2024: Weer naar Marokko, Deel 2

Maandag 22 januari

Vandaag de laatste episode over de verloren telefoon, wat ons betreft. Vanochtend zijn we dus met Frank en Ria naar Taghazout geweest, naar het gemeentehuis. Daar zouden we een soort proces verbaal kunnen ophalen. En dat zou dan bij de politie moeten worden voorzien van stempels. Op het gemeentehuis weet men echter van niets. Als je iemand aanspreekt, in het Frans dankzij Frank, en die weet het niet, moet je zelf maar een ander zoeken die het misschien wel weet. Na meer dan een uur komen we iemand tegen die aanbiedt onze naam en Wim zijn telefoonnummer, op een briefje, te bewaren. Als de telefoon er ingeleverd wordt, zal hij ons bellen. Voor een formulier moeten we echt bij de politie zijn.                                                                                            Boven op een berg, via een steile weg waar we fietsend niet tegenop komen, ligt het fraaie politiebureau.  We melden ons, vertellen waar we voor komen en moeten plaats nemen in de wachtruimte. Het is er druk: een gaan en komen van mensen die er iets moeten doen. Als de wachtkamer twee keer voorzien is van nieuwe klanten worden we ongeduldig en gaan drentelen. Maar dat is niet de bedoeling, we worden gesommeerd weer te gaan zitten. Na anderhalf uur zijn we het spuugzat en gaan weg. Zoals gezegd, het hoofdstuk "verloren  telefoon" hebben we hiermee afgesloten.                                                                                                  Het is inmiddels al twee uur en we hebben trek gekregen. Min of meer bij toeval belanden we in een lux restaurant in Aourir: El Baraka. Op een soort toonbank van de keuken staan tig tajines te pruttelen. Op verzoek wordt er een deksel opgetild en kun je zien wat de pot schaft. We nemen twee tajines geit voor z'n vieren. We hopen alleen niet dat het dat leuke geitje is geweest die vorige week langs de camping scharrelde, die we nu op zitten te eten. Overigens hebben we er heerlijk gegeten.                              Tot slot is Wim met Egbert nog even naar "beneden" gefietst, naar Aourir. Daar langs de razend drukke hoofdstraat staat een broodkraam met lekker brood. Gelukkig proef je uitlaatgassen en benzinedampen niet.

Wachten bij het gemeentehuis va Taghazout.

Dinsdag 23 januari

We hebben besloten dat dit onze laatste dag is in Aourir. En dat betekent dus een dag rommelen. Opruimen, de was doen, schoon water de camper in en vuil water de camper uit enzovoort. Reizen in een camper is soms hard werken.                                  Na de middag gaan we op de fiets naar het strand. Daar kijken we met bewondering naar het doorzettingsvermogen van enkele golfsurfers. De zee is ruw en de keren dat er iemand op een plank blijft staan zijn op de vingers van één hand te tellen.                    Vervolgens moeten er boodschappen gedaan worden: brood, groente, fruit en twee smoothies avocado die we meenemen naar de camper. Tot slot moet er nog even gepind worden, maar dat lukt bij geen enkele bank. Blijkt dat we na het verlies van de telefoon en bankpas allerlei limieten op nul gezet hebben. Dat hebben we dus vanavond maar snel gecorrigeerd. Morgen ergens onderweg een nieuwe pinpoging. 

Wonderlijke bouwsels aan het strand.

