De laatste keer Marokko: voorjaar 2025; deel 4

Zaterdag 15 februari

Na het ontbijt is het tijd voor de afwas. Onder het mom van vele handen maken licht werk, worden de sporen van de feestelijke bijeenkomst uitgewist. En na de koffie gaan we over tot de orde van de dag.                                                                                                Hoewel, een paar dames moeten nog even het dorp in om te shoppen. Een inzamelingsactie heeft voldoende dirhams opgeleverd, waarmee het bruidspaar nog eens extra in het zonnetje gezet kan worden. De dames nemen er ruim de tijd voor, maar het resultaat mag er zijn. Twee authentieke Marokkaanse manden gevuld met crèmes, zeepjes, zalfjes , luchtjes enzovoort, zijn de buit. Allemaal spulletjes die het leven van alle dag soepeler, schoner, zachter en beter ruikend maken. De overhandiging van de manden is een grote verrassing voor het bruidspaar. Cadeautjes op het lijf van vooral Pieta geschreven. Een leuke afsluiting van de festiviteiten.                                                                                                                                                               Tussen de bedrijven door helpt Wim de fiets van Egbert weer rijdbaar te krijgen. Egbert heeft gisteren op een gravelpaadje de twee banden lek gereden. De buitenbanden zitten vol dorens die er uit gepeuterd moeten worden. Bij de twee binnenbanden moeten er achttien gaatjes geplakt worden. Het leven van een camperaar is niet alleen maar rozengeur en maneschijn.                   Na de middag maken we samen nog een wandeling: de eerste weer sinds een paar weken. Een leuke route langs een rotswand en door een palmbomen oase. Of wat daar van over is. Door de droogte hier, het zou al twee jaar niet meer serieus geregend hebben, lijken alle palmbomen het loodje teleggen: een triest gezicht.                                                                                                           Tot slot van de dag gaan we uit eten bij Café Restaurant Harbaz. Daar kun je op alle niveaus eten: van tajines tot pizza’s. En alles wat daar tussen zit. Bovendien op verzoek patat met mayonaise. Bij Harbaz gaan ze met de, Europese, tijd mee.                              En dan toch ook nog maar even over het weer. Na een aantal stralende dagen, vandaag een bewolkte dag. De voorspellingen van allerlei weerprofeten ten spijt, de beloofde regen bleef gelukkig uit. De temperatuur van voor in de twintig graden maakte er toch een aangename dag van.  

Het bruidspaar in volle glorie.

Zondag 16 februari

Een dag die we erg rustig beginnen; het is zonnig, maar er staat ook een frisse wind. Ergens in de middag willen we naar het dorp wandelen, samen met Ria en Frank. We hebben nog geen honderd meter gelopen als het weer vreselijk mis gaat. Wobbie stapt in een kuil, gaat door de enkel heen en valt op de verkeerde knie. Met als gevolg dat het linkerbeen niet meer belast kan worden en een forse wond op de knie net onder het litteken van de vorige val. We belanden in het ziekenhuis van Tafraout, maar dat is eigenlijk niet meer dan een veredelde EHBO post. We worden naar een ziekenhuis in Tiznit gestuurd; honderddertig kilometer verder, meer dan twee uur hobbelen in een ambulance. Frank en Ria gaan ook mee. In het ziekenhuis in Tiznit worden foto's gemaakt, met als conclusie een breuk in het enkelgewricht, maar gelukkig niet in de knie. Voor de verdere behandeling worden we naar Agadir verwezen, anderhalf uur rijden verder. Frank en Ria gaan terug naar Tafraout, wij dus naar Agadir. De ambulance moet uit Agadir komen, met ons weer terug rijden en zijn we drie uur verder. We wilden naar de kliniek waar we de vorige keer ook geweest zijn. Maar in Tiznit hebben ze anders beslist: we worden afgeleverd bij Hospital Privee D'Agadir. Daar worden de verwondingen onderzocht en start de behandeling. Dat gebeurt onder narcose: de enkel moet gegipst worden en de knie geopereerd. Het is inmiddels half twee in de nacht en de patiënt is nog niet terug op de kamer. Waar overigens een extra bed is neergezet. Maar van slapen zal niet veel terecht komen.

De hoofdingang van het Hopital Privé Agadir; geen aanrader wat ons betreft.

Dinsdag 18 februari

Zo, we zitten weer in de camper; weg uit dat vreselijke ziekenhuis gelukkig. Maar eerst even over de dag van gisteren.                   Na een korte nacht met weinig slaap zijn we vroeg wakker. Het eerste wat we doen is de Alarmcentrale van de ANWB een mail sturen met een uitleg over het nieuwe ongeval. Een snelle reactie volgt: we informeren onze contactpersoon om e.e.a. te regelen. Dan komt er een dokter langs en die kijkt tevreden naar het verband en het gips en vertrekt weer. Ondertussen druppelt er gestaag nog een infuuszakje leeg; de laatste blijkt later. Verder gebeurt er helemaal niets. We vragen tot drie keer toe een verpleegkundige wanneer we weg mogen. Dat moet ze de dokter vragen, maar er komt geen antwoord.                                              Voor in de middag hebben we er genoeg van en nemen contact op met de “regeldame”. En dan komt de aap uit de mouw: er moet eerst betaald worden, iets van 3800 euro. Nu graag contant betalen, er zit een bank om de hoek waar je kunt pinnen. Als we betaald hebben krijgen we alle informatie mee. En ook het paspoort van Wobbie terug. Dat betalen op deze wijze gaat natuurlijk niet: onze passen zijn voorzien van limieten en die zijn enkel te wijzigen met apparatuur die in de camper ligt. We nemen weer contact op met de ANWB Alarmcentrale. En laat die nou contact hebben gehad met het vorige ziekenhuis waar Wobbie geweest is: een misverstand, met excuses voor het ongemak. Wat volgt is een urenlang gedoe over de betaling met een dame die blijft zeiken en zeuren. Een eigenwijs, arrogant en dom mens: een slechte combinatie van eigenschappen.                        Het machts- cq chantage middel is het paspoort van Wobbie. Dat moesten we bij binnenkomst afgeven: zonder paspoort geen behandeling. Uiteindelijk is er een soort deal. Wij betalen cash vijfhonderd euro als een soort borg, krijgen het paspoort terug en kunnen vertrekken. Als mevrouw een ambulance gebeld heeft. Uiteindelijk vertrekken we om acht uur ’s avonds met een ambulance naar Tafraout. Deze keer in een fraaie ambulance met twee ervaren chauffeurs. En dat is maar goed ook. Over de honderdzeventig kilometer doe je drie uur, waarvan de laatste zeventig kilometer door een volstrekt donker en bochtig landschap.Tegen elf uur komen we aan op de camperplaats in Tafraout. En daar staat een ontvangstcomité ons op te wachten. Allemaal vrienden en bekenden met zaklampen om de ambulance naar de juiste camper te begeleiden. Een hartverwarmend onthaal!                                                                                                                                                                                                                          Na een goede nachtrust in onze eigen bedden wordt er een ontbijt geserveerd door Pieta en Jan. Eitjes, verse jus, yoghurt, fruit enzovoort. Tien keer beter dan het ontbijt in het ziekenhuis. De ochtend staat verder in het teken van ziekenbezoek. Vrienden bekenden en onbekenden komen langs om te informeren naar de stand van zaken. Maar ook inwoners van Tafraout die we min of meer goed kennen, zoals Mohammed van de Garage, Ibrahim die ons naar het ziekenhuis in Tafraout heeft gebracht, Mohamed, de “waterman” en ambulancechauffeur die ons naar Tiznit vervoerde en tot slot Nezha, de wasmevrouw.                    En wat het eten betreft hebben we geen zorgen vandaag: Pieta en Toni bezorgen allerlei lekkere dingen en van Margot en Gerard krijgen we een zuurkoolschotel voor twee dagen: zelfs met echte worst. Het eten in het ziekenhuis kan er niet aan tippen.             Tussen alle bedrijvigheid door gaat Wim nog even naar de farmacie voor een voorraad verse medicijnen voor vijftien dagen. De dirhams vliegen ons uit de portemonnee.                                                                                                                                                                                                                                                                                 Het meest vervelende is nog dat we de hele dag belaagd worden door de mevrouw uit het ziekenhuis. Via allerlei whats app berichten en telefoontjes worden we om het kwartier gemaand alsnog te betalen, de ANWB te manen om contact met hen op te nemen en het doorgeven van een casenummer. Met dat laatste, om een uur of vijf is het eindelijk gedaan met de belkannonade.   Ondertussen zijn onze reisplannen behoorlijk bijgesteld. Vanwege de recente gebeurtenissen hebben we besloten terug te gaan naar Europa. Over drie weken moeten de nieuwe hechtingen uit de knie verwijderd worden en met een week of vier het gips van de enkel.Tegen die tijd willen we in elk geval thuis zijn. We blijven nog een dag hier en gaan dan terug richting het noorden.         Tot slot nog even het volgende. Via het gastenboek en whats app hebben we een aantal fijne en hartverwarmende reacties gehad de afgelopen vierentwintig uur. Daarvoor hartelijk dank: Rob en Wil, George en Diny, Everdien en Thole, Marita en Henk, André en Marjos, Fred en Lea en Marianne en Otto.

Mohamed, overdag brengt hij water bij de campers (de blauwe transit) en zondagavond onze ambulancechauffeur naar Tiznit.

Woensdag 19 februari

Opnieuw een erg hectische dag, met gelukkig bijna allemaal leuke dingen. En omdat we geen vaste bezoektijden hebben, is het de hele dag een gaan en komen van belangstellenden. Iedereen die we ook maar enigszins kennen is langs geweest. En een heleboel mensen zijn bezorgd of we wel genoeg te eten hebben. Margot komt met gebak, George met aardbeien en Pieta met een tajine. En rond het middaguur staat plotseling de wasmevrouw Nezha voor onze neus: ook met een tajine. Helemaal voor niets, speciaal voor de patiënt. Wat een geweldig mens!                                                                                                                                  Tussen alle bedrijvigheid door doet Wim de laatste boodschappen in Tafraout. Een telefoon van een internet tegoed voorzien, nog de laatste verbandmiddelen kopen en even naar “onze” kapper. Via Google Translatie laten we hem weten dat Wobbie niet bij hem kan komen. Geen punt, dan komt de kapper wel bij Wobbie. Om vier uur komt hij aanrijden, voorzien van alle benodigdheden waarmee een kapper zich lekker kan uitleven. Behalve dan een stoel: maar met een krukje van onszelf gaat het ook. Het hele spektakel vindt plaats in de open lucht. Voor iedereen zichtbaar, een betere reclame is er niet. En, hij is er nu toch, ook Wim wordt onder handen genomen. De kapper vraagt met een handgebaar of de baard er helemaal af moet, en met een simpel “oui” is het pleit beslecht. Hij is de enige kapper die aan de baard van Wim mag komen.                                                              Tot zover alle leuke en bijzondere dingen die vandaag hebben plaatsgevonden. Wat het gedoe met het ziekenhuis betreft hebben we gelukkig maar een paar keer last gehad van de regelmevrouw. En we hebben een paar keer e-mail contact gehad met de ANWB Alarmcentrale. Ze willen alles weten over de “borgsom” die we moesten betalen om het paspoort van Wobbie terug te krijgen. We hopen dat dat een goed teken is.                                                                                                                                                                                                                                           Zo rond half zes zijn we eindelijk weer met zn tweeën en kan het inpakken beginnen. Morgenvroeg nog de laatste spulletjes en dan gaan we naar Aourir. Toch een bijzonder gevoel om, na alles wat er gebeurd is, Tafraout te verlaten. Met name de betrokkenheid van vrienden en bekenden hebben ons erg goed gedaan. Maar ook de hartelijkheid van een aantal inwoners van Tafraout waar we, al dan niet gedwongen, warme contacten mee hebben gehad. Het Keteldal in Tafraout is voor ons de meest bijzondere plek in Marokko. 

Wobbie, buurvrouw Margot en Nezha, de mevrouw van de was en de tajine.

Donderdag 20 februari

Nog voor de zon te voorschijn komt zitten we al aan het ontbijt: we hebben een rit van bijna vijf uur voor de boeg. En er moet nog een mailtje verzonden worden betreffende het ziekenhuisgedoe, nog het een en ander opgeruimd worden en, nog belangrijker, er moet afscheid genomen worden. Hoewel van de vriendengroep alleen Jan, Pieta, Margot en Gerard hier nog over zijn, gaat het afscheid nemen toch met de nodige emoties gepaard. we hebben ook nogal wat meegemaakt met elkaar de afgelopen weken.     Dan dus op naar Aourir, naar de camping waar we voor Tafraout, noodgedwongen, ook vier weken geweest zijn. De eerste zeventig kilometer rijden we door een prachtig, bergachtig landschap; met fraaie vergezichten. Helaas gaat dat deel van de route over een bar slechte weg; erg smal met enorme rafelranden. Het passeren van tegenliggers is telkens een spannend gebeuren: gaan we beiden aan de kant of zijn wij het die nog verder uit moeten wijken. Hoe dichte we bij Agadir komen, hoe minder fraai het landschap wordt. Maar de wegen worden gelukkig steeds beter. Op het kilometers lange traject door Agadir is het zoals altijd erg druk. Maar ondertussen zijn wij zo ervaren dat we qua rijgedrag echte Marokkanen lijken.                                                       Op de camping in Aourir is bijna iedereen al op de hoogte van het laatste ongeval van Wobbie. De tam-tam, of hoe dat ook heet hier in Marokko, heeft z’n werk gedaan. Ook hier aan belangstelling geen gebrek, en ook niet aan vrienden en bekenden. Frank, Ria, Arenden, Paul, Christa en Roger staan allemaal in “onze” hoek van de camping.                                                                                  Tot slot nog even kort over de nasleep van het ziekenhuisgedoe. Expres kort, omdat we er vanmiddag weer veel te lang mee bezig zijn geweest. Via de ANWB kregen we bericht dat er een contactpersoon langs komt om het bewijs van de 500 euro borg”, cash betaald in het ziekenhuis in ruil voor het paspoort van Wobbie, op te halen en dat bedrag te verrekenen met de eindnota. Goed nieuws denken wij: het zelf moeten achterhalen van dat geld wordt een moeizaam verhaal.                                                            We moeten contact opnemen met de contactpersoon. Een fluitje van een cent, denken wij: die man zit in Agadir, wij vijftien kilometer verder in Aourir. Maar we zijn de hele middag en avond bezig geweest om die contactpersoon te pakken te krijgen. En nu, het is elf uur geweest, lijkt er schot in de zaak te komen. Morgen het vervolg, als Allah het goed vindt.                                                                         We hebben besloten om hier morgen ook nog te blijven. Kunnen we even bijkomen van een dag hard werken: oude mensen hebben soms een extra dagje rust nodig. En hopelijk ontmoeten we de contactpersoon van de ANWB.

Coordinaten: N30.49832, W9.67032.

Een plaatje van het prachtige landschap onderweg.

Vrijdag 21 februari

Als we opstaan is het zestien graden in de camper en de zon schijnt volop. Het belooft een prachtige dag te worden. En dat wordt het ook, en niet alleen wat het weer betreft.                                                                                                                                              In de loop van de ochtend worden we gebeld door de organisatie UMA die hier in Marokko de zaken regelt voor de ANWB Alarmcentrale. Er is een agent” onderweg naar de camping om enige formaliteiten af te handelen. Wim vangt hem op bij de ingang van de camping om hem naar de juiste camper te loodsen. Een aardige man die helaas amper Engels spreekt. Er worden foto’s gemaakt van het paspoort van Wobbie en er moet een formulier ingevuld en ondertekend worden. Wij denken een machtiging dat de UMA de borg van 5000 dirham kan opeisen bij het beruchte ziekenhuis. Maar nee hoor, dat is al geregeld: uit een binnenzak komt een envelop te voorschijn met een stapel bankbiljetten ter waarde van 5000 dirham. We zijn helemaal sprakeloos, dit hadden we nooit verwacht. Na de aardige man samen met Wobbie op de foto gezet te hebben, nemen we afscheid. Hij moet naar de volgende klant. Wij sturen een mail naar de ANWB waarin we hen bedanken voor deze, voor ons erg aangename afhandeling. Waarmee de nare ervaring met het ziekenhuisgedoe voor ons is afgesloten.                                                  De rest van de ochtend brengen we in de gepaste ruststand door. Samen een maaltijd voorbereiden en samen afwassen. We hadden overigens een heerlijk toetje: yoghurt met verse aardbeien. Die laatsten kregen we van George en Diny in Tafraout: heerlijk!                                                                                                                                                                                                                      De middag staat in het teken van ziekenbezoek. Arendien komt regelmatig langs en Christa en Roger komen op visite. En ook door Frank en Ria worden we goed in de gaten gehouden. De kopjes thee worden door Wim verzorgd. Aan het einde van de middag gaan we weer opruimen: we zijn bijna klaar voor de volgende etappe richting het noorden.                                                         En natuurlijk nog even over de reacties in ons gastenboek. Er zijn er weer een aantal binnengekomen: allemaal belangstellende leuke en opbeurende berichten. Mario en Anita, Leny en Pieter, Leen en Suus, Els Reijnen en Peter en Ria, allemaal bedankt!   

De agent” van de UMA (van de envelop met inhoud).

Zaterdag 22 februari

Voor we vertrekken moet er natuurlijk eerst afscheid genomen worden. Van Paul en Arenden, onze buren hier, krijgen we een potje zelfgemaakte sinaasappeljam mee. En dat komt goed uit, onze voorraad jam was net op. Met de camper rijden we naar Frank en Ria om ook van hen afscheid te nemen. Weer een emotioneel moment. Zij waren getuige van de twee valpartijen van Wobbie en hebben ons met raad en daad bijgestaan. Ook bij hen hebben de gebeurtenissen er flink ingehakt. Zij vertrekken ook één dezer dagen naar het noorden. We zullen elkaar deze reis waarschijnlijk niet meer zien: Frank is nogal van het doorrijden.      Wij gaan naar het turfdorp Sidi Kaouki, een uur of vier rijden. We volgen dezelfde route als op de heenweg, maar dan natuurlijk andersom. Na een ontspannen rit langs de kust, we hebben geen haast, belanden we op Camping Le Soleil, van Ali. Een veel aangenamer camping dan Kaouki Beach, waar we op de heenreis gestaan hebben. En er is nu plaats genoeg. Het weerzien met Ali is allerhartelijkst en we worden met alle egards ontvangen. Ali is een erg aardige, joviale vent; je moet alleen geen ruzie met hem krijgen. Maar dat zijn we ook helemaal niet van plan.                                                                                                                                De middag brengen we door met lezen, wat puzzelen en rommelen. Heerlijk in de zon, die pas om half acht in de zee zakt. Wim loopt nog een rondje door de omgeving. Het is bekend terrein en niet echt spannend meer na de zoveelste keer Sidi Kaouki.

Coordinaten: N31.34788, W9.79546

Onze achterburen: wel met de voorpootjes aan elkaar vast. Lopen ze niet te ver weg.

Zondag 23 februari

De zon komt vroeg op in Sidi Kaouki, er zijn geen bergen die in de weg zitten. Het zal ongetwijfeld hier weer een mooie dag worden. Dat maken wij niet meer mee want we gaan rijden. Eerst naar de grote stad Essaouira voor wat boodschappen bij de Carrefour. Een grote winkel met een drankafdeling en zelfs wat varkensvlees in een schap. Wij houden het bij wat groente en fruit.                                                                                                                                                                                                                               Daarna dus op weg naar Oualidia, de badplaats met de camperparkeerplaats. De zon schijnt ook daar volop, maar er staat een harde wind. Maar achter de camper is het goed uit te houden.                                                                                                                           Goed en wel geïnstalleerd komen zowaar Frank en Ria het terrein oprijden en komen naast ons staan. En weer wat later komen we ook Paul en Arendien tegen. Allemaal op weg naar Europa.                                                                                                                        Ondertussen hebben we ook Ali, onze tajineman in Oualidia ontmoet. We kunnen de verleiding niet weerstaan; vanavond hoeven we niet zelf te koken. De lege tajine mogen we niet zelf afwassen: Europeanen gebruiken de verkeerde afwasmiddelen en daar kunnen de Marokkaanse tajines niet tegen. Of we daar alstublieft rekening mee willen houden.                                                             Overal in Marokko heb je loslopende honden, maar hier is het bar en boos. En die beesten weten precies waar er eten te halen valt: bij de campers. Een hond kiest zelf een camper uit om er te bedelen. Die ene camper is zijn territorium, soortgenoten worden er niet geduld. En zo hebben wij ook onze camperhond. Ergens verstopt in de camper hebben we nog wat hondenvoer liggen. En we kunnen het niet laten, weten dat je het niet moet doen en het zinloos is, maar dat wat we hebben geven we het beestje. In de hoop dat ze met een volle buik niet gaat blaffen vannacht.                                                                                                       Dan nog even de laatste medische stand van zaken. Wobbie heeft ontzettend veel last van het gips. Dat zit tot vlak onder de knie en onder de voet zit een dikke bobbel. Er valt bijna niet op te lopen, knelt, veel pijnklachten, zweet enzovoort. Volgens Ali, van de tajines, zit er hier in Oualidia een goede EHBO post waar ze het gips kunnen verwijderen en de enkel goed kunnen intapen. We gaan er morgenvroeg maar heen.

Coordinaten: N32.73240, W9.04411

Een unieke foto: niet met zn tweeën, maar zelfs met z’n drieën.  

Maandag 24 februari

Dankzij Ali komen we er achter dat afgelopen weekend de klok een uur vooruitgezet is voor een periode van vijf weken. Dit ter voorbereiding op de ramadan die a.s. vrijdag begint. Dan kunnen de moslims een uur eerder eten en duurt het vasten wat minder lang. Wij houden “onze” tijd aan met als gevolg dat we veel te vroeg bij de EHBO post in Oualidia zijn. Die gaat pas een uur, en misschien wel twee uur later open. En daar wachten we niet op, we gaan rijden.                                                                                          Eenmaal op de tolweg is het doorstomen. Het is erg rustig, zelfs bij Casablanca, dus het schiet lekker op. Meestal maken we op weg naar de boot nog twee tussenstops, waarvan de eerste in Mohammedia. Maar het is pas twaalf uur als we bij die afslag komen: we besluiten door te rijden naar de laatste halte voor de haven van Tanger-Med. Na twee pauzes onderweg komen we om half vijf aan op het hotelcomplex Briech, zo’n vijf kilometer ten noorden van Assilah. Een prachtig complex met alle denkbare toeters en bellen, met nu enkel een paar campergasten die her en der tussen de appartementen gezet worden. Onze duurste plek in Marokko tot nu toe: vijftien euro per nacht. Maar dan ook van alle gemakken voorzien. Ook met ruime douches, waar iemand met een gebroken enkel in past, zoals Wobbie dus. We willen natuurlijk wel schoon Europa binnen komen.

Coordinaten: N35.5292, W5.9973.

De entree van Village Touristique Briech.

Dinsdag 25 februari

Als we opstaan is het nog donker buiten en erg stil op het hotelcomplex. Wij zijn nog even druk met de laatste voorbereidingen en gaan vroeg rijden in de hoop de boot van negen uur te halen. De vertrektijden zijn erg onduidelijk: er zit nu een uur verschil tussen de Marokkaanse en Europese tijd.                                                                                                                                                               In de haven zelf verlopen de uitreisprocedures vlot, op de scanner na. Alle voertuigen die Marokko binnenkomen of uitgaan, worden gescand. Dat gebeurt met zes voertuigen tegelijk en het duurt een tijd voor wij aan de beurt zijn. Het is niet de enige keer dat we ongeduldig moeten wachten.                                                                                                                                                              Tegen tien uur zijn we bij de boot, die we dan net voor onze neus zien wegvaren. Helemaal vol: voor ons staan nog meer pechvogels die ook niet meer mee konden. De volgende boot gaat om twaalf uur, opnieuw wachten dus. Die komt weliswaar op tijd aan, maar moet nog uitgeladen worden. Eenmaal aan boord is het opnieuw wachten op een lange rij vrachtwagens die ook ingescheept moeten worden.                                                                                                                                                                                    Op de boot blijft Wobbie in de camper: het aantal trappen dat beklommen moet worden is te veel voor haar om op het passagiersdek te komen. Ze blijft achter in de camper met de gordijnen even dicht; tijdens de overtocht mag je officieel niet in een voertuig verblijven. Na anderhalf uur varen komen we aan in de haven van Algeciras. En het is opnieuw wachten tot we de boot af mogen. Die wachttijd besteden we met allerlei nuttige zaken: de simkaarten verwisselen in de telefoons, de TomTom op de Europakaart zetten, dirhams opruimen en euro’s te voorschijn halen enzovoort.                                                                                     Om half vier zijn we in het grote shopping centrum Palmones, een kilometer of negen van de haven. De eerste stop is natuurlijk bij de Lidl: vooral voor allerlei lekkere dingen die van Allah in Marokko niet mogen. We parkeren de camper, zoals altijd, op de grote parkeerplaats achter de Mercadonna. Tussen de tientallen andere campers, waaronder die van Frank en Ria. Zij zijn hier gisteren aangekomen. De belevenissen van de twee dagen dat we elkaar niet gezien hebben, moeten natuurlijk uitgewisseld worden. Zij gaan morgen richting de costa’s, wij naar het noorden via Salamanca.                                                                                        En tot slot het weer. Tot op de boot, halverwege Spanje, was het zonnig en de temperatuur aangenaam. Maar hoe dichter we bij de eindbestemming kwamen, hoe frisser het werd. Echt weer voor zuurkool: en laten we dat nou nog in de vriezer hebben. Nog met dank aan Gerard en Margot! Na die heerlijke zuurkool, hebben we voor in de avond zelfs een buitje regen gehad, waarschijnlijk een voorbode voor de komende dagen.

Coordinaten: N36.18297, W5.43815.

Onze boot in aantocht.

Woensdag 26 februari

We beginnen de dag weer met afscheid nemen. Opnieuw van Frank en Ria: we zullen elkaar deze reis niet meer tegen komen. De volgende keer zal ergens in juli zijn, er is dan een reünie gepland in de Achterhoek van een select gezelschap Tafraout-gangers. Om kwart voor negen gaan ook wij rijden. In de volle zon tot zo’n tien kilometer voorbij Algeciras. Daar zitten we plotseling in de mist en schiet de temperatuur omlaag. Dat duurt tot even voorbij Sevilla en rijden we de rest van de rit weer in de zon.                     De route naar het noorden gaat via Salamanca en Burgos naar de Spaans-Franse grens. Een vierbaans snelweg waarvan het asfalt steeds slechter wordt. En qua landschap nogal saai, maar we willen opschieten.                                                                            Na vijfhonderdzestig kilometer stoppen we op de camperplaats van Béjar, dicht bij de snelweg, zo’n zeventig kilometer voor Salamanca. We staan bij het voormalige stationsgebouw aan de Via Verde. Prachtig om te fietsen, maar nu dus even niet.                                                                                       Tegen de avond  is de camperplaats met twintig campers volgelopen. Waarbij we ons weer enorm ergeren aan de Franse camperaars, die overal campers tussenproppen zonder rekening te houden met anderen. Overal waar het druk is kom je dit asociale gedrag tegen, met name van de Fransen. We hebben vroeg de gordijnen dicht gedaan.                                                             Op een wandelingetje van Wim na, brengen we de rest van de dag in gepaste rust door. Morgen de volgende etappe.

Coordinaten: N40.3843, W5.77964.

Onze plek in Béjar, voor de Franse invasie

Donderdag 27 februari

Het was koud vannacht in Béjar: we zitten op elfhonderd meter hoogte en hier in de buurt zit zelfs een skigebied. Ruim voor negen uur zijn we weer op pad. Op de TomTom hebben we Bordeaux ingetoetst: de tolstroken op de route nemen we voor lief. We hebben vandaag geen zin om om te rijden en hoe ver we komen zien we in de loop van de middag wel.                                           Doorstomen dus naar het noorden over uitsluitend vierbaans wegen. Het rijdt redelijk probleemloos, op een kleine file na vanwege een ongeluk. En het wegdek varieert enorm: van spiegelglad tot wasbord achtige oppervlaktes.                                             Tegen vier uur rijden we Frankrijk in en om vijf uur zijn we op de camperplaats in Castets, in Les Landes; zo’n honderddertig kilometer voor Bordeaux. De camperplaats ligt pal aan de A63; ideaal voor een tussenstop van één nacht. Een erg eenvoudige plek overigens van “Camping-Car Park”: inclusief water en stroom ben je het rare bedrag van 13 euro 72 kwijt. Veel te veel voor deze simpele camperplaats. 

Coordinaten: N43.87517, W1.13601.

We zijn welkom in Castets.

Vrijdag 28 februari

Opnieuw een lange rit naar het noorden: 540 kilometers. Via Bordeaux en Angouleme stomen we door naar Vierzon. Daar vlakbij ligt het gehucht Méry-sur Cher met een camperplaats van Camping-Car Park”. Helaas valt die plek erg tegen. Het goede nieuws is dat je er gratis kunt staan, maar voorzieningen moet je betalen via een aanmeld zuil. En die zuil werkt niet zoals het moet. Het terrein maakt verder ook een verwaarloosde indruk: het lijkt er op dat het de langste tijd gehad heeft. Maar we staan goed voor                                          één nacht, we hebben verder niets nodig.                                                                                                                                                               Morgen opnieuw een lange rit naar het noorden met waarschijnlijk nog één overnachting in Belgie. Zondag willen we thuis zijn: maandagmorgen om kwart over negen worden we bij onze huisarts verwacht.   

De camperplaats in Méry-sur Cher. 

Zaterdag 1 maart

Na opnieuw een erg koude nacht zijn we vroeg wakker. Het vriest een graad of drie en de wereld is wit om ons heen. Maar snel gaan rijden dus. Op de TomTom hebben we de snelste route naar Luik ingetoetst, zonder tolwegen. De eerste honderdvijftig kilometers vielen niet mee. Allemaal binnenweggetjes, smal en veel gehobbel. Bij Reims komen we eindelijk weer op een vierbaansweg en begint het op te schieten.                                                                                                                                                           Om half vijf zijn we bij de Blegny mijn vlakbij Luik. En daar staat de hele parkeerplaats vol met auto’s. Er is kennelijk een evenement aan de gang. We kunnen er niet eten en overnachten. We besluiten om ergens anders te gaan eten en daarna naar huis te rijden.                                                                                                                                                                                                              Vlakbij het mijnen complex komen we een Pizza Hut tegen, waar we de camper ook nog kwijt kunnen. Helaas geen Waalse friet, maar pasta carbonara: en tiramisu na. We hebben er heerlijk gegeten.                                                                                                           Om half negen zijn we uiteindelijk weer thuis. De meest noodzakelijke spullen halen we uit de camper; de rest komt morgen wel. 

De zonsopkomst in een witte, koude wereld.

Zondag 2 maart

De eerste dag thuis na een reis van precies twee maanden: het is weer even wennen. Vooral aan de ruimte om ons heen: je hoeft niet meteen alles op te ruimen wat je gebruikt, zoals in de camper. Overigens zijn de ruimtes met een gipsbeen wel erg groot: dat was in de camper dan weer wat handiger.                                                                                                                                                                        De dag staat verder in het teken van de camper leegruimen. Het is elke keer weer een verrassing wat en hoeveel er in een camper past. En het is eigenlijk zonde om uit te pakken: voor een volgende reis moet dat alles er toch weer in.                                  Ook vandaag hebben we weer veel reacties gekregen van familie, vrienden en bekenden. Allemaal leuke reacties, variërend van “welkom thuis” tot "succes met het vervolg in het medische circuit”. We hebben besloten om dit reisverslag nog even voort te zetten om een ieder die dat wil, op de hoogte te houden van de medische stand van zaken.                                                                       Morgenvroeg gaan we eerst naar de huisarts om de knie en de enkel te laten beoordelen.                                                                         Ook deze keer willen we de volgende schrijvers weer bedanken voor de reacties in het gastenboek: Marinus en Catrien, Francis Van Olmen, Corry Booisma, George en Diny, Leny en Pieter, Ton en Jolanda, Fred en Lea, Everdien en Thole, Henk en Marita, Leen en Suus en Andre en Marjos. 

Het voorjaar is in aantocht!

Maandag 3 maart

De dag begint met het bezoek aan de huisarts. Eerst wordt de knie beoordeeld:die ziet er goed uit. De gehechte winkelhaak geneest voorspoedig. De gebroken enkel is andere koek, dat hadden we al verwacht. We hebben wat foto’s op de telefoon, gemaakt van de röntgenfoto, maar die zijn niet te beoordelen. We worden verwezen naar een chirurg. Aanstaande woensdagmiddag kunnen we er terecht. Er zal wel een nieuwe foto gemaakt moeten worden om het vervolg te kunnen bepalen. Wordt vervolgd dus.                                                                                                                                                                                                   De rest van de dag zijn we druk. Er moet gewassen worden, maar de wasmachine doet het niet. Wobbie gaat alvast op zoek naar een nieuwe machine, Wim gaat op onderzoek uit. Blijkt er onderin het apparaat een ijzeren beugel de afvoerpomp te blokkeren: probleem opgelost. Daarna blijkt dat de afwasmachine er geen zin meer in heeft. Ook nu weer een hoop gepruts om het ding weer aan de gang te krijgen, maar ook dat lukt.                                                                                                                                                   In de middag krijgen we visite: onze dochter en haar gezin. Plus de hond Cobus, een erg grote Berner Sennen. De kamer is gelijk vol. En allemaal mee-eten natuurlijk; de Chinees bij ons op de hoek had een goede dag. 

Cobus, de Berner Sennen.

Woensdag 5 maart

Vandaag dus naar het ziekenhuis hier in Apeldoorn. We worden keurig op de afgesproken tijd geholpen en ook de vervolgacties volgen elkaar in een vlot tempo op. Om te beginnen wordt het gips verwijderd van het onderbeen. Zelfs met een handig apparaatje kost dat enige moeite: Marokkaans gips is taaier dan gedacht. Het been en vooral de enkel komen ongeschonden te voorschijn. En, we hadden het al verwacht, er moet een foto gemaakt worden. Die foto laat inderdaad een breukje zien: van een bot lijkt een schijfje afgebroken. Gelukkig hoeft er niet opnieuw gegipst te worden, een brace volstaat. Op dus naar een verpleegkundige voor het echte vakwerk. De enkel wordt zorgvuldig verpakt en daarna worden de hechtingen uit de knie gepeuterd. Die hebben lang genoeg de boel bij elkaar gehouden: de wond zit mooi dicht en geneest voorspoedig. Na drie kwartier zitten we weer in de auto: geen wachttijden en volle wachtkamers.  Dat hebben we de afgelopen weken wel anders meegemaakt.                                                                                                                                                                                                      Weer thuis is het behoorlijk wennen aan een been zonder gips. Het enkelgewricht heeft twee en een halve week niet bewogen: dat heeft dus nog even wat tijd nodig om weer in het oude ritme te komen. Via het ziekenhuis hebben we een app geïnstalleerd met een aantal oefeningen die het genezingsproces moeten bevorderen. We hebben weer wat te doen de komende dagen.    

Het Mheenpark in Apeldoorn.

Zondag 9 maart

We zijn al weer een week thuis. En wat het weer betreft prachtige, zonovergoten dagen. Geweldig fietsweer ook, maar dat hebben we deze week nog maar even nagelaten.                                                                                                                                                Wat de medische stand van zaken betreft gaat het allemaal voorspoedig. Eerst maar even over de enkel van Wobbie: het lopen met de brace gaat nu een stuk makkelijker dan met het gips. ’s Nachts gaat het ding af hetgeen het in bed liggen een stuk comfortabeler maakt. En dat geldt natuurlijk ook voor het douchen: geen gedoe meer met plastic zakken en ducktape.                  Ook de knie geneest voorspoedig. Het buigen gaat goed en met een broek met wijde pijpen gaat het prima. Alleen de kleur steekt wat af tegen de rest van het been vanwege de lange periode dat er verband omheen gezeten heeft . Maar een kniesoor die daar op let. De komende weken zal het bewegen alle dagen wat makkelijker worden.                                                                          En met deze laatste medische update willen we dit verslag afsluiten. Zoals de titel vermeldt, was dit in principe onze laatste Marokko reis. Maar ook een reis die we anders af hadden willen sluiten: we hebben niet echt afscheid kunnen nemen van Marokko. En om te “overwinteren” blijft het natuurlijk een geweldige bestemming. Zeker gezien de invasie van campers in Spanje en Portugal; om het nog maar niet over het weer daar te hebben. We hebben weer wat om over na te denken de komende maanden.                                                                                                                                                                                                                       Zoals reeds vermeld is dit dus de laatste update van dit reisverslag. Mede vanwege de gebeurtenissen onderweg hebben we deze keer erg veel reacties gehad. Via het gastenboek, maar ook via what’s app en e-mail. We willen iedereen bedanken voor al die opbeurende en hartverwarmende berichten; het heeft ons goed gedaan.                                                                                                                                                 Tot het volgende reisverslag!!