2022: Voorjaar naar Spanje

Donderdag 3 maart

We zijn weer op pad. Met toestemming van de uroloog, de tandarts, de fysiotherapeut enzovoort. En van de virologen natuurlijk: ook wij hebben het coronavirus overleefd.

De hoop om dit voorjaar weer een reis door Marokko te kunnen maken, was al snel voorbij. Deels vanwege corona en voor het andere deel vanwege de ruzie tussen Marokko en Spanje over vluchtelingen. Met als gevolg dat er geen vakantiegangers de boten op mogen die van Algeciras naar Tanger Med varen.

Wij gaan dus deze keer naar Spanje, op zoek naar de zon en mooi weer. Rond negen uur vertrekken we en rijden via Nijmegen, Venlo, Maastricht en Luik de Ardennen in. En omdat we toch in de buurt zijn tanken we in Luxemburg; € 1,54 voor een liter diesel. 

We hebben een camperplek uitgezocht in het dorp Givry-en-Argonne, in de buurt van Verdun en Bar-le-Duc. Een aardige plek, gratis, met betaalde voorzieningen. En we weten dat onze vrienden Gerrie en Annie uit Beltrum ook onderweg hier naar toe zijn.

Overigens valt het traject vanaf Luxemburg door het Noord-Franse land niet mee. Veel slingeren en af en toe een verstild dorp. En een paar enorme complexen met oorlogsgraven  uit de twee wereldoorlogen. Als we net op de camperplek staan komen Gerrie en Annie er ook aanrijden. En omdat de zon nog schijnt, gaan de stoelen naar buiten en nemen we alle tijd om gezellig bij te kletsen.  

Met Gerrie en Annie aan de borrel.

Vrijdag 4 maart

We zijn er vroeg bij vanochtend: goed geslapen maar bij het opstaan is het erg koud. Dus moet de kachel maar aan. Het voordeel van vroeg opstaan is dat je ook vroeg kunt gaan rijden. We nemen afscheid van Gerrie en Annie, zij gaan de andere kant op, en gaan "en route". Op de TomTom toetsen we Clermont-Ferrand in; die richting willen we op. Of we dat vandaag halen zien we wel. Via Troyes, Auxerre, Nevers en Moulins belanden we in het dorp Thiel-sur-Acolin. Met een aardige camperplaats; gratis, water moet je betalen, maar ook de stroom is gratis. Daarvoor moet je wel om de vier uur een knop indrukken op de stroompaal. Dat slaan we midden in de nacht maar een keer over.

Zaterdag 5 maart

Opnieuw is het erg koud bij het opstaan. En een koude camper krijg je niet maar zo warm met een simpel kacheltje. Dus zijn we weer op tijd op pad. Met de kachel van de auto op de hoogste stand. Na twee dagen zon zitten we nu in de mist. En dat duurt lang. Als we Clermont-Ferrand voorbij zijn en op de A75 zitten, breekt eindelijk de zon weer door. Eenmaal op de A75 kijken we waar we naar toe willen, en vooral hoe lang we nog door willen rijden. Via de NKC-app vinden we een camperplaats in de buurt van Béziers, in het zuiden van Frankrijk, in een dorp met de naam Murviel Les Béziers. Voor we er zijn moeten we eerst nog een keer tanken, momenteel een prijzig geintje. De prijzen variëren van zo'n € 1,85 tot even boven de € 2,00. De supermarkten van Auchan, Intermarché en LeClerc zijn het goedkoopst. 

De camperplaats is een voormalige camping en wordt gerund door een organisatie die werkt met een pasjessysteem. De kosten voor een pasje zijn éénmalig € 5,00 (en op meerdere camperplaatsen te gebruiken), de camperplek zelf kost € 12,00, inclusief water, elektra en WiFi. Vooral dat laatste is natuurlijk handig om deze site bij te werken

Het dorp Murviel Les Béziers.

Zondag 6 maart

Vandaag het laatste stuk door Frankrijk. Via Narbonne en Perpignan gaan we bij Le Perthus de grens over. Zoals altijd is het er druk: veel dagtoeristen die er inkopen doen. In Spanje is het tolsysteem voor de meeste snelwegen afgeschaft, dat schiet dus lekker op nu. Bij Girona vindt Wobbie op de NKC-app een camperplaats ergens in het binnenland. Daar in de buurt van de plaats Vic ligt het dorp Viladrau, en dat gaan we opzoeken. Om er te komen moeten we steeds verder de Pyreneeën in en op. Zeker de laatste twintig kilometer wordt het een echte "bergrit". De camperplaats is eigenlijk een simpele parkeerplaats. Maar wel met alle voorzieningen als water, elektra en WiFi. De kosten zijn vijf euro per weekenddag. De andere dagen van de week kosten drie euro per dag. 

Het weer is zwaar bewolkt en het is behoorlijk fris. We maken een wandeling voor in de middag door het bijna uitgestorven dorp. Veel huizen zitten potdicht, waarschijnlijk vakantiehuizen, en het dorpsplein ziet er wel gezellig uit, maar er is niemand te bekennen. Misschien ook wel vanwege de "siësta".

Morgen verder naar het zuiden en wat dichter naar de kust. 

Het lege dorpsplein van Viladrau

Niet alleen in onze tuin in Apeldoorn, maar ook hier zitten roodborstjes.

Maandag 7 maart

We verlaten de bergen. De TomTom stuurt ons om Barcelona en Tarragona. Het is razend druk met vrachtverkeer. Uit de tegenovergestelde richting zien we behalve vrachtwagens ook heel veel campers rijden. Richting het noorden, dus terug naar huis. Hopelijk wordt het dan wat minder druk op de camperplaatsen in het zuiden. We hebben een camperplek uitgezocht in de Ebrodelta, ergens tussen Barcelona en Valencia. Het dorp heet L'Aldea en heeft een keurige camperplaats. Helaas erg nat nu, het heeft de hele ochtend geregend. 

Na de middag is het gelukkig droog en we gaan wandelen. Even buiten het dorp komen we langs een enorm veld met boerenkoolplanten: nooit geweten dat deze groente in Spanje verbouwd wordt. We lopen verder tot een klooster, met een uitkijktoren en een grote begraafplaats met graven in etagevorm. Het klooster is leeg, de uitkijktoren gesloten en ook het kerkhof is uitgestorven. Terug bij de camper hebben we er toch zeven kilometer opzitten.

Boerenkool in Spanje

Dinsdag 8 maart

Een korte rit vandaag: net geen tweehonderd kilometer. We stoppen zo'n veertig kilometer voor Valencia. Het dorp waar we staan heet Almenara en het strand Platja de Casablanca. De camperplaats is een mix-parking en staat erg vol. Even er voor is nog een grote mix-parking en daar is nog ruimte genoeg. Geen idee of de Spaanse politie het goed vindt, we staan er met veertien andere campers.

We maken weer een flinke wandeling. Eerst over de boulevard, ook hier is alles nog gesloten en vrijwel alle huizen zitten potdicht. Wat verder van de zee af staan een aantal flatgebouwen. Hier en daar staat een auto voor de deur. Het zomerseizoen is nog ver weg.

Woensdag 9 maart

Om half negen worden we opgeschrikt door het enorme lawaai van grasmaaiers. Het plantsoen naast ons is aan een grote beurt toe. Met donder en geweld worden de enorme graspollen gekortwiekt. Wij gaan rijden, zeventien kilometer terug. Daar bij de stad La Vall D'Uixo ligt een grottencomplex: de Coves de San Josep. Prachtig aangelegd met zelfs een gratis camperplek. De grotten kun je bezoeken met een bootje met een gids. Tien euro voor "pesionado's". Foto maken mag helaas niet. Varen, wandelen en terug varen, met heel veel bukken onderweg. Leuk om een keer te doen. Het is er nu rustig, maar gezien de enorme parkeerterreinen en het aantal bootjes zal het er in de weekenden en vakanties enorm druk zijn. Op de terugweg naar de camperplaats Platja de Casablanca komen we een Lidl tegen: altijd handig en vooral vertrouwd. 

Terug bij de camper schijnt de zon uitbundig. Voor het eerst kunnen we heerlijk buiten zitten. Overigens is de parkeerplaats aardig vol gelopen. Stonden er gisteren veertien campers, vanmiddag wel vijftig.