Woensdag 24 januari

We zijn vroeg uit bed: een reisdag moet je goed voorbereiden. De laatste spullen worden ingepakt, de elektriciteitskabel wordt ontkoppeld en de camper moet van de blokken af. De laatste actie is het afscheid nemen van vrienden en bekenden. De gevleugelde uitdrukking bij bijna iedereen is: tot ziens in Tafraout!                                                                                                                  Om half tien gaan we rijden. Over de rondweg om Agadir heen. Eerst naar een groot winkelcentrum waar onder andere een grote supermarkt van Carrefour zit. Met een afdeling waar alcoholische dranken verkocht worden. Een fraaie supermarkt met veel eigen merk producten. Met voor ons als voordeel de tweetalige productinformatie: in het Frans en Nederlands. We vinden er zelfs onze favoriete emmertjes yoghurt en we scoren een gegrilde kip. Voor zover winkelen in een supermarkt leuk is, valt dat bij deze supermarkt alleszins mee. En, niet onbelangrijk, we kunnen er contant geld pinnen. Gisteravond zijn de instellingen van onze rekening weer op "geld uitgeven" gezet en gelukkig bleek dat vanochtend weer te werken.                                                              Daarna gaan we echt rijden, terug naar de zee. Een afstand van zo'n tachtig kilometer. Zoals elke keer in Marokko, gaan we naar de camping in Sidi Wassay. Een eind uit de bewoonde wereld in een dorp van drie keer niks. Maar een leuke camping, van alle Marokkaanse gemakken voorzien. En prachtig gelegen, pal aan de zee. Met als groot pluspunt dat de zon in de zee ondergaat en niet, zoals in Aourir, om vijf uur al achter de bergen verdwijnt. En ook hier komen we natuurlijk weer bekenden tegen: Rob en Wil, Otto en Marian en Peter en Ria. Die laatste twee gaan morgen weer verder: we zijn dus net op tijd voor een afscheidsborrel. En ook van hen nemen we afscheid met "tot ziens in Tafraout". 

Coördinaten: N30.05667, W9.68667.               

Het benedengedeelte van Camping Sidi Wassay Beach.

De eerste afscheidsborrel met Peter en Ria.

Donderdag 25 januari

Opnieuw een fraaie dag in Sidi Wassay, het is prachtig wandelweer. Je kunt hier twee kanten op: rechtsaf heb je een prachtig wandelstrand en linksaf een rotskust. Daar kun je over de rotsen langs de zee wandelen. Vandaag kiezen we voor het zandstrand, met een lengte van zo'n vijf kilometer. Waarna je uitkomt bij een rotspunt die uitloopt in de zee. Wij halen drie en een halve kilometer. Heen en terug zijn dat er zeven; meer dan genoeg gezien onze leeftijden. Het is een eenzaam gebied in deze tijd van het jaar. Maar in de zomer schijnt het hier een drukte van belang te zijn met hoofdzakelijk Marokkaanse vakantiegangers.      Wij komen drie groepen meeuwen tegen. Aan het pauzeren, dicht bij elkaar en met de kont in de wind.                                                Na de middag gaan we naar het zwembad. Niet om te zwemmen, want het water is nog steenkoud, maar om bij te komen van de wandeling. Met ligbedden, op kunstgras en onder een parasolletje. Het was weer een fraaie dag.

Een groep meeuwen met de kont naar de wind.

Het zwembad van Camping Sidi Wassay Beach.

Vrijdag 26 januari

Gisteren hebben we een wandeling over het zandstrand gemaakt, vandaag dus over de rotsen de andere kant op. En dat viel niet mee. Voorgaande jaren liepen er allerlei min of meer verharde paadjes langs de kust, nu is dat bijna enkel mul zand. Het lijkt er op dat alles kapotgereden is. Al snel wordt duidelijk hoe dat komt. Langs die rotskust waren her en der bouwwerken te vinden van vissers. In alle varianten: van prachtige bouwwerken tot simpele onderkomens van materiaal wat de zee teruggeeft. En al die bouwwerken zijn veranderd in ruïnes. Met zwaar materieel in elkaar gestampt. Ook aan het einde van het wandelstrand zaten een aantal "grotwoningen". Daar, even voorbij het gehucht Sidi R'bat, schijnt hetzelfde gebeurt te zijn. De bewoners zijn verjaagd en moeten zelf maar uitzoeken waar ze heen gaan. Overigens schijnen deze praktijken op meerdere plaatsen langs de kust plaats te vinden. Over de redenen van dit alles doen twee theorieën de ronde. De eerste houdt verband met de recente aardbeving in het Atlasgebergte. Illegale bouwwerken zouden niet meer worden getolereerd vanwege de onveiligheid. De tweede theorie, nogal bizar, houdt verband met het wereldkampioenschap voetbal in 2030. Samen met Spanje, Portugal is Marokko mede-gastland. Daarvoor zouden belangrijke gebieden opgepimpt moeten worden met nieuwe wegen, luxe hotels enzovoort. Het is moeilijk voor te stellen voor ons om, om deze reden, zo te keer te gaan in deze middle of nowhere. Vanwege de kapotgereden paden en de trieste aanblik van de puinhopen van wat eens vissershuisjes waren, duurt de wandeling korter dan gehoopt. De charme van deze route is er voor ons voorlopig wel af.                                                                                                                Na de middag komen we bij op het strand en niet bij het zwembad. Dat is in beslag genomen door een groep jongeren. Kennelijk worden er schoolreisjes georganiseerd naar deze camping.                                                                                                                              Aan het einde van de middag gaan we weer aan de borrel. De laatste keer was ook al weer een paar dagen geleden. Deze keer met onze buren Rob en Wil. We zijn elkaar al veel vaker tegen gekomen de afgelopen jaren in Marokko. Deze borrel heeft dus een reünie-achtig karakter, zij het met een gezellig klein gezelschap.                                                                       

Eén van de meest luxe onderkomens bij de rotsen een paar jaar geleden.

En dit wat er van over is in 2024.

Zaterdag 27 januari

Vier dagen Sidi Wassay vinden we voorlopig genoeg. Geweldige dagen overigens, met name wat het weer betreft. Ook vandaag was het weer een prachtige dag. We beginnen met de werkzaamheden die gebruikelijk zijn op de laatste dag van een verblijf ergens. Daarna gaan we nog een keer wandelen. Eerst een stukje door het dorp waar we een kapper ontdekken. En een soort loket waar koekjes verkocht worden. Meer activiteiten hebben we niet ontdekt. Vervolgens gaan we weer het wandelstrand op: het is eb en dat loopt dan heerlijk. Op de terugweg gaan we toch maar even langs het koekjesloket. Vanwege de taalproblemen kost het enige moeite om de hoeveelheid en het af te rekenen bedrag overeen te komen. Maar uiteindelijk hebben wij lekkere koekjes en de koekjesmevrouw een goede dag. De helft van de koekjes geven we aan de buren: een jong stel, uit Nederland, met een leuk jochie van vier jaar. Die buurman heeft Wobbie geholpen met haar telefoon. En voor wat hoort wat.                                      Na de middag gaan we weer uitpuffen bij het zwembad; vandaag zijn er geen schoolreisjes. De gemiddelde leeftijd nu is zeventig plus, daartussen vallen wij niet op.                                                                                                                                                                          Aan het einde van de middag nemen we de afgelopen dagen nog even door met Marian, de buurvrouw van vier campers verder. Haar man Otto heeft even geen tijd, die is aan het jeux de boulen met een stel Fransen. We hebben gezellig zitten kletsen.

De koekjesmevrouw van Sidi Wassay.

Zondag 28 januari

Vandaag een reisdag dus. Honderdzestig kilometer het binnenland in, op weg naar Tafraout. Tot Tiznit min of meer parallel langs de kust en dan linksaf. De eerste zestig kilometer is het landschap uitgesproken saai, met grote, bruine vlaktes. Naarmate we hoger komen wordt het steeds fraaier. Het hoogste-, en tevens hoogtepunt, is de beklimming van de Col de Kardous op zo'n elfhonderd meter hoogte. De uitzichten zijn prachtig. Maar de laatste zes kilometer is een ramp. Vorig jaar waren ze daar al met de weg bezig en we dachten dat het wel klaar zou zijn. Mooi niet dus: in een jaar tijd is er niets meer gedaan. Het is een wasbord over de volledige zes kilometer. Alle schroeven zouden uit de camper trillen.                                                                                               In Tafraout, op de camperplaats in het Keteldal is het nog vrij rustig. De mooie plaatsen zijn er nog voor het uitzoeken, maar eerst moeten we langs het ontvangstcomité. Jan, Pieta, Cees en Dinie staan hier al in de hoek die we eerder wel "Kamp Holland" noemden Ook "onze" plek daar is nog onbezet. We zijn dan ook snel geïnstalleerd. We weten nog precies hoe de camper hier waterpas kan staan en hoe de matten moeten liggen.                                                                                                                                        Na het eten moeten we even bijkomen van alle inspanningen. Dat moet onder de luifel. Want ondanks de hoogte hier, zo'n duizend meter, is het op dit moment erg warm. De zon is er tot een uur of zeven, waarna hij achter de bergen verdwijnt.                  Ondertussen zijn Ellie en Egbert ook het terrein op komen rollen; zijn staan een eindje verder op een fraaie plek. En we hebben de bakker al op bezoek gehad. Hij was blij ons weer te zien: weer een klant erbij. En we zijn verzekerd van brood morgen.          Om een uur of zeven komt de bewaker langs om het stageld te innen: dat is nog steeds één euro vijftig per dag. Hij herkent ons en we worden hartelijk begroet en welkom geheten: weer een klant erbij. De komende dagen zullen er nog wel meer van dit soort ontmoetingen plaats vinden.

Coördinaten: N29.72190, W8.98483.

Onze "vaste" plek in Het Keteldal in Tafraout.

Maandag 29 januari

De dag beginnen we met een rondje door Tafraout, samen met Ellie en Egbert. We beginnen bij de Cremerie des Amis, bij onze jus d'orange man. Het weerzien is weer bijzonder hartelijk, compleet met zoenen en een omhelzing. Uiteraard gaan we aan de verse jus. Zoals bijna overal hier in Marokko, zijn de prijzen van ook de sinasappels omhoog gegaan. Een glas vers geperste jus kost nu bijna twee euro, inclusief een plastic rietje. We vervolgen het rondje Tafraout met tussenstops bij de juwelier, het "kiprestaurant", de kapper en de man die altijd onze internettegoeden regelt. De begroetingen zijn overal even hartelijk. En, wil je het ijs breken bij een begroeting, moet je vragen hoe het gaat met de familie. De gulle lach die dan verschijnt is onbetaalbaar.      De middag staat in het teken van het onderhouden van de sociale contacten. Een praatje hier en daar en het uitwisselen van wetenswaardigheden die camperaars bezighouden. Hot items dit jaar zijn accu's, zonnepanelen en tv schotels.                                In de loop van de middag komen Frank en Ria het terrein oprijden. Zij vinden een leuke plek achter ons. Maar daar is een Franse buurman van even verder het niet mee eens: hij is een stuk van zijn uitzicht kwijt. Een dreigende escalatie wordt voorkomen door de overmacht van Nederlandstaligen. Daar kan je als enkele Fransman natuurlijk niet tegenop. De man pakt boos de camper in en is in no time verdwenen naar één van de Franse enclaves elders op het terrein.                                                                                      Om bij te komen van alle emoties lopen we een rondje om de camperplaats. Een eindje daar vandaan ligt een nieuwe camperplaats waar al drie jaar aan gewerkt wordt. Althans dat hebben wij altijd gedacht. Maar dat blijkt nu een terrein te zijn waar campers gerepareerd worden. Een fraai terrein waar wel twintig campers een ruime plek hebben en waar hard gewerkt wordt allerlei beschadigingen weg te werken. Om tenslotte bij- of overgespoten te worden in een spuitcabine. En dat alles wordt gerund door het duo Mohammed en Said. Die Mohammed is de voormalige lege flessenophaler, als jongetje, van een paar jaar geleden. Vorig jaar zijn we ook bij hem geweest voor het spuiten van de voorbumper, toen nog op een andere plek.                          Buren van ons, Cees en Dinie, staan er ook voor een reparatie. We willen even afwachten hoe dat afloopt en dan misschien onze achterbumper ook daar te laten fatsoeneren.                                                                                                                                                      Morgen gaan we uit eten met Ellie en Egbert: tajines bij Chez Nadia. Wim gaat fietsen om e.e.a te regelen. De man is dolblij hem te zien. Hij had gisteren van andere Nederlanders gehoord dat we dit jaar niet naar Marokko zouden gaan (?). De verassing was dus groot.                                                                                                                                                                                                                      Rond etenstijd wordt Wim verrast door Tony, een Oostenrijker die we hier al jaren tegenkomen. Zijn vrouw Annelies had "knödels" gemaakt, een echt Oostenrijks gerecht. Vooral Wim heeft er lekker van gegeten.   

Op het terras van Cremerie des Amies.

Dinsdag 30 januari

Opnieuw beginnen we de dag met een wandeling naar het dorp. Eerst op zoek naar een snoertje voor een muziekboxje. Dat boxje staat bijna de hele dag aan: er staan meer dan tweeduizend nummers in die passen bij onze leeftijd. Over de radiozenders hier zijn we niet enthousiast. Maar het snoertje om dat ding op te laden ligt thuis. Natuurlijk vinden we zo'n snoertje hier ergens in een winkeltje. In Marokko hebben ze bijna alles. Vervolgens moet de e-reader van Wobbie gesynchroniseerd worden: dat moet eens per maand. Doe je dat niet dan ben je alle boeken kwijt die er op staan. Maar in de camper lukt dat niet, je moet er een goede WiFi verbinding voor hebben. En laten we die nou hebben op het terras van onze jus-man. Niet van hemzelf, maar van een restaurant aan de overkant. Het synchroniseren cq downloaden kan precies in de tijd die we nodig hebben om een glas jus op te drinken: missie geslaagd en vooral voor Wobbie een hele zorg minder.                                                                                                          Dan is het etenstijd. Met Ellie en Egbert gaan we naar Chez Nadia. We zitten op het dakterras, uit de wind en half in de schaduw. Het eten is er voortreffelijk en de prijzen zijn er aangenaam. Voor een vrij complete maaltijd ben je er zeven euro vijftig per persoon kwijt.                                                                                                                                                                                                              Na de middag gebeurt er weer van alles en nog wat. Bijkomen van de maaltijd, de cassette van het toilet moet geleegd worden en Wim brengt een zak kleding naar onze jus-man. Thuis hebben we de kasten opgeruimd en een grote volle tas met nog goede kleding is in de camper beland. En die staat vreselijk in de weg. Onze jus-man is er erg blij mee: wat hij zelf houdt of binnen de familie uitdeelt of aan vrienden geeft is ons om het even.                                                                                                                                  En tussendoor nemen we regelmatig een kijkje bij Jan en Pieta. Die hebben een probleem met het opladen van apparatuur. In een winkeltje hier hebben ze zonnepanelen in alle soorten en maten, inclusief aansluitapparatuur. Of het installeren een succes is geworden horen we morgen wel. Maar de man van het winkeltje heeft in elk geval een goede dag gehad.                          Ergens in de middag komen we Mohammed van het Camperrestauratiebedrijf Momo en Said tegen. Morgenvroeg om tien uur moeten we erheen voor de restauratie van onze achterbumper. 

Het dorp Tafraout met op de voorgrond de campers.

Woensdag 31 januari

Het voordeel van vroeg opstaan 's ochtends is dat je soms een fraaie zonsopgang kunt zien. Voor het eerst hier zien we wolken aan de hemel en die kleuren prachtig oranje/rood. Om tien uur moeten we bij de spuiter zijn, waar aan twintig campers gewerkt wordt. Ook wij krijgen een knaap toegewezen die aan de slag gaat. Helaas met onderbrekingen: haastklussen gaan voor.                Wij gaan naar de markt, waar het nog rustig is vanwege het nog vroege tijdstip. We slaan weer ruim in: groente fruit en borrelnootjes. Genoeg voor een paar dagen. Overigens is de kwaliteit van de verse spullen beduidend minder dan in de regio rond Agadir. In deze streek wordt maar weinig verbouwd: er is gewoon te weinig water voorhanden. Het is hier gortdroog.              Op de terugweg komen we Ellie en Egbert tegen waarmee we koffie gaan drinken. Wij hebben toch alle tijd van de wereld.              Want terug bij de camper begint het lange wachten. Elke laag plamuur en primer moeten drogen. En er moet natuurlijk gegeten worden. En zoals overal hier, als de baas er is, Momo in dit geval, ligt de productiviteit een stuk hoger dan wanneer die er even niet is. Er lopen hier zo'n twaalf monteurs rond. Allemaal jonge kerels die natuurlijk ook vrienden hebben. En die komen met een zekere regelmaat even buurten. En om een handje te helpen daar waar niets te doen is. Dat alles gelukkig wel in een vrolijke en ontspannen sfeer.                                                                                                                                                                                                        Om een lang verhaal kort te maken, de camper komt vandaag niet klaar. De grootste stoorzender was een Duits busje met hoge nood: de schuifdeur kon niet meer open of dicht. Morgenvroeg moet er bij ons eerst nog afgeplakt worden en daarna de spuitcabine in. We blijven dus een nachtje slapen op deze camper(werk)plaats. Eén schrale troost, wij zijn niet de enigen. En met een beetje mazzel hebben we vanavond stroom. Water is ruimschoots voorhanden en er is zelf een toilet en een douche. We denken overigens niet dat we daar gebruik van gaan maken. Het wordt in elk geval een gratis overnachting.

Onze monteur: net even hard aan het werk.

Donderdag 1 februari

Een erg vermoeiende dag deze donderdag. We zijn zo'n beetje de hele dag aan het wandelen geweest. Volgens de stappenteller op de telefoon hebben we dertienduizend stappen gezet. Eerst naar het dorp voor jus om de lichaamstemperatuur wat in de hand te houden: het weer een erg warme dag. Vervolgens gaat Wobbie alleen aan de wandel. En komt natuurlijk weer twee bekenden tegen, Hannie en Nanda. Twee vriendinnen die met een fraaie camperbus rondreizen. Het al weer een aantal jaren geleden dat we elkaar zijn tegengekomen, maar de dames herkennen elkaar alsof dat pas gisteren was.                                              In de middag gaan we naar de hamam voor een douchebeurt en tot slot uit eten. Bij de hamam worden we hartelijk begroet en krijgen twee goede douches toegewezen. De prijs is gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar: 15 dirham per persoon (nog geen één euro vijftig). En nog steeds heerlijke douches daar. Het is alsof we nooit weggeweest zijn. Om een uur of zes gaan we eten bij Espace Harbaz. Bij Nederlandse camperaars vooral bekend als het "kippenrestaurant". We hebben heerlijk gegeten daar: en bijna complete maaltijd voor zes euro per persoon. We zitten er over te denken om hier maar niet meer zelf te gaan koken.      Ondertussen wordt er hard gewerkt aan de camper, uiteraard in een Marokkaans tempo. En onze monteur is een Pietje precies. Hij is bijna drie uur aan het afplakken. Hij heeft een stanleymesje geleend van Jan, van Pieta, die hier vandaag ook aangekomen zijn. Hij is uiterst secuur aan het pielen om het afplakband in de juiste vorm te krijgen. Zelfs alle achterlichten zijn gedemonteerd. Vervolgens wordt alles in de grondverf gezet en daarna de laklaag aangebracht. Ook al een precisiewerkje : druipers en een sinasappelhuidje moeten natuurlijk worden voorkomen. Dat alles gebeurt in de open lucht zonder mondkapje of andere beschermingsmiddelen. Wij vinden het vreselijk stinken en het slaat ons op de keel. Maar de monteur had nergens last van, zo leek het.                                                                                                                                                                                                          We gaan regelmatig even buurten bij Jan en Pieta die tegenover ons staan. Ook hun camper heeft enig spuitwerk nodig. En we zijn de enige Nederlanders hier en dat schept natuurlijk een band.                                                                                                                  Om zeven uur is de klus geklaard. Het is lang geleden dat de bumper er zo fraai heeft uitgezien, we zijn helemaal tevreden. En we hebben ons voorgenomen om in het vervolg zo weinig mogelijk meer achteruit te rijden.                                                                    Vannacht blijven we nog staan op deze camper(werk)plaats. Hier hebben we stroom en kunnen dus nog het een en ander opladen. Morgenvroeg gaan we terug naar het "grote veld".

Een Duitse buurman maakt er helemaal een feest van: zelfs de letters op banden moeten worden geverfd. Deutsche gründlichkeit.

Vrijdag 2 februari

We waren vanochtend vroeg wakker. Ergens in de huizen achter de camper(werk)plaats staat een kippenhok: met ook een haan. En dat beest begint al heel vroeg in de ochtend te laten weten, dat hij de baas is van de ren. Volgens ons is het hoog tijd dat dat beest in de soep verdwijnt: of in een tajine. En dan heb je nog de moskeeën. Er staan er vier in de buurt. En, waarschijnlijk omdat het vandaag de gebedsdag is in de islam, beginnen er drie al ver voor zeven uur op te roepen voor het gebed. Alle drie tegelijk, maar alle drie met een andere tekst. Als dat afgelopen is begint er een kwartier later de vierde moskee met een oproep. Vermoedelijk had die imam zich verslapen.                                                                                                                                                          Na een koude nacht zijn we dus weer op tijd uit bed: in de camper was het toen maar acht graden. Tegen kwart voor negen komt de zon tevoorschijn. En dan schiet de temperatuur omhoog, tot dik boven de twintig graden in de loop van de dag.                            Wij verlaten de camper(werk)plaats en gaan terug naar het grote veld: Jan en Pieta blijven achter. Die moeten nog "even" geduld hebben. Terug op het grote veld installeren we de boel weer, waarna het lijkt of we niet weggeweest zijn.                                            De dag verloopt verder in een gezapig tempo. Met als hoogtepunt het bezoek van Wobbie aan de kapper. Het is inmiddels onze "vaste" kapper in Tafraout. Het heet Abdu en wij moeten onze namen op een briefje schrijven. Het uitspreken daarvan vraagt enige oefening. Er worden foto's gemaakt: wij van hem en hij van ons. En een selfie van ons drieën. Voor een advertentie in het Tafraoutse Nieuwsblad.                                                                                                                                                                                            Op de terugweg gaan we even langs Nanda en Hannie voor een nadere begroeting. De dames blijken een probleem te hebben met een loszittende kraan en zachte fietsbanden. Voor het eerste probleem schakelen we Kees van Dinie in; hij is de techneut hier op het veld. Het probleem van de zachte fietsbanden kan Wim waarschijnlijk wel oplossen.                                                            In de middag gaan we een eindje fietsen, waarna we een kijkje nemen op de camper(werk)plaats waar Jan en Pieta vol ongeduld zitten te wachten tot hun camper klaar is na een bij-spuitbeurt. Maar ook dat is pas morgen klaar. We wensen hun veel sterkte met het lawaai van de haan en de vier imams.                                                                                                                                                      Tot slot gaan we nog even aan de borrel bij Ellie en Egbert. Waar een Marokkaans jochie langs komt met een soort Marokkaanse appelpannenkoeken. Door zijn moeder gebakken: maar zo'n aandoenlijk jochie verkoopt natuurlijk veel beter. Heerlijke appelpannenkoeken overigens.   

Kapper Abdu aan de slag.

Zaterdag 3 februari 

Het was weer een koude nacht. Als we opstaan is het maar acht graden: vannacht slapen we weer onder de dekbedden.                Wim begint de dag met een rondje met de fietspomp: er moeten banden opgepompt worden. En zoals zo vaak, als er iemand gesignaleerd wordt met iets wat een ander niet heeft, wordt er her en der om assistentie gevraagd. Een voorbeeld van hoe je mensen blij kunt maken met, in dit geval, een simpele pomp van de Action.                                                                                                  Vervolgens gaan we even de stad in. Eerst naar de schoenmaker. Wim heeft een paar schoenen die gerestaureerd moeten worden. Dat de schoenmaker dat kan is duidelijk, maar wanneer ze klaar zijn is wat onzeker. We gokken op maandag aan het einde van de middag. De communicatie verloopt soms wat moeizaam. Dan komen we Jan en Pieta tegen. Pieta is van de zeepjes, crèmepjes en alles waar een lekker Marokkaans luchtje aan zit. We kopen een grote pot met blokjes die het toilet voorzien van een aangenaam aroma. Hoe het luchtje heet zijn we vergeten. De inhoud van de pot wordt verdeeld over drie campers. De laatste actie is het opwaarderen van het internettegoed van onze telefoon. Ook daarvoor hebben we een vast adres. Een man die alles weet van telefoons en internet. En die ook weet hoe je met onhandige ouden van dagen, op dit gebied, om moet gaan. Wij, of eigenlijk Wobbie, kunnen er voor bijna tien euro weer een maand tegen.                                                                      Rond een uur of één gaan we weer uit eten. Er zit hier een soort snack-restaurant. Wat het menu betreft zou dit restaurant zo maar ergens in Apeldoorn kunnen zitten. Erg westers georiënteerd dus. En vooral later op dag enorm populair bij Marokkaanse jongeren. Wij hebben er redelijk gegeten, maar de volgende keer liever toch wat meer Marokkaans gericht.                                        Tot slot maken we nog een pittige wandeling. Met Egbert gaan we de vallei in van het "oude" Tafraout: altijd weer een leuke wandeling. Er staan nogal wat fraaie huizen van rijke Marokkanen uit de grote steden. Die brengen hier een deel van de zomer door omdat het dan wat koeler is vanwege de hoogte dan elders. Nu is er bijna niemand te bekennen. Het huis waar we wel willen wonen als we oud zijn, staat er ook nog steeds. Maar er staat nog geen bord in de tuin met "Te Koop". 

Ons "droomhuis".

Zondag 4 februari

Het was vandaag erg fris in Tafraout: veel wind en een bleek zonnetje. We zetten het windscherm op en daarachter is het goed uit te houden. Het was verder een weinig spannende dag. Wim moet de dongel van de laptop op laten waarderen en we hebben drinkwater nodig.                                                                                                                                                                                                        Tussen de middag gaan we met Ellie en Egbert weer uit eten. Deze keer opnieuw bij het "kippenrestaurant". Het is er behoorlijk druk, waarschijnlijk omdat het zondag is. In de stad is het overigens erg rustig. Nogal wat zaakjes zijn gesloten. Ook de kleermaker en de schoenmaker hebben een vrije dag. Die hebben we beiden nodig, maar dat is dus voor morgen.                            Aan het einde van de middag moeten we naar Jan en Pieta. We zijn uitgenodigd voor een "happy hour". Hun zoon is vandaag jarig. Die zit in die in Nederland, maar zijn verjaardag vieren wij dus hier in Marokko. En zo is er elke keer weer een reden om nog even te wachten met het stoppen met alcohol.  

De opkomst van de zon vanochtend.

Maandag 5 februari

Een doodgewone dag in Tafraout: wat boodschappen doen, een fietstochtje en veel buurten bij de buren.                                            We beginnen met een hete douche bij de hamam. Onbeperkt douchen voor 15 dirham per persoon. Het enige minpunt is de moeilijk te regelen temperatuur van het water. Mede veroorzaakt door het kalkrijke water hier. Leidingen en douchekoppen slippen langzaam maar zeