-Marokkaanse eigenaar goede contacten heeft.

De Duivelsrots in de vroege avond

Vrijdag 20 maart

Het is weer een hectisch gedoe vanochtend. Er is al vroeg het lawaai van inpakkende- en vertrekkende campers. En campers die gaan verkassen naar de vrijgekomen mooiere plekken. Ook onze Nederlandse buren vertrekken. Ze hebben gisteren via internet tickets geboekt voor de overtocht van Ceuta naar Algeciras. Of iedereen de gewenste boot haalt is twijfelachtig . Er doen weer allerlei verhalen de ronde over rijverboden en het sluiten van de grens met Spanje. Een feit is wel dat een aantal campings gesloten zijn, althans voor nieuwkomers. Ook wij gaan weer dubben wat te doen. Uiteindelijk besluiten we om weer naar Tafraout te rijden. Het idee om voor langere tijd op deze camping vast te zitten, trekt ons niet aan. Ondanks alle gemak en comfort. Dus terug naar Tafraout. We staan op dezelfde plek als twee weken geleden op de camperplaats. Ruw geschat staan er nog zo'n honderd campers, waaronder zeker tien Nederlanders. 

De temperatuur is een stuk lager dan de vorige keer dat we hier waren en er staat een harde, koude wind. We maken een kort begroetingsrondje langs Henk en Suus, Frank en Ria, de "oude" Franse buren en maken kennis met Wil en Wilma, de nieuwe buren.

Het journaal had vanavond een item over Marokko. Er zou nu een totale lock down zijn, waarbij het leger wordt ingezet. Morgen waarschijnlijk het vervolg. 

Zaterdag 21 maart

De dag begint bewolkt en fris. Zo rond half elf breekt gelukkig de zon door en warmt het snel op. Voor brood moeten we naar het dorp: de bakker komt niet meer langs. Alle winkels die niets met eten en drinken te maken hebben zijn gesloten en het is erg stil op straat.

We maken met Frank en Ria een wandeling door het achterland van de camperplaats. Waarbij we worden ingehaald door een ambulance met een geluidsinstallatie. Zoveel mogelijk binnenblijven en zo weinig mogelijk de straat op. Nog maar net terug krijgen we een formulier uitgereikt. Er moeten wat persoonlijke gegevens ingevuld worden en de reden waarom we in het dorp zouden moeten zijn. We vullen "boodschappen" in en de apotheek; je weet maar nooit. En uiteraard ook het sanistation voor het legen van de cassette. Dat formulier gaat naar de gemeente voor ondertekening en een stempel. We moeten het meenemen als we het dorp ingaan, waarbij er van uit gegaan wordt dat dat maar één persoon is. 

Na de middagpauze maken we nog maar eens een wandeling. Waarna we aan de borrel gaan met Frank, Ria, Wil en Wilma. Zo tot een uur of zes, waarna het door de inmiddels opgestoken wind erg fris wordt.

De ambulance met geluidsinstallatie

Zondag 22 maart

Het verhaal van vandaag begon gisteravond al. Laat in de avond komt een Engelse kennis/camperaar bij Ria en Frank op bezoek. Met opnieuw een horrorscenario voor de komende dagen: gesloten grensovergangen, wegafsluitingen en nog veel meer onheil. Ria belt ons voor nader overleg en de conclusie ligt voor de hand: we moeten weg hier, naar Ceuta. Het idee om hier mogelijk nog voor weken vast te zitten in een spookomgeving vinden we niet aantrekkelijk. We zijn er dus erg vroeg uit voor het nodige opruim- en inpakwerk. En opnieuw het afscheid van bekenden. 

Frank moet nog naar het sanistation en wij naar de bakker. We wachten bij de garage van Mohammed Farih. In de achteruitkijkspiegel denken we een grote hond te zien. Blijkt het een wild zwijn te zijn die "even" langs komt. Geen mens op straat, maar wel een wild zwijn.

Dan gaan we rijden via een bergtraject naar Agadir. En dat schiet niet op. Bij Agadir willen we de tolweg op naar Marrakech. Bij de laatste rotonde voor de snelweg worden we tegengehouden door de politie. Marrakech is afgesloten, we worden naar de camping in Agadir gestuurd. Daar denken wij anders over en vragen onderweg een aardige politieagent om raad. We moeten een soort "vrij reizen" formulier op halen bij het politiebureau. Dat bureau vinden we met wat moeite, maar de betreffende afdeling is gesloten: het is zondag komt u morgen maar terug. Na overleg besluiten we de kustweg naar Essaouira te nemen. Waarbij het nog even spannend wordt als we even voorbij Agadir weer aangehouden worden. Op de vraag waar we naar toe gaan verzinnen we ter plekke: naar Camping Aourir, de dichtstbijzijnde camping. Met een goedkeurende knik mogen we verder. En zo is het nog een aantal keren spannend, maar alle controles lopen af met een minzaam knikje. Een teken van verder rijden.

Bij Safi begint er een tolweg naar het noorden. En zowaar, zonder enige controle rijden we er op. Na dertig kilometer komen we een parkeerplaats tegen, waar we de campers installeren. En een goed glas wijn drinken op het verloop van de reis tot nu toe. We gaan maar vroeg naar bed: moe van de reis, de spanning en het glas wijn.

Maandag 23 maart

Het was een onrustige nacht op de parkeerplaats. Toen we aankwamen waren we de enige twee voertuigen. Als we opstaan zijn we omringd door vrachtwagens, die we de afgelopen nacht hebben horen binnenkomen. We gaan weer vroeg op pad en rijden vandaag bijna alleen maar over tolwegen, en dat schiet lekker op. Om half acht zien we de zon opkomen, en we hebben alle tijd om die te bewonderen; ander verkeer is er nauwelijks. Ook geen andere campers, en dat vinden we opmerkelijk . Je zou verwachten dat er meer "vluchtelingen" richting Ceuta zouden reizen.

Rond koffietijd komen we toch nog een andere camper tegen. Die van Leen en Suus. Ook zij houden een webblog bij (elenes) en we hebben elkaar al een paar keer "in het echt" ontmoet. Ook zij gaan naar Ceuta. 

Rond half drie zijn we in de buurt van de Spaanse enclave Ceuta. Min of meer verstopt achter de haven van Tanger Med. Je kunt er enkel komen via het Marokkaanse voorstadje Fnideq. En Fnideq heeft een hele lange boulevard, die doorloopt tot de grens met Ceuta. En langs die hele lange boulevard staat een hele lange rij campers geparkeerd, waarvan de eerste twee kilometer nog dubbel ook. We schatten het aantal campers op een paar honderd. Als er een veerboot volgeladen is en weg vaart, mag een gedoseerd aantal campers de grens passeren en worden in de wacht gezet op het haventerrein voor de volgende veerboot. Maar vanaf vanmiddag niet meer: Spanje heeft of de grens gesloten of laat simpelweg geen veerboten meer overvaren. En zoals als altijd in dit soort situaties is er van communicatie geen enkele sprake. En de Marokkaanse bewakers, waar wij mee te maken hebben, weten helemaal van niets. Het gevolg is dan natuurlijk een vloedgolf aan veronderstellingen, aannames, meningen enzovoort. Vooral van Fransen, de grootste groep hier, gevolgd door Duitsers, tweede qua groepsgrootte. De wijze waarop zij hun ambassades benaderen cq bestoken is duidelijk anders dan wij als Nederlanders kunnen. Wij kunnen een formulier invullen met een "hulpvraag" en afwachten of er ooit een reactie komt. Zij sturen videoboodschappen, tekstberichten en bellen hun ambassades suf. Of die aanpak werkt moeten we afwachten. Overigens is er om half acht toch nog weer een boot vertrokken. Dat weten we van Gerrie en Annie, die nog meekonden. Vanaf de boulevard waar wij staan, zien we helaas niets van de haven en de boten. Er zit een forse heuvel tussen.

Tot slot nog even over het weer: en dat zit ook al niet mee. De hele dag onderweg enkel zon, tot twintig kilometer voor Fnideq/Ceuta. Het is ineens zwaar bewolkt en er staat een harde, koude wind. 

Dinsdag 24 maart

De slechtste dag van deze reis tot nu toe wat het weer betreft. Vannacht om twaalf uur begon het te regenen en pas om vijf uur vanmiddag hield dat op. Tot overmaat van ramp ontdekken we een lekkage. Ergens in een daklijst boven de deur moet kennelijk een nieuwe laag kit aangebracht worden. Dat hebben we bij ons, maar daarvoor moet het dak eerst droog zijn. Als tijdelijke oplossing zetten we aan de "lekke" kant extra blokken, met dank aan Frank, waardoor het water niet aan die kant blijft staan. Het wachten is nu op een droge dag.

Verder hebben we helaas weinig nieuws. Af en toe sluit er nog een camper achteraan de rij en een enkele vertrekt weer. Met onbekende bestemming. De grensovergang is afgesloten met hekken en de politie houdt de wacht. Ook bij ons lopen er politieagenten: met mondkapjes. Zij "waken" over ons. Af en toe wordt er een onduidelijk figuur aangesproken en weggestuurd. Niet goedschiks, dan wel kwaadschiks. Overigens glippen er regelmatig nog dergelijke figuren tussendoor. Meestal met vragen om eten, geld, sigaretten enzovoort. Soms krijgen we wat aangeboden: hasj! Ondanks alles zijn we daar nog niet aan toe.

Woensdag 25 maart

Weer een bijzondere dag. Het is zwaar bewolkt, maar gelukkig wel droog. We ruimen de garage op, de camper wordt aan de binnenkant gepoetst en de watertank moet gevuld worden. En we doen wat boodschappen in de souk, met allemaal aardige Marokkanen. Zo geleidelijk aan ontstaan er gaten in de lange rij campers. Een aantal gaat op zoek naar een camping, anderen zouden naar Tanger Med gaan, naar een parkeerplaats. In de loop van de middag blijven er nog maar zo'n vijftig campers over. Via een agent met een pet horen we dat in Tanger Med een enorme parkeerplaats wordt ingericht voor campers. Inclusief toiletten, douches en water. Ook zouden er stroomaansluitingen komen. Er zouden nu driehonderd campers staan en er is plaats voor drieduizend (!) stuks. Langzaam maar zeker wordt duidelijk dat men hier in Fnideq van de campers af wil. De druk om te vertrekken wordt geleidelijk opgevoerd. Dus vertrekken wij ook maar, evenals Leen, Suus, Ria en Frank. We rijden weer twintig kilometer terug naar Tanger Med, over een fraaie bergkam. Het enorme havencomplex moeten we helemaal door. Even buiten de haven begint de tolweg en bij de eerste afslag, bij Ksar-el-Seghir, moeten we eraf. Onderaan de tolweg ligt een enorm parkeerterrein, omsloten door wegen en een spoorlijn. Keurig vlak asfalt met parkeervakken. Het aantal campers kunnen we moeilijk schatten, maar lijken er meer dan driehonderd. Waarmee het terrein nog niet voor de helft gevuld is. Er is controle bij de ingang, er worden wat persoonlijke gegevens genoteerd. Een man in een wit pak met spuitapparatuur zit uitgeblust op een bankje: hij heeft zich helemaal suf gespoten met een desinfecterend middel vandaag. Wij worden overgeslagen. Aan de toiletgebouwtjes wordt nog gewerkt, water is voorhanden en er zijn putten voor de cassettes. En er is een openlucht kraam met wat levensmiddelen. Er lopen militairen rond, aardige jongens, om over ons te waken en er staan twee brandweervoertuigen. Je weet tenslotte maar nooit met zoveel oudjes bij elkaar.

Alle campers zitten te wachten op een boot om naar huis te kunnen. Volgens geruchten zou er overleg zijn tussen Marokko, Frankrijk en ook Duitsland, om de veerdienst tussen Tanger Med en Sète weer te laten varen. Hoop doet leven.

Tot slot nog even over het weer: hier schijnt de zon! Die hadden we aan de andere kant van de bergkam twee dagen niet gezien. Veel te lang.  

Donderdag 26 maart

We lagen op tijd in bed gisteravond, moe van al het gedoe van de afgelopen dagen. Even voor het naar bed gaan kwam de sproeiwagen langs om alle vrije stukken asfalt te ontsmetten. Om half twaalf wordt er op de deur geklopt: de politie. Het terrein wordt heringericht en alle campers moeten worden verplaatst. Daar waar gisteren iedereen kon gaan staan waar hij wilde, worden er nu lange rijen geformeerd: allemaal keurig in het gelid. Voor zover dat lukt midden in de nacht. Een groot deel van de ochtend worden er dan ook campers verplaatst en andere, betere plekken gezocht. Ook wij doen mee en vinden een plek met meer ruimte om ons heen. 

De rest van de dag is het een gaan en komen van belangrijke functionarissen. Alle campers worden geteld: er zouden er tweehonderddertig staan. Er zijn een aantal inschrijvingsformulieren zoek, dus worden alle campers opnieuw gecontroleerd. Wat later komt iemand langs met een laptop, waar opnieuw gegevens worden ingevuld.

Het meest interessante is nog de komst van de Franse consul. Een medewerker gaat alle campers langs uit Europa en er worden een aantal gegevens genoteerd. Frankrijk zet zich in voor alle Europese campers. Een medecamperaar vertelde dat hij geen contact kon krijgen met onze ambassade. Hij vermoede dat men in de hamam zat voor een scrubbeurt.

Met ons gaat het goed, op het gevoel na gevangen te zitten. En dat gevoel staat haaks op dat wat een camperaar wil. Maar we komen voorlopig niets te kort. Brood, groente, fruit, melk, limonade, toetjes en drinkwater is hier allemaal te krijgen. Vandaag stond er zelfs een vrachtwagen met gasflessen. Helaas enkel butaangas, geen propaan: je kunt ook niet alles verwachten.

Ook vanmiddag kwam de sproeiwagen weer langs. Geen idee wat er gespoten wordt en of dat helpt. We blijven maar een beetje uit de buurt. 

Vrijdag 27 maart

Groot nieuws vandaag. Allereerst van de NKC: er gaan boten varen tussen Sète en Tanger Med. Zondagmiddag de eerste afvaart vanuit Tanger Med, volgende week donderdag een volgende. Via een Duitse site komt er een aanvulling: het gaat duizend euro per camper kosten. Een tweede bericht van de NKC heeft het over veertienhonderd euro! Waarmee het dubben bij ons en om ons heen begint. Een enkele reis kostte tot voor kort ruim vijfhonderd euro. En dan lijkt veertienhonderd euro erg op afzetterij cq misbruik van de situatie.

Ondertussen wordt op het terrein alles in gereedheid gebracht voor een nog groter aantal campers. De sanitaire voorzieningen worden uitgebreid en men is hard aan het werk elektriciteit aan te leggen. We krijgen steeds meer het idee dat dit het doorgangskamp wordt voor alle campers die nog in Marokko zitten.

We krijgen vandaag maar weinig bezoek. Wel komen er artsen en verpleegkundigen langs die vragen of we chronische aandoeningen hebben. En nog iemand van de Duitse ambassade, die we overigens niet gesproken hebben.

Zo'n vijfhonderd meter buiten de camperplaats, zitten een bank, apotheek en kruidenier. Wil je daar naar toe gaat dat onder begeleiding. En de kruidenier mag je niet in vanwege de concurrentie met "onze eigen" kruidenier.

Overigens is het best een gezellige boel hier. Spelende kinderen bij voorbeeld; die kom je op bijna geen andere camperplek tegen. En jeugdige camperaars die aan straattheater doen. Er rijdt een grapjas op een fiets rond met jarenzestig muziek enzovoort. En natuurlijk jeux de boules, kubb spelletjes, yoga sessies en de nodige fitnessrondjes.

We nemen aan dat er morgen meer bekend wordt over de komende overtochten, en van wie die informatie gaat komen. De Marokkanen hier "op de werkvloer" zijn ontzettend aardig maar weten van niets.

Links de bakker, rechts de kruidenier

Zaterdag 28 maart

Iedereen is druk vandaag. Overal wordt opgeruimd, water in- en uitgeladen en wc cassettes worden geleegd. De bakker en de kruidenier doen goede zaken. Er wordt ruim ingekocht voor de komende dagen. Of dat zinvol is, blijft de vraag. Bij inschrijving voor de boot kun je kiezen tussen een cabine of een stoel. Zelf kokkerellen op de boot lijkt uitgesloten. En ook de camper kom je niet meer in. En natuurlijk hangt aan alles een prijskaartje. Voor campers tot zeven meter betaal je twaalfhonderd euro: elke meter meer kost honderd euro extra. Een cabine kost ook honderd euro, een stoel is "gratis". Maar om zo'n veertig uur enkel een stoel ter beschikking te hebben, is naar ons idee niet te doen. En tot slot kun je drie maaltijden boeken voor vijftig euro per persoon. Een aanhanger hebben we niet, maar daar hangt uiteraard ook een prijskaartje aan. 

Voor zover wij weten willen alle tweehonderddertig campers mee de boot op. Chronisch zieken gaan voor, daarna camperaars met kinderen, dan de ouderen. Aangevuld met camperaars die hier staan. Mochten er dan nog plaatsen over zijn, mogen de campers die voor de poort staan mee. Dat zijn campers die gisteren en vandaag aangekomen zijn en "in de wacht" zijn gezet. De bedoeling is dat eerst alle huidige campers hier verdwijnen. Of morgen met de boot of donderdag. Hier blijven is geen optie. Wie niet met één van de boten mee wil, krijgt een camping in de regio Agadir aangewezen. Als de plek "ontruimd" is, wordt de volgende invasie verwacht. De boodschap is duidelijk: wil je Marokko uit dan moet je nu actie ondernemen. Volgende kansen, na komende donderdag, zijn volstrekt ongewis.

Vanmiddag kwam er weer iemand van de Franse ambassade langs met inschrijfformulieren voor de boot. Iedereen wordt bezocht ongeacht de nationaliteit: wij zijn allemaal Europeanen. En dan in het Frans. Hulde! We geven wel eens af op die soms rare Fransen, maar dit is grote klasse. Ook de Duitse diplomaat was er weer. Maar die praat enkel met Duitsers; maar hij was er tenminste! Over de Nederlandse ambassade willen we het niet meer hebben. 

Aan het einde van de middag zou Fatima van de bootmaatschappij Balearia langskomen voor de verdere afhandeling. En ook de politie zou daarna komen om de grensformaliteiten alvast te regelen. Beiden hebben we nog niet gezien.

Rond kwart over negen blijkt het bedrag voor de bootreis afgeschreven van onze rekening. Ondanks een rib uit ons lijf een hele geruststelling: we gaan mee!

En om half tien rijdt er een geluidswagen rond van toch nog de politie. Alle paspoorten moeten worden ingeleverd. Het gevolg is uiteindelijk een enorme plastic zak vol paspoorten. Die gaat de politie vannacht allemaal van een "uitreisstempel" voorzien. Morgen krijgt iedereen zijn eigen paspoort terug: inshallah (als Allah het goed vindt). 

Ook bij de achterburen zat de stemming er goed in vandaag: we mogen naar huis!

Zondag 29 maart

Weer een hectische dag. Om te beginnen moeten alle paspoorten weer bij de goede eigenaren terecht komen. Midden op het terrein staan twee auto's en vier functionarissen van Balearia. En daaromheen vierhonderd camperaars. Wordt je naam geroepen dan krijg je je paspoort en de tickets voor de boot. Na zo'n anderhalf uur is dat voorbij. Behalve voor een grote groep waarbij de betaling niet is gelukt via de creditcards, de enige betaalmogelijkheid, of andere redenen. Zo ook bij onze vrienden Frank en Ria; zij blijken een limietbedrag op hun card te hebben. Met twee kaarten betalen kan niet, evenals cash betalen. De enige mogelijkheid lijkt te wachten tot morgen, het is vandaag zondag, om iets met hun bank te regelen.

Voor ons begint het lange wachten. Het idee dat we zeker weten dat we vertrekken is geruststellend. Maar we hebben een vierpersoonscabine: we vrezen dat we medebewoners krijgen.

In de loop van de middag begint de uittocht. Onder politiebegeleiding vertrekken per keer twintig campers naar de haven, een paar kilometer verder. Wij vertrekken om vier uur. De normale controles in de haven zijn ook nu van toepassing: politie, douane en de scanner. Voor de boot staat een jongen vooral de deuren en handgrepen van de campers te desinfecteren. En even later ook de banden. Tot slot wordt bij iedereen de lichaamstemperatuur opgemeten: wij hebben geen verhoging en mogen de boot op, de Napoles. Onze cabine heeft twee normale bedden, met boven elk bed een "klapbed". Gelukkig krijgen we geen andere kamergenoten. Uiteraard is er ook een toilet en douchecabine. En zelfs een televisie, maar die van ons doet het niet. Bij de receptie worden mondkapjes uitgedeeld. We gaan eerst maar eens eten. Een aardig restaurant met westerse keuzemenu's. Helaas zijn de maaltijden niet warm genoeg. Verder zijn er geen beperkingen op het herhaalde, dringende advies na, afstand van elkaar te houden.

Zo rond negen uur worden we verrast door de komst van Frank en Ria; zij zijn één van de laatsten die nog meekunnen. Dankzij bemiddeling door de Belgische ambassadeur (!). Om half tien gaan we dan eindelijk varen: op naar Frankrijk!!

De haven van Tanger Med in de avond

Maandag 30 maart

Een erg lange dag. In de ochtend kunnen we nog lekker in het zonnetje op een buitendek zitten. Een praatje hier, een beetje kletsen daar enzovoort. We zijn met zeven Nederlanders aan boord: Leen en Suus, Lea en Fred, met hond Syb, de kunstenaar Marcello en wij dus. En Frank en Ria dus: die rekenen we ook maar bij de Nederlanders.

In de middag wordt het zwaar bewolkt en een harde wind maakt het koud buiten. Dus kletsen we binnen verder. En ook vandaag weer twee controles op de lichaamstemperatuur. We komen allebei niet boven de zesendertig graden: een hele geruststelling.

Voor in de avond gaan we nog een keer eten in het restaurant. Officieel een zelfbedieningsbuffet, maar nu even niet. De kwaliteit is matig en de temperatuur van het eten is veel te laag. 

Om negen uur trekken we ons terug in onze cabine. We hopen dat we kunnen slapen want de deining is ondertussen behoorlijk toegenomen. Hopelijk staat de camper beneden op de handrem.

Dinsdag 31 maart

We zijn vroeg op vanochtend. Zo rond acht of negen uur komen we aan in de haven van Sète en we willen nog ontbijten in het restaurant. Uiteindelijk rijden we om tien uur de boot af als één van de eerste campers. En prompt zitten we midden in een soort oorlogsgebied. De hele haven staat in het teken van de opvang van het "evacuatietransport uit Marokko". Enorme controles door een horde verpleegkundigen en artsen, politieagenten en douanepersoneel. Alles wordt keer op keer gecheckt, namen en kentekens genoteerd, foto's gemaakt met camera's en drones. We krijgen twee doorreispapieren, waarvan één met een speciale tekst dat we deel uitmaken van een bijzonder transport uit Marokko (gaan we thuis inlijsten als aandenken). Kortom de hele haven is afgesloten voor deze aankomst. En onder politiebegeleiding worden per keer tien campers een aantal kilometers Sète uit geleid, naar de tolweg.

Voor degenen die nog in Marokko zitten en weg willen is, denken wij, donderdag de laatste kans om te vertrekken. Een operatie zoals we die vandaag meegemaakt hebben, kost een vermogen en zal waarschijnlijk nog maar één keer herhaald worden. Nog even los van de gezondheidsrisico's die men wil vermijden.

Wij rijden vandaag de prachtige A75 op. Via de brug bij Millau naar Clermont Ferrand. Zestig kilometer daarboven ligt de camperplaats van St Pourcain-sur-Sioule. Maar die is afgesloten vanwege het corona-virus. Twaalf kilometer verder vinden we een plek in het gehucht Montoldre. Een dorp van niks, maar wel een leuke camperplek.

Woensdag 1 april

We worden wakker in een steenkoude camper: het heeft vier graden gevroren vannacht! Om half negen gaan we, met Frank en Ria, weer op pad. Op de TomTom hebben we ons huisadres ingetoetst: nog 850 kilometer. We zien wel hoe ver we komen. Het is erg rustig op de weg, vrijwel enkel vrachtverkeer. Wel in Frankrijk twee controles . We laten het speciale doorreisformulier zien en de agenten zijn onder de indruk. Ze springen nog net niet in de houding, maar we mogen uiteraard doorrijden. 

Ergens in de buurt van Reims nemen we afscheid van Frank en Ria. We gaan beiden een andere kant op. De tijd die we samen doorgebracht hebben was deels prachtig en voor het andere deel wel heel bijzonder. Om nooit meer te vergeten. We houden uiteraard contact. 

In België vallen twee dingen op. Het is er veel drukker op de weg dan in Frankrijk en de wegen zijn er nog altijd bar slecht. We moeten de komende week maar eens controleren of alle schroefjes van de camper nog wel vast zitten. En we komen weer een politiecontrole tegen. Een aardige agent: hij is heel benieuwd naar de avonturen die we beleefd hebben. Hij heeft alle tijd. We vertellen hem dat er komende donderdag nog een boot aankomt in Séte. Hij houdt de grens in de gaten de komende dagen.

In Nederland is het nog drukker op de weg dan in België. Net of er niets aan de hand is. Zo rond half tien zijn we thuis. De tandenborstels uitpakken, een glaasje Marokkaanse wijn en deze site bijwerken. Morgen de "epiloog". 

De camperplaats in Montoldre

Zondag 5 april

Woensdagavond, het was al laat, hebben we nog een "epiloog" beloofd. Een soort afronding zoals we dat aan het einde van elk reisverslag doen. En dat viel deze keer niet mee. Het avontuur van vooral de laatste veertien dagen heeft meer met ons gedaan dan we verwacht hadden. Niet alleen de spanning en onzekerheid hebben er ingehakt. Maar zeker ook het gevoel in een situatie te zitten waar je zelf geen enkele grip of invloed op hebt, de totale afhankelijkheid, vreet energie. Gelukkig waren we niet alleen tijdens die laatste spannende dagen. Uiteraard waren Frank en Ria er, maar ook Leen, Suus, Lea en Fred, met hond Syb. Heerlijk om in je eigen taal te kunnen afreageren of te relativeren. Maar er zijn heel veel mensen die meegeleefd hebben. Via e-mail, het gastenboek hier en de groepsapp "We blijven nog even". Hartverwarmende reacties! Zoals wij meegeleefd hebben met de "vluchtelingen" die met de tweede boot gisteren in Sète aangekomen zijn. En niet te vergeten met de camperaars die nu nog in Marokko zitten, al dan niet vrijwillig. 

De komende anderhalve week zitten wij nog in quarantaine. We reageren ons af op de tuin en daarna op de camper. We hadden al wat vage plannen voor een volgende reis dit najaar. Die gaan voorlopig maar de ijskast in. En of er volgend jaar nog weer een Marokkoreis inzit, is niet te voorspellen. Maar als we weer gaan laten we van ons horen: inshallah!