Een verdwaalde flamingo

Donderdag 10 maart

Even onder Valencia zou in een natuurgebied een camperplaats zijn. Ideaal om van daaruit op de fiets Valencia te bezoeken. Het is maar een uurtje rijden. In dat natuurgebied, L'Albufeira, mogen geen campers overnachten en hoe we ook zoeken rondom het dorp El Sahir, we komen er geen camperplek tegen. Een eind verder langs de kust ligt de plaats Tavernes de la Valldigna en daar hebben we jaren geleden al eens op een camperplaats gestaan. Maar die is overvol met zestig andere campers. Even er voor ligt een braakliggend terrein waar ook zo'n tien campers staan. En daar passen we keurig tussen. Volgens Duitse buren is overnachten hier geen probleem, zolang de camperplaats vol is. Ook vandaag schijnt de zon, dus de stoelen gaan naar buiten voor de siësta. Daarna lopen we een rondje door de stad. En zoals in veel plaatsen aan deze kust is het ook hier uitgestorven. Alle horecazaken, en dat zijn er veel, zijn gesloten. Om "gezellig" te overwinteren moet je kennelijk nog verder naar het zuiden.

Vrijdag 11 maart

Gisteren hebben we volgens de boeken een aardige camperplaats uitgezocht en van alle gemakken voorzien. We hoeven er maar zeventien kilometer voor te rijden. Helaas belanden we op drie kilometer voor de eindstreep op weggetjes waar onze camper niet tegen kan. Midden tussen de sinaasappelvelden. We durven niet verder te rijden: het keren gaat bijna goed. Maar niet helemaal, er ligt een rotsblok in de weg. En daar kan de bumper van de camper niet tegen. Schade dus. We zoeken maar niet verder en gaan naar een andere camperplaats. Die vinden we in het gehucht Bellús, bij een stuwmeer. Ook hier zijn we jaren geleden al eerder geweest. De plek heeft behalve verzorgingsvoorzieningen nu ook stroompalen. Dat alles kost vijf euro per nacht. Bij aankomst is het er behoorlijk druk. Maar tegen de avond loopt de hele camperplaats vol. Met vooral Spaanse campers die hier kennelijk het weekend doorbrengen. Het eerste deel van de middag besteden we aan het "ducktapen" van de bumper. Als je het niet weet en er geen verstand van hebt, zie je er niets van. Na het fröbelen maken we nog een wandeling door de omgeving. We zijn op tijd terug voor het begint te regenen. Hopelijk is het morgen droog want we weten nog een leuke wandroute.  

Zaterdag 12 maart

Na een natte nacht schijnt de zon volop bij het opstaan: het wordt een fraaie dag. We beginnen deze zaterdag met het bijwerken van deze site. Gisteravond hebben we geprobeerd om de Iphone van Wobbie als hotspot te gebruiken voor de laptop van Wim. En waar dat tot nu toe altijd wel lukte gaat dat deze keer dus niet. Geen idee of dat aan de Iphone of aan de laptop ligt. Vanochtend gaat Wim met de laptop naar het gemeentehuis van Bellús. Daarvoor, op de stoep, heb je een prima internetverbinding. Op een geleend plastic stoeltje en een beetje in de schaduw: anders zie je de muispijl niet. Het duurt even, maar dan heb je ook wat: een weer keurig bijgewerkte site. Overigens hebben we bericht gehad van "jouwweb": via hen loopt deze site. We moeten de lay-out veranderen, onder andere vanwege veiligheidsredenen. Hoe we dat moeten doen weten we nog even niet. Ook daarvoor heb je een goede internetverbinding nodig en doe je dat niet op de stoep van het gemeentehuis. Wordt vervolgd zullen we maar zeggen. 

Na de middagpauze gaan we wandelen. Met als doel de supermarkt in een dorp verder, Benigánim. Zo'n acht kilometer heen en terug. Voor we de supermarkt ingaan duiken we eerst een kroeg in. Even bijkomen van de eerste vier kilometer. We zijn de enige klanten. Na twee en een half uur zijn we terug bij de camper. Volgens de stappenteller van Wobbie hebben we vandaag totaal elf kilometer gelopen. Helaas knalt om een uur of elf de elektriciteit er uit. Nogal wat commotie: de Spanjaarden worden er erg opgewonden van. Gelukkig kunnen we ook zonder stroom, hoewel het wel handig is voor het opladen van allerlei apparatuur. 

Uitzicht over het stuwmeer van Bellús

Zondag 13 maart

We hebben besloten om hier nog een dag te blijven. Waarschijnlijk staan de camperplaatsen vol met Spanjaarden vanwege het weekend. En we hebben nog een wandelroute te gaan. Ergens boven het dorp loopt die door een kloof langs grotten en klimwanden. Een leuke route van toch weer zo'n drie uur. De grotten zijn helaas voorzien van tralies en stellen niet veel voor. De steile klimwanden zijn echter druk bevolkt. Er worden grote hoogtes gehaald, waar wij te oud voor zijn. Als we terug zijn, zijn we al blij wanneer we de camper in kunnen komen. 

De rest van de middag brengen we in gepaste rust door. Waarbij we kunnen genieten van de uittocht van de Spaanse campers: hun weekend zit erop. We hebben weer alle ruimte om ons heen. Morgen gaan wij verder.   

Maandag 14 maart

Het is zwaar bewolkt bij het opstaan en nog fris ook. Ondanks een paar uitzonderingen nog steeds niet het weer waar we op gehoopt hadden. We hebben twee camperplaatsen uitgekozen. De eerste ligt op een uur rijden in de grote plaats Alcoi. Daar is het beginpunt van een "Via Verde": een fiets/wandel route over een gesloten spoorbaan. Op de parkeerplaats, een braakliggend terrein, mag je met de camper overnachten. Goed aangekleed beginnen we aan een traject van zo'n tien kilometer. Het eerste deel is prachtig aangelegd en je komt door een aantal goed verlichte tunnels. De lengtes variëren van zo'n zeventig tot duizend meter. En vooral in de langere tunnels is het knap fris. Na zeven kilometer wordt het eigenlijk een mountainbike route en is niet handig met onze fietsen. We ploeteren nog drie kilometer verder en besluiten dan om terug te gaan. Terug in de camper en weer enigszins op temperatuur, overleggen we wat te doen: blijven of verder rijden. Het wordt dat laatste, naar de tweede plek die we uitgezocht hebben. Opnieuw honderd kilometer verder naar het zuiden. Onderweg gaat het steeds harder waaien en kleurt de lucht naar een geel/bruine tint; een bijzonder schouwspel. Deze tweede camperplaats ligt bij het informatiepunt van het natuurpark Parc Natural El Fondo. Met wandel en fietsroutes. De dichtstbijzijnde plaats heet Crevillente. Na de installatie gaat het steeds harder waaien en de bergen in de verte verdwijnen achter een geel/bruine gloed. Op het weerbericht horen we dat er in Nederland regen kan gaan vallen vermengt met Saharazand. Nu dat zand hangt dus nu boven ons en is dus op weg naar Nederland. Ondanks de wind maken we een korte wandeling door een klein deel van het natuurgebied. Fraai aangelegd en watervogels in alle soorten en maten.

Een tunnel in de Via Verde.

De geel/bruine gloed over de parkeerplaats van het natuurpark el Fondo.

Dinsdag 15 maart

Het blijft waaien in deze hoek van Spanje. En ook vandaag blijft het bovendien zwaar bewolkt. En dan zijn de weersvoorspellingen voor de komende week ook nog eens slecht: we wachten het maar af.

Vandaag hoeven we maar een half uur te rijden, weer richting de kust. Daar, in de regio Alicante, ligt de plaats Guardamar. En daar, op een camping in een bungalow, zitten onze vrienden Elly en Piet uit Leerdam. We kennen elkaar al een aantal jaren van het camperen. Zij hebben hun camper verkocht en brengen de vakanties nu op een andere manier door. De dichtstbijzijnde camperplaats ligt in San Fulgencio. En daar gaan we heen dus; een beetje op de gok, we hebben geen idee of er plaats is. Omdat we vroeg zijn blijken er nog een paar vrije plaatsen te zijn. Waar we er één van inpikken en staan keurig in het gelid. De naam van de camperplaats is Camper Park San Fulgencio en is van alle gemakken voorzien: dat kost zo'n veertien euro, afhankelijk van de hoeveelheid elektriciteit die je gebruikt. En de ligging? Midden in een bedrijventerrein, met de Lidl, Aldi, Mercadonna, een Chinese winkel, een hamburgerketen en wat niet al op loopafstand. Er zijn camperaars die dat leuk vinden.

Om te beginnen gaan we fietsen, we willen de zee zien. Het kost wat moeite om de juiste weg te vinden, maar we komen er. Maar meer dan een snelle blik zit er niet in: we worden gezandstraald. We zijn op tijd terug bij de camper want we krijgen visite: Piet en Elly komen op bezoek. Zoals altijd erg gezellig, of dat nu in Leerdam, Apeldoorn, ergens in Marokko of zoals nu in Spanje is. En we gaan morgen weer wat leuks doen met z'n vieren. Maar daarover later meer.

Woensdag 16 maart

Vandaag gaan we op stap met Elly en Piet: zij hebben de auto bij zich en weten in deze streek feilloos de weg. We gaan eerst naar de plaats Guardamar, waar op woensdagen een grote markt is. Maar het heeft vannacht geregend: niet alleen water maar ook Saharastof. Alles zit onder een bruine drab. Kennelijk voor veel marktkooplieden een reden om deze woensdag maar niet te komen. We zijn dan ook snel uitgekeken. Dus op naar de volgende stop. Een wandeling over de lange boulevard: het levert een wat triest beeld op. Vrijwel alles is gesloten en er is  bijna geen mens op straat en een erg ruwe zee op de achtergrond. Dat alles vanwege het het miezerweer. Inmiddels zijn we hard aan koffie toe. En daarvoor gaan we naar een echt Spaans café in de plaats Torrevieja. Waar je behalve koffie kunt drinken ook zelf wijn kunt tappen uit vaten. Die kans laten we niet voorbijgaan. Lege plastic flessen zijn ruimschoots voorhanden. Vervolgens maken we rondje door de omgeving langs diverse plekken waar campers al dan niet vrij staan. En we nemen een kijkje op de camping waar Elly en Piet een chalet gehuurd hebben. Natuurlijk moet er ook gegeten worden. Piet en Elly weten een prima adres in Torrevieja. We hebben er heerlijk gegeten en gedronken daar voor twaalf euro vijftig per persoon. Tot slot gaan we naar een enorm groot winkelcentrum. Waar we op verzoek van de dames in de Primark belanden. De heren stellen zich uiteraard bescheiden op. Als laatste gaan we nog een keer aan de koffie: een waardige afsluiting van een erg leuke dag.

Een lege boulevard

Donderdag 17 maart

Opnieuw een trieste, natte dag: we hebben de zon niet gezien. We maken er een rommeldag van. Tussen de buien door wassen we de camper. De komende dagen gaan we weer ergens vrij staan, zonder elektra, dus de zonnepanelen moeten helemaal schoon zijn. Een beetje zon erbij vindt onze huishoudaccu erg fijn, maar of we die zon nog gaan zien de komende dagen is uiterst twijfelachtig. 

In de middag lopen we een rondje over het grote industrieterrein. En ook hier is er erg veel leegstand. Zeker twee mooie complexen voor kleinschalige winkeltjes staan vrijwel leeg. We komen zelfs een supermarkt tegen met Nederlandse producten. Met veel bekende productnamen: maar die is gesloten. Op de terugweg komen we Elly en Piet weer tegen. Zij hebben hun hond naar een trimsalon gebracht en die kan over anderhalf uur weer opgehaald worden. Tijd voor een drankje dus in de camper. Het wordt een afscheidsborrel: morgen gaan we verder.

Vrijdag 18 maart

Weer honderd kilometer min of meer naar het zuiden, een eind het binnenland in. We gaan naar de grote stad Murcia. Daar heb je een enorm groot winkelcentrum met dito parkeerplaatsen. En daarvan is een deel een officiële camperplaats. Als we aankomen weten we niet wat we zien. Het aantal campers is niet te tellen. Omdat we op tijd zijn vinden we een leuke plek. Na de koffie maken we een wandeling over het terrein. Met winkels in alle soorten en maten: van Decathlon tot Aldi en van Lidl tot Ikea. Bij de laatste gaan we eten. De keuze is hier zeer beperkt en de Zweeds gehakballetjes hebben ze niet vandaag. Wij houden het bij een bord pasta met champignonsaus. 

Aan het einde van de middag gaan we nog een keer terug. Je kunt er internetten en met onze Family-pas is de koffie gratis. 

Zaterdag 19 maart

Een dagje Murcia vandaag: met de tram. Vlakbij dit winkelcentrum kun je opstappen en midden in het centrum uitstappen. We gaan eerst naar het VVV kantoor voor een plattegrond. En krijgen tal van adviezen waar we heen moeten en wat we allemaal moeten bekijken. Het grote middelpunt van Murcia is de kathedraal. Daar is het druk. De zaterdag is hier kennelijk de dag om te trouwen. Heel veel heren keurig in het pak en nog veel meer dames in de meest fraaie jurken en alles wat daar bij hoort. We maken een rondwandeling langs een aantal bezienswaardigheden. Overal is het gezellig druk: veel mensen en kinderen in het zondagse pak zijn aan het shoppen. Maar wat ons ook opvalt is het grote aantal bedelaars: op straat maar ook in portieken en op bankjes. We drinken twee keer koffie ergens, om bij te komen, en duiken na de middag een beroemd warenhuis in om een regenbui te ontwijken. Tot slot gaan we pizza eten. Met moeite vinden we nog ergens een plekje. Want dat valt ook op: zo tegen twee uur stromen alle eetgelegenheden in één keer vol. Er ontstaan zelfs wachtrijen. Terug bij de camper blijkt dat we tien kilometer gelopen hebben. Naar het restaurant van de Ikea is gelukkig maar een klein stukje. Voor in de avond willen we daar deze site nog even bijwerken: behalve huisraad en eten hebben ze ook een goede WiFi.

De kathedraal en de oudste brug van Murcia.

Even pauze.

Zondag 20 maart

Een erg rustige dag: een echte zondag. Alle winkels om ons heen zijn gesloten. Alleen de horeca is na de middag en voor in de avond even open. We maken een flinke wandeling voordat ook wij in het overdekte winkelcentrum gaan eten. Het wordt een soort kebabschotel. Vooral omdat je in die zaak op plaatjes aan kunt wijzen wat je wilt eten. Dan weet je tenminste wat je krijgt. Aan het einde van de middag maken we de tweede wandeling vandaag. Deze keer om het eten te laten zakken. Morgen gaan we weer verder.

Het waterrad bij de ingang van het overdekte winkelcentrum.

Maandag 21 maart

Opnieuw een kleine honderd kilometer vandaag. Naar het zuiden en weer richting de kust. We hebben deze keer een camping uitgezocht in Puerto de Mazarrón: Camping Las Torres. In deze hoek van Spanje zijn we al vaker geweest. De voornaamste reden voor deze camping zijn vrienden van ons, Marinus en Catrien, die sedert kort hier een nieuw chalet betrokken hebben. En dat willen we zien. Dus na het installeren gaan we op bezoek. Waarmee we de rest van de dag onder de pannen zijn. Veel en lang bijpraten onder het genot van een hapje en een drankje. En we maken kennis met Brigitte en Ruud: ook zij staan op deze camping. Wij volgen hun vlog Camper DAO, zij deze site. Het wordt een erg gezellige bijeenkomst in het nieuwe chalet. Dat in niets meer lijkt op een stacaravan met voortent. Tot slot gaan we eten met z'n vieren: Catrien heeft heerlijk gekookt. Een waardige afsluiting van een leuke middag.

Dinsdag 22 maart

Eerst maar eens even over het weer. Dat was tot nu toe niet waar we op gehoopt hadden. Ook vannacht heeft het hard geregend en ook vandaag hebben we de nodige buien over ons heen gehad. Volgens diverse weer-app's is het deze week nog afzien en zou het na het weekend pas beter worden. 

Na wat rommelen in de ochtend worden we voor in de middag opgehaald door Marinus en Catrien: met de auto. We gaan uit eten bij Restaurante La Proa. We zijn niet de enigen, het is er gezellig druk. En je kunt er lekker eten. Een complete maaltijd met alles erop en eraan voor sympathieke Spaanse prijzen. Na het eten maken we een rondrit langs de kust van Bolnuevo. Een fraaie kustlijn met wandel- en fietsmogelijkheden. Vooral als het goed weer is en de zon schijnt. Maar dat duurt nog een paar dagen.

Bizarre zandsteenformaties bij Bolnuevo

Woensdag 23 maart

Een dag om gauw te vergeten wat het weer betreft. Tot zo'n uur of vier heeft het geregend en hard gewaaid. De camping ligt tegen een heuvel op. Wij zitten op het lagere gedeelte, met als gevolg dat we het water voorbij zien stromen. Onze fietsen stonden buiten onder hoezen, maar die hielden het niet vanwege de wind. Op advies van de aardige receptioniste van de camping, staan die nu ergens binnen: veilig achter slot en grendel. Aan het einde van de middag lopen we nog een rondje door het achterland van de camping om even de benen te strekken.

Tegen de avond gaan Wim en Marinus naar Alicante; driehonderd kilometer heen en terug. Daar in de buurt van het vliegveld moet een auto opgehaald worden. Veel overwinteraars hebben een auto bij hun chalet of stacaravan: de één met een Nederlands kenteken, anderen met een Spaans kenteken. En al die auto's moeten ook hier jaarlijks gekeurd worden. Een boel regelwerk waarbij de nodige hand- en spandiensten worden verleend. We hebben geen haast en maken er een leuke rit van. Onder andere langs twee camperplaatsen waar we eerder gestaan hebben.

Donkere luchten boven het achterland van de camping.

Donderdag 24 maart

De regen viel mee vannacht, maar dat wat er naar beneden is gekomen zat weer vol met Saharastof. Mogelijk is de stormachtige wind daar debet aan. We zijn er vroeg uit vanochtend. Wobbie moet naar de fysiotherapeute. Hier op de camping die van alle gemakken is voorzien; zelfs een fysiotherapeute. De behandeling duurt ruim een uur. Of het geholpen heeft moeten we nog even afwachten.

Na de middag maken we een autorit. We mogen de auto gebruiken die Marinus samen met Wim gisteravond opgehaald hebben. We rijden naar het zuiden, naar de grote plaats Aquilas. Daar in de buurt zien we op heel veel plekken campers staan. Er zijn camperplaatsen op alle nivo's: betaalde plaatsen, campings en heel veel "vrije" plekken. Helaas is het zwaar bewolkt en er staat nog steeds een harde, koude wind: waardoor het er allemaal niet erg vrolijk uitziet. De terugweg gaat langs de zee door het natuurpark Calnegre y Cabo Cope. Daar is het oppassen geblazen met het rijden. De wegen hebben veel schade opgelopen door de overvloedige regen van de afgelopen dagen. Dat varieert van diepe plassen, gaten in het wegdek, sporen van modderstromen tot afgebrokkelde bergwanden. Vlak voor Mazarrón komen we een laatste camperplek tegen met de fraaie naam Playa de Percelles. Een nogal afgelegen strandje waar het de afgelopen maanden vol gestaan heeft met campers, zo hebben we gelezen in reisverslagen van andere camperaars. Er staan er nu een stuk of acht: een plek om te onthouden. Tegen vijf uur leveren we de auto weer in op de camping: waar het nog altijd enorm hard waait.

"Onze" auto bij Calnegre y Cabo Cope

Rotsblokken op de weg vanwege de regen van de afgelopen dagen.

Vrijdag 25 maart

We worden gewekt door de regen die op de camper klettert. En dat gaat door tot voor in de middag. We doen lang over het opstaan en rommelen de ochtend door. Het is weer om ergens te gaan eten. Marinus weet hier in de buurt een aardig adres: Restaurant Yaho. Zeg maar een erg luxe Chinees. We hebben eigenlijk geen idee wat we precies gegeten hebben: behalve het toetje, dat was cheesecake. En koffie na uiteraard. Al met al was het erg lekker. En, erg belangrijk deze dagen, het was binnen droog en lekker warm. 

Na het eten, het is inmiddels droog, maken we met Marinus en Catrien weer een rondrit. Eerst langs de kust via Isla Plana naar La Azohia. Een leuke streek waar we al eens eerder geweest zijn: we herkennen een paar markante plekken. En er is ook een fraaie gratis camperplek met nu ruimte te over. Weer één om te onthouden. Tot slot gaan we ergens in de buurt een berg op. Op de top, hoog boven de zee, ligt een monument: La bateria de Castilllitos. Een soort vesting met kanonnen. Naar wij begrepen ter verdediging van de baai van Cartagena, ooit een grote en belangrijke havenstad. Een groot en deels gerestaureerd complex; en een toeristische attractie. Maar vandaag even niet vanwege het weer. Want hoewel het droog is, waait het er loeihard. Het is oppassen geblazen af en toe dat je niet van de berg waait.

 We hebben al een paar avonden geen tv meer gekeken. Door de enorm harde wind beweegt de camper en ook de schotel zwiept dan heen en weer. Dat geeft storingen en bovendien het risico van schade aan het systeem. Als troost gaan we vanavond bij Marinus en Catrien op bezoek. We kijken daar naar het journaal, waar we niet vrolijk van worden, en gaan met z'n vieren kaarten. Het spel heet Skipbo: niet te moeilijk voor ons en met Wobbie als glorieuze winnaar.                 

Eén van de kanonnen van "La bateria Castilllitos". 

Zaterdag 26 maart

Een redelijk rustige nacht met minder wind en regen, dachten wij bij het opstaan. Maar als we de gordijnen openen zien we niets. De ramen zitten dicht vanwege de bruine drab; weer stof uit de Sahara. Kennelijk heeft het gemiezerd vannacht. De combinatie water en stof zorgt voor een bruine waas over de camping.

We maken vanochtend weer een rit met "onze" auto, naar de grote plaats Cartagena. Een leuke rit door het binnenland. Aan het centrum van Cartagena wagen we ons deze keer niet. Voor ons is het nu veel te druk, vooral met een vreemde auto. Bij toeval komen we onderweg langs de camperplaats van Nederlanders: "Sens Sleep". Een plek op een voormalige tennisbaan en bekend van het TV programma "Ik Vertrek" van een paar jaar geleden. Stond nog op een lijstje van ons maar is helaas gesloten tot 1 september. Na de koffie en een twaalfuurtje gaan we terug naar de camper.

In de middag gaan we de camper maar weer eens wassen. Aan water geen gebrek op een camping en met behulp van een lange waterslang van een buurman wordt het allemaal wat makkelijker. We hopen maar dat de bruine troep nu uit de lucht is. Maar we zijn er niet gerust op.

Ik wil gewassen worden!

Een viaduct ergens onderweg.

Zondag 27 maart

Zondag is de marktdag in Puerto de Mazarrón. Met drie andere dames gaat Wobbie erheen. Groente, fruit, een halve kip en twee paar sokken zijn de buit deze keer: dus de kosten vielen mee.

Na de middag maken we weer een ritje met de leenauto. Even buiten Mazarrón ligt een oud mijnencomplex dat tot 1969 in bedrijf geweest is. Een wandelgebied mits je goede schoenen aan hebt. Het terrein staat nog vol met ruïnes. Een pittige wandeling over de berg met fraaie uitzichten en doorkijkjes. Elke keer weer fascinerend om dergelijke enorme bouwwerken te zien die langzaam aan het verdwijnen zijn. 

Vervolgens gaan we naar de boulevard van Puerto de Mazarrón: we zijn hard aan koffie toe. Het is er gezellig druk, veel gezinnen met jonge kinderen. En bejaarde toeristen, veelal van de camping. We vallen niet op.

Terug bij de camper kunnen we een uurtje buiten in de zon zitten. Voor het eerst sedert lange tijd. We waren er hard aan toe. Morgen gaan we verder: een stukje langs de kust waar een vrije camperplaats zit. Zonder voorzieningen en het is maar de vraag of we daar internet hebben.  

Maandag 28 maart

We nemen afscheid van Camping Las Torres en de mensen die we er inmiddels kennen. En natuurlijk van Marinus en Catrien: die we deze zomer in Nederland ongetwijfeld nog een keer tegenkomen. We rijden maar een paar kilometer verder. Buiten Puerto de Mazarrón liggen aan een baai de vakantiedorpen Isla Plana en La Azohía. In dat laatste dorp houdt de wereld op tegen een bergwand met halverwege  de "Torre de Santa Elena" en daarachter de zee. En er is een camperplaats: een wat ruig terrein, gratis en zonder voorzieningen. Overvol de afgelopen maanden, nu met tien campers vrijwel leeg.

Na het installeren gaan we wandelen. Langs de zee richting Isla Plana, waarbij we ons aardig verkijken op de afstand. Bijna terug bij de camperplaats komen we het eerste café- restaurant tegen. We zijn hard aan koffie toe. Maar als we er zijn, zien we dat ze een dagmenu, menu de dia, hebben. We laten ons verwennen: heerlijk na zo'n iets te verre wandeling. Hoewel de wijn een beetje "zwaar" valt.

Na de middagpauze gaan we toch opnieuw wandelen. In de verte, halverwege de berg aan het einde van de baai, ligt Torre de Santa Elena. Een uitdaging dus. Het wordt een hele klim en, zoals vaker, valt de eindbestemming wat tegen. Een gerestaureerd complex waarvan alle interessante onderdelen afgesloten zijn. De vergezichten zijn echter fraai. Alleen helaas vandaag weer wat minder: het is zwaar bewolkt. En er staat weer een erg harde, vervelende wind. Morgen een nieuwe dag en nieuwe kansen zullen we maar zeggen. 

De "Torre de Santa Elena"

De baai van Isla Plana en La Azohía.

Dinsdag 29 maart

We hebben een vreselijke nacht achter de rug. Zo rond twaalf uur, we lagen al in bed, begon het te stormen. De camper zwaaide alle kanten op, slapen was er niet meer bij. Dat duurde een uur, waarna het over leek. Maar na een uur windstilte begon het opnieuw: in dat ritme de hele nacht door. Om vijf uur hebben we er schoon genoeg van: we gaan weg, bang dat de camper omkiepert. In het donker rijden we terug naar Puerta de Mazarrón. Daar, achter de Lidl is een vrije camperplek en die ligt in de luwte. Tot half tien slapen we uit.

In de loop van de ochtend gaan we rijden, vijfenveertig kilometer het binnenland in. Daar ligt de plaats Totana, met op woensdag een aardige, traditionele Spaanse markt. Daar willen we dus heen. Even buiten Totana ligt een aardige camperplaats, van alle gemakken voorzien. Camperstop Sierra Espuna, genoemd naar het natuurgebied hier. Met plaats voor tweeëndertig campers: tegen de avond staan er tien. Het hoogseizoen is ook hier voorbij.

Op een berg in de verte staat een enorm Christusbeeld met de fraaie naam Mirador del Corazón de Jezús. Het is een kilometer of acht bergop. Opnieuw een uitdaging dus, we doen het op de fiets. Met volle ondersteuning: zonder waren we er nooit gekomen. Via de kruisweg komen we bij het beeld: vooral de uitkijkjes zijn fraai. Vooral nu: op het moment dat we er zijn breekt de zon door. Toeval bestaat niet. Terug bij de camper kunnen we heerlijk in de zon zitten. Na een slecht begin een fraai einde van de dag.

Het Christusbeeld in de buurt van Totana.

Het nabijgelegen klooster met hotel en camperplaats.

Woensdag 30 maart

Na een windstille nacht met veel regen begint de dag droog. We gaan dus fietsen: er is markt in Totana. Dwars door de stad loopt een breed afvoerkanaal voor water. Hier heet dat "rambla" en staat nu helemaal droog. Aan beide zijden van die rambla loop de markt. Met heel veel groente, fruit, stoffen en kleding. Geen sierraden en telefoons e.d.: en wij denken dat we de enige toeristen zijn. We scoren wat groente en fruit, waarna we koffie gaan drinken. Tijdens een wandeling door het centrum komen we bij toeval het VVV kantoor tegen. De mevrouw daar heeft meer vragen voor ons dan wij voor haar: Hollanders in Totana schijnt bijzonder te zijn. Wij willen eigenlijk alleen weten waar de "Via Verde" begint, het fietspad over de opgeheven spoorlijn. Ondanks een plattegrond en zoekpogingen komen we niet verder dan een tuincentrum. Daar verkopen ze nog "Round-Up": een berucht verdelgingsmiddel tegen onkruid en bij ons in Nederland allang verboden. We nemen toch maar een flesje mee: tegen het onkruid in het grind naast ons huis waar de camper staat. 

Rond half twee zijn we terug bij de camper; net op tijd voor het serieus gaat regenen. En dat gaat door tot 's avonds half acht, als de zon zich nog even laat zien. Veel te laat natuurlijk. We zitten knus in de camper met een kacheltje aan.  

Markt in Totana.

Donderdag 31 maart

Twee dagen Totana vinden we genoeg: we gaan terug naar de kust. Vorige week zijn we met de leenauto op Prayas de Percheles terecht gekomen, ergens tussen Puerto de Mazarrón en Aquilas. Daar willen we heen. Na wat boodschappen onderweg zijn we rond twaalf uur op de camperplaats. Voorheen een grote parkeerplaats aan het strand met één toegangsweg. Daar staat nu een slagboom en een huisje met een oppasser. Eerst betalen, zes euro, en dan mag je een plek zoeken. Dat kost overigens geen moeite. Volgens ons is er plaats voor een paar honderd campers (en caravans). Er staan er nu zo'n zestig. De voorzieningen zijn povertjes: je kunt er lozen en schoon water innemen kost vijftig eurocent voor twintig liter. Er zijn twee wc's en een douche en een bouwwerk dat mogelijk een restaurant moet worden. Verder is het een prachtige "mooi weer" plek zo pal aan het strand met een aantal palmbomen. En mooi weer is het als we aankomen. In de korte broeken kunnen we twee uur heerlijk in de zon zitten. Eigenlijk voor het eerst deze reis. Daarna is de pret al weer over: de zon verdwijnt en er steekt een harde wind op. We maken twee keer een rondwandeling en wat we al vermoedden blijkt juist. Deze plek ligt erg afgelegen en veel meer dan pittige wandelingen maken zit er niet in.

Vrijdag 1 april

Eén van de redenen voor de keuze van deze camperplaats was een weer-app die we deze week bekeken: deze vrijdag werd aangeduid met een tien. Prachtig weer. Volgens ons is dat een hele slechte 1 april grap geweest. Als we opstaan is het zwaar bewolkt. Dus we gaan maar fietsen langs de kust. Een aardige route naar het dorp Puntas de Calnegre. Daar eindigt de kustroute en moet je het binnenland in tussen eindeloze complexen met plastic kassen. Waar hoofdzakelijk tomaten gekweekt worden. Onderweg komen we nog drie andere camperplaatsen tegen. Erg afgelegen en misschien handig voor een overnachting van één nacht als je op doorreis bent, maar meer ook niet. Na een kilometer of twaalf hebben we genoeg plastic kassen gezien en keren we om. In Punta de Calnegre komen we een bar/restaurant tegen met een leuk terras waar we wat eten en drinken. 

De zondagmiddag brengen we in gepaste rust door: soms met vest, soms zonder. Afhankelijk van de zon die af en toe tussen de wolken door piept. 

Aan het einde van de middag maken we weer een wandeling langs de kust. En komen nog een vrije camperplaats tegen. Even boven de zee rondom de ruïne van een boerderij. Een strand is er niet, tocht staat er bij de inrit een bord met de naam "Playa Canina". We noemen het speciaal voor de avonturiers onder de lezers. Er staan vijfentwintig campers, bijna allemaal Duitsers. Ook morgen zou het een mooie dag worden; eerst zien bij het opstaan en dan geloven. Anders gaan we verder.

Zaterdag 2 april

We worden gewekt door de zon. Die schijnt uitbundig de camper in door de dakluiken. Maar buiten ligt ons vloerkleed een eind verder: weggewaaid. En dat waaien doet het nog steeds: een harde koude wind. Zo tegen elf uur hebben we er genoeg van en besluiten te vertrekken. Weg van de kust. We gaan weer naar Murcia, naar de camperplaats bij de Ikea. Ook daar schijnt de zon volop en waait de wind, maar we staan in de luwte en kunnen heerlijk buiten zitten. Met een onderbreking voor een bezoek aan het restaurant van de Ikea. Daar kun je eten en deze site bijwerken. Allebei nuttige zaken. Aan het einde van de middag doen we nog wat boodschapjes hier en daar. Je kunt hier uit de winkels kiezen waar je naar toe wilt.

Zondag 3 april

De zon schijnt volop bij het opstaan in Murcia. De camperplaats staat weer behoorlijk vol met vooral Spaanse campers, het is weer weekend. Verder zijn de parkeerplaatsen leeg. Dat heeft te maken met het feit dat het zondag is en alle winkels hier dan gesloten zijn. Tijd om te vertrekken dus. We gaan weer naar de kust, naar de grote plaats Torrevieja. Daar belanden we op een wat bijzondere camperplaats: Parking Camper park Torrevieja. Een lange lap grind tussen twee rijen appartementencomplexen, met uitzicht op de zee. Een camperplaats van alle gemakken voorzien, behalve dat je er niet bij je camper mag zitten. Officieel heet dat "campinggedrag niet toegestaan". Dat heeft te maken met de bewoners van de appartementen die uitkijken over de campers. De campers mogen er staan maar alles wat op een camping zou lijken is verboden. Een bijzonder compromis tussen de eigenaar, de bewoners van de appartementen en de gemeente. Als je toch buiten wilt zitten moet je met je stoeltje naar het strand, zo'n honderd meter verderop. 

Na de middag gaan we weer fietsen. Er liggen hier twee natuurparken met grote meren met watervogels, waaronder flamingo's. En er loopt een "Via Verde" langs waar je lekker kunt fietsen. Helaas zitten de watervogels veel te ver weg. En het lekkere fietsen valt ook wat tegen: er staat weer een harde koude wind. En welke kant we ook op fietsen, de hele weg hebben we die wind tegen. Terug bij de camper zitten er toch weer veertig kilometer op en is een lekkere douche een heerlijk toetje.

Maandag 4 april

Weer een bar slechte dag wat het weer betreft. Ergens in de nacht is het gaan regenen en dat doet het nu, acht uur in de avond, nog steeds. En, net zo erg, er staat een keiharde wind. We zitten bijna de hele dag binnen met de kachel aan. Rond vijf uur, als het wat minder hard regent, gaan we naar de Aldi, zo'n vijf minuten open. Op de terugweg lopen we even langs de zee. Voor de begrippen hier gaat het er woest aan toe. Geen mens te bekennen, hoge golven en zwaaiende palmbomen. 

Het is onze laatste dag hier, morgen gaan we weer een stukje naar het noorden. Richting Valencia; of we dat halen ligt helemaal aan het weer wat we onderweg tegenkomen. 

Voor de begrippen hier een woeste zee.

Dinsdag 5 april

We vertrekken in de stromende regen uit Torrevieja; met excuses van de beheerder van de camperplaats voor het slechte weer. We rijden tot Alicante langs de kust, in de regen en met een harde wind. Daar gaan we een stuk het binnenland in. waar de wind niets meer voorstelt en de regen ook minder wordt. Het blijft echter miezeren. We gaan naar Bellús, de camperplaats bij het stuwmeer waar we op de heenweg ook een weekend gestaan hebben. Even voor Bellús komen we een benzinepomp tegen van "Family Energy": hadden we nog nooit van gehoord. Op het grote prijzenbord staat "diesel €1,70" en dat vinden we niet duur. Op de pomp staat een ander bedrag: €1,60. Uiteindelijk hebben we bij de kassa €1,50 betaald (prijzen naar boven afgerond). Wonderlijk, maar beter zo dan andersom. 

De camperplaats in Bellús is bijna leeg. De campers die er nog zijn staan op het punt te vertrekken. We staan dus weer eens helemaal alleen. In de modder en dat wordt alleen maar meer, want het blijft de hele middag en avond regenen. Gelukkig staan we op een strook grint waar we tenminste droge voeten houden.

Zo gezellig het hier op de heenreis was, zo leeg en troosteloos is het nu. Zelfs een wandeling naar de kroeg in het dorp zit er met dit weer niet in.

Moederziel alleen op de camperplaats van Bellús

Woensdag 6 april

We hebben meer dan vijftig uur aaneengesloten regen over ons heen gehad. Het stopte om een uur of vijf in de ochtend. Om ons heen is het een enorme modderzooi: geen enkele reden om hier langer te blijven. We gaan opnieuw naar een camperplaats waar we op de heenweg ook geweest zijn: Praya de Casablanca bij de plaats Almenara. Toen stonden we op een grote parkeerplaats naast de officiële camperplaats. Nu mag dat niet meer. Alle parkeerplaatsen, en dat zijn er heel veel langs deze kuststrook, zijn voorzien van borden met verboden voor campers. Blijft over een lullig klein parkeerplaatsje wat nu camperplaats heet. In de avond overvol en dicht op elkaar. Het enige criterium is dat de camperdeur open kan zonder de camper van je buurman te raken. Maar we klagen niet want de zon schijnt hier!

We beginnen met een wandeling langs het strand. Het is net of we niet weggeweest zijn hier. Nog steeds uitgestorven, op de camperplaats na dan. Bijna alle huizen zijn afgesloten en alle parkeerplaatsen leeg.

Na de middag gaan we fietsen. Een aardige tocht vanaf de kust door een landbouwgebied naar de stad Almenara. Niet bijzonder daar, maar we vinden er wel een terras waar we even bij kunnen komen. Na een wandeling voor in de avond, de andere kant op langs het strand, zit de dag er al bijna weer op. Volgens een weerapp komt de temperatuur morgen boven de twintig graden. Daar zijn we hard aan toe dus blijven we nog even hier.  

Een kerktorentje ergens onderweg met besneeuwde bergtoppen in de verte. 

Donderdag 7 april

Een rustdag vandaag: voor de eerste keer deze reis de hele dag zon. Dus een beetje wandelen, wat lezen en kijken wat er om ons heen gebeurt. Eén van de weinige barretjes aan het strand wordt in gereedheid gebracht voor het komende seizoen. Morgen gaat de boel open. Voor ons helaas te laat, morgen gaan wij verder naar het noorden.

Vogels in de buurt van Almenara

Vrijdag 8 april

Weer een klein stukje naar het noorden. We komen terecht in de grote plaats El Grao de Castellón en staan op de camperplaats bij het planetarium, pal aan zee. We zijn hier ooit al eens eerder geweest. Omdat we vroeg zijn kunnen we nog kiezen uit een paar vrije plaatsen van de totaal zevenenveertig. In de loop van de middag staat ook hier weer alles bomvol. We beginnen met een wandeling langs de kust. Een prachtig aangelegd wandel cq fietspad door een parkachtige omgeving. Na een paar kilometer komen we de tweede camperplaats hier tegen. Bij het vliegveld, een soort Teuge in het klein. Ook daar staat het helemaal vol. Met ook daar veel Spanjaarden, vanwege het weekend en de net aangebroken Paasvakantie. Maar ook veel West-Europeanen bezig met de terugreis en aan het genieten van het mooie weer nu. 

Terug bij de camper maken we uitgebreid kennis met Nederlandse buren: Karel en Marie José. Ook Marokkogangers en we blijken nogal wat gezamenlijke kennissen en bekenden te hebben. We zijn zo een paar uur verder. Daarna gaan we uit eten, waarbij het vinden van iets leuks nog niet meevalt. Uiteindelijk komen we terecht in een Spaans pizzarestaurantje, waar we allebei aan de spaghetti carbonara gaan. Heerlijk gegeten voor weinig. 

Aan het einde van de middag komt er een "honingboer" langs de campers. Hij heeft vier soorten bij zich die we allemaal mogen proeven. We kiezen de lekkerste, en daarvan hebben we nou net niet de naam onthouden.

Kunst in Grao de Castellón.

Zaterdag 9 april

Dag twee in Grao de Castellón. Het weer is fraai dus we blijven nog even om onder andere te fietsen. Een route langs de kust naar de volgende plaats Benicassim. Een mooie route over prachtig aangelegde fiets- cq wandelpaden. En daar wordt volop gebruik van gemaakt. Het lijkt zo af en toe of er een vierdaagse bezig is. Via een erg mooie boulevard in Benicassim komen we bij toeval terecht op een "Via Verde". Deze loopt van Benicassim naar de volgende kustplaats Oropesa. Ook op deze voormalige spoorbaan een flinke stoet wandelaars en fietsers. Een erg leuke fietstocht van zo'n veertig kilometer.

Bijkomen van de tocht doen we op het strand. Een breed zandstrand met veel speel- en speltoestellen. Volgens ons is Grau de Castellón een rijke gemeente. Na de vijfuursborrel met de buren maken we nog een keer een wandeling langs de zee. Ook nu nog zijn de banken en picknicktafels druk bezet. Hele families zitten bij elkaar om iets te vieren of misschien wel alleen omdat het mooi weer is.   

Een lange, koude tunnel van de Via Verde van Benicassim naar Oropesa.

Zondag 10 april

Vandaag gaan we weer rijden; tweehonderdveertig kilometer naar het noorden. We nemen afscheid van Karel en Marie José en gaan op pad. Qua weer hebben we deze reisdag goed gekozen. Het is zwaar bewolkt en onderweg regent het voortdurend. En dan kun je beter in een rijdende camper zitten dan in een stilstaande camper op een kletsnatte camperplaats. We rijden nu over de nu tolvrije autobaan AP7 een dertig kilometer voorbij Tarragona. Daar, een eindje het binnenland in, ligt in het dorp Bellvei een camperplaats met alle voorzieningen. We willen even elektriciteit om van alles op te laden en een lekkere douche is ook welkom. Als we aankomen is het gelukkig droog geworden. De camperplaats is niet bijzonder, erg afgelegen en het dorp Bellvei stelt weinig voor. Er staan acht Spaanse campers om ons heen waar volop gebarbecued wordt. En aan het einde van de middag begint het grote inpakken. Voor hen zit het weekend er weer op en in de avond staan er nog maar drie campers.

Het dorp Bellvei; niet het fraaiste dorp van Spanje.

Maandag 11 april

We hebben al weer niet goed geslapen. Hoewel de camperplaats in een soort niemandsland ligt, loopt er een drukke spoorlijn langs. Voor treinen in alle soorten en maten: zo om het halve uur davert er één voorbij. Niet handig om een spoorlijn achter een camperplaats aan te leggen: en andersom ook niet. 

We zijn weer vroeg op pad. Opnieuw een dikke honderdvijftig kilometer naar het noorden, op weg naar de Costa Brava. Langs Barcelona, waar het razend druk is, naar de kustplaats Palamós. Een toeristisch lustoord zoals bijna alle kustplaatsen hier. We kiezen de camperplaats met de fraaie naam "EmpordArea". Prijzig met zeventien euro per nacht, maar dit is een dure regio en het is Paasvakantie nu. Voor dat geld vinden wij het een matige camperplaats. In principe zijn alle voorzieningen aanwezig, maar slechts twee douches en toiletten voor dertig campers is wel erg summier. 

Na de middag gaan we fietsen; er is redelijk veel zon maar de wind is fris. En voor we er erg in hebben, zitten we op de boulevard. Heel lang, fraai aangelegd en talloze restaurants waar vooral tussen de middag gegeten wordt. En natuurlijk hotels en appartementen. Zoals gezegd, dit is een dure regio.

Een show van asielhonden op de boulevard: wij konden de verleiding weerstaan.

Dinsdag 12 april

Op dinsdagmorgen is er markt in Palamós. En die willen we natuurlijk niet missen. Eén hele lange hoofdstraat is afgesloten en is nu één lint van marktkramen. Met eindeloos veel kramen met kleding en aan het einde wat groente en fruit. Best gezellig, voor zover een makt gezellig kan zijn, maar wat meer variatie in kramen was welkom geweest.

Vanmiddag zijn we op de fiets naar Platja de Aro geweest, de kustplaats onder Palamós. Via veel fraaie fietspaden, hoewel je af en toe moet zoeken om op de goede route te blijven. Een aantal jaren geleden zijn we er ook geweest en we komen allerlei bekende plekken tegen. Een camping waar we ooit geweest zijn, een camperplaats waar we gestaan hebben en een winkelcentrum waar we ooit bij de Decathlon hebben zitten internetten. Leuk om er nog eens rond te kijken. 

Terug bij de camper ligt er een uitnodiging op de tafel. De camperplaats bestaat acht jaar en viert dat met een soort receptie voor in de avond. Daar gaan we heen natuurlijk: de drank is gratis. Een gezellige drukte, waar we tussen al het buitenlandse geweld gezellig hebben gekletst met Nederlandse overburen. Natuurlijk over plaatsen waar we beiden geweest zijn, maar ook over Marokko. Dat staat nog op hun "to do" lijstje. We hebben ze voorzien van onze ervaringen en enkele informatiesites.

Over het weer willen we het eigenlijk niet meer hebben. Eén woord dan: knudde!  

Markt in Palamós

De camperplaats bestaat acht jaar: op de foto met de leuke mevrouw van de receptie.

Woensdag 13 april

We verlaten de Costa Brava in de regen. Waarmee deze reis voor ons gevoel op zijn einde loopt: op naar Frankrijk. Ergens bij Narbonne een eind het binnenland in hebben we volgens de reviews een aardige  camperplek uitgezocht. Waarbij het altijd weer spannend is of er nog plaatsen vrij zijn. Via een soort bergrit over een lange, slechte weg, bereiken we het doel. En er is nog plaats genoeg. Tot zover het goede nieuws. Maar het is er somber en koud en fietsen zit er hier in de bergen niet in. We besluiten naar de kust te rijden. Via Narbonne en Narbonne-Plage komen we weer terecht op de camperplaats in St Pierre la Mer, waar we al veel vaker geweest zijn. De laatste keer was nog vorig jaar september. Toen erg vol met zo'n zestig campers, nu met nog geen twintig stuks matig bezet. Ruimte te over. En, nog belangrijker, het is hier droog en we zien een flauw zonnetje. We maken een wandeling langs de zee en door het dorp: alsof we nooit weggeweest zijn. Alleen is er nog erg veel gesloten. We hadden verwacht dat ook hier het seizoen met de Pasen wel zou starten. Nou niet dus. Met wat moeite vinden we een tentje waar we wat kunnen drinken. Voor twee consumpties hier ben je twee keer zoveel kwijt als in Spanje. Maar we klagen niet. Tot half acht zitten we buiten en volgens een weerapp krijgen we morgen nog zo'n dag. 

Donderdag 14 april

Deze reis zijn we op de kop af zes weken geleden begonnen. En we hebben nog maar weinig dagen de korte broeken aan gehad. Maar vandaag was het weer zo'n dag. We zijn op de fiets naar Gruissan geweest. Een aardige rit, zo'n zesendertig kilometer heen en terug, en het is een gezellig stadje. Altijd volk op de been en leuke terrasjes. En twee grote supermarkten: ook handig. 

In de middag wordt het echt warm; die brengen we in gepaste rust door. Het is net nog geen strandweer. Aan het einde van de middag gaan we weer naar onze "stamkroeg" Le Ficky. Stond vorig jaar september te koop. Nu, vandaag, weer geopend. Geen idee of er een nieuwe eigenaar in zit. Maar de prijzen van de consumpties, voor Franse begrippen, vallen mee en je hebt er goede WiFi.

Het meest markante punt in Gruissan: de ruïne en de kerk.

Vrijdag 15 april

Het is goede vrijdag ook hier in St Pierre la Mer. Waar we overigens niets van merken. De restaurantjes en winkels zijn gewoon open. Geen idee of dit voor andere sectoren een vrije dag is. Voor ons is het een dag als de voorgaande dagen: wat fietsen, ergens koffie drinken en in de zon zitten. Vooral dat laatste kan hier dus, nu al voor de derde dag op rij.

Ondertussen is het erg druk geworden op de camperplaats. Hetzelfde hebben we in Spanje meegemaakt. Op vrijdag gaan camperaars op zoek naar een leuke plek om het weekend door te brengen. Waarna er op de zondagnamiddag weer een hele uittocht begint.

Zaterdag 16 april

De zaterdag beginnen we met een flinke wandeling door een natuurgebied naast de camperplaats. De lucht is strakblauw, maar er staat een harde wind. Tussen de bomen van de bossen valt het nog mee, maar rondom de campers verschijnen regelmatig grote wolken stof en zand. Aan het einde van de ochtend gaan we nog even naar de markt. Waar alle dagen een aantal kramen staan: soms wat meer, soms wat minder. Afhankelijk van het weer en het aantal toeristen. We scoren wat meloenen en een gegrilde kip inclusief krielaardappeltjes voor twee personen. Goedkoper dan uit eten gaan hier. De middag zitten we in de zon en zoveel mogelijk uit de wind. Na een bezoekje aan het strand waar kite-surfers zich helemaal uitleven en wat inpakken, zit de dag er al bijna weer op. Morgen gaan we verder naar het noorden in de hoop een camperplek te vinden waar nog plaats is.

Zondag 17 maart

Op naar het noorden: vandaag een rit van honderddertig kilometer. Weg van de inmiddels overvolle camperplaats in St Pierre la Mer. We hebben er drie dagen prachtig gestaan. De laatste, vierde dag, stonden we helemaal ingebouwd door Franse campers. Via slechte binnenweggetjes zitten we gelukkig snel op de autobaan de A75. Het is er druk en we belanden in een heuse file. De camperplaats die we uitgezocht hebben ligt tien kilometer van die A75 af, zestien kilometer voor de brug van Millau. Het dorp heet Ste Eulalie de Cernon en heeft een fraaie camperplek. Kost negen euro vijftig en is van alle gemakken voorzien. Behalve de douches dan, die zouden het morgen weer doen. Kennelijk is het hier niet de bedoeling je in het weekend te douchen, maar op doordeweekse dagen. Het belangrijkste voor ons is dat er nog plaatsen te over zijn. Met dit prachtige weer zoeken ook camperaars de kust op en niet het binnenland. 

Natuurlijk maken we een wandeling door Ste Eulalie de Cernon. Een oeroud dorp nog uit de tijd van de Tempeliers. Er zijn nog al wat toeristen die een rondje lopen. Op twee toeristenwinkeltjes na is alles gesloten. Zelfs in de twee restaurantjes is geen leven te bekennen. We zijn hevig teleurgesteld. Eerste Paasdag, toeristen en prachtig weer en geen terras open. Een slechte beurt van de nazaten van de Tempeliers.

Maandag 18 april

Opnieuw een etappe van deze keer tweehonderd vijfendertig kilometer. We zitten snel op de A75. Bij Millau gaan we er even af. Je hebt de keuze om over de dure brug te rijden of onderlangs door Millau. Dat laatste hebben we nog niet eerder gedaan. Vandaag grijpen we deze kans; en dat is goed te doen. Je bent snel door Millau heen en je bespaart de kosten van het dure viaduct. Ook het passeren van Clermont Ferrand verloopt soepel: je gaat er met een boog omheen. Rond half drie hebben we genoeg van het rijden. De keuze voor een overnachtingsplek is deze keer gevallen op een Camping Municipal in de plaats Gannat, een eindje boven Clermont Ferrand. Een fraai gelegen camping, net weer open, aan de rand van het stadje. Behalve onze camper staan er nog vier andere Nederlanders om ons heen.  
Voor in de avond wandelen we nog even het stadje in. Daar worden we niet vrolijk van: oud, smoezelig en veel leegstand. En uitgestorven, waarschijnlijk omdat het tweede Paasdag is.

Het mooiste gebouw van Gannat: de kerk.

Dinsdag 19 april

Vroeg opstaan betekent ook weer vroeg op pad. We gaan richting Auxerre en komen onderweg twee vervelende hindernissen tegen. Ergens bij Moulins in de buurt wordt een nieuwe snelweg aangelegd. Een gigaproject met allerlei omleidingen die de TomTom niet kent. Kilometers sukkelen, maar we blijven op het goede spoor. Het tweede oponthoud is de wegafsluiting van een doorgaande weg naar Auxerre, dus omrijden. Gelukkig goed aangegeven, maar wel een lus van zo'n veertig kilometer. Via een "landschappelijke" route. Zo tegen half drie hebben we weer genoeg van het rijden. De deze keer gekozen camperplaats ligt wat verder van de doorgaande route dan we voorzien hadden, maar is de moeite waard. We staan in het dorp Ervy-le-Châtel. Een aardig dorp om even doorheen te wandelen. Maar ook hier, zoals bijna overal in de dorpen veel leegstaande panden en achterstallig onderhoud. Mogelijk hebben de Fransen geen interesse in de buitenkant van hun huizen. Maar ook de vergrijzing speelt een rol, veel jongeren vertrekken naar de grotere steden.

De voormalige overdekte markthal van Evry-le-Châtel.

Woensdag 20 april

We gaan weer verder naar het noorden: op naar huis. De TomTom heeft de opdracht gekregen ons naar Apeldoorn te navigeren. Via Troyes en Reims bereiken we de Frans-Belgische grens. We denken dat we via Brussel en Antwerpen Nederland binnenrijden. Dat komt goed uit want we willen nog even op bezoek bij onze Belgische vrienden Frank en Ria die in Westmalle wonen, vlakbij Antwerpen. Maar bij de grens stuurt de TomTom ons richting Eindhoven. Met wat moeite vinden we uiteindelijk weer het juiste spoor en besluiten nog maar een nachtje in België te blijven. We hebben een overnachtingsplek gevonden in de buurt van Brussel. Het dorp heet Gooik en de camperplaats ligt er even buiten bij "Plattelandscentrum Paddenbroek". Officieel een startpunt van fiets- en wandelroutes. Met proeftuinen en speeltoestellen. Maar nu vooral een proeflokaal van Belgische bieren. Vrijwel alle soorten en merken zijn er verkrijgbaar. Het is er druk op het terras. Op alle tafels staan verschillende glazen: elk soort bier heeft zijn eigen glas. De camperplaats stelt weinig voor. Er zijn geen voorzieningen en er is officieel plaats voor drie campers. Maar tegen de avond staan er vijf: de ober van de biertapperij vindt het prima allemaal.     

Donderdag 21 april

Een zware dag wat het rijden betreft. We zijn vroeg op pad en moeten anderhalf uur rijden naar Westmalle, naar Frank en Ria. We moeten om Brussel heen en daar begint de eerste file-ellende. Stapvoets rijden, stilstaan, over slechte stukken weg manoeuvreren, kortom inspannend en vermoeiend. Veel later dan gepland komen we in Westmalle aan, waar we beginnen met koffie. En bijkletsen natuurlijk, we hebben elkaar een half jaar niet gezien. Natuurlijk heeft Ria weer heerlijk gekookt. Rond een uur of twee nemen we afscheid van elkaar. In de hoop elkaar dit jaar nog een keer ergens tegen te komen tijdens een camperreis. Of, nog beter, begin volgend jaar in Marokko.

De route van Westmalle naar Apeldoorn valt ook al niet mee. Bijna de hele route rijden we tussen de vrachtwagens. Enorme files en overvolle parkeerplaatsen. Rond half zes zijn we eindelijk thuis.

En weer is er dus een camperreis voorbij. Een reis waar we met een wat dubbel gevoel op terugkijken. De grootste tegenvaller was zonder meer het erg slechte weer in Spanje. Niet eerder tijdens een reis hebben we zoveel dagen binnen gezeten vanwege de regen. Ook het aantal vrije camperplaatsen viel wat tegen. Veel camperplaatsen met legendarische namen langs de kust zijn verdwenen. Daarvoor zijn er een aantal officiële, betaalde camperplaatsen voor terug gekomen: en daar zitten ook leuke plekken tussen. We hebben veel leuke en aardige mensen ontmoet. En de prijzen op veel gebieden zijn aangenaam in vergelijking met andere Europese landen.

Tot slot willen we onze volgers weer bedanken voor hun belangstelling: tot een volgende reis!

 

De route die we deze reis gereden hebben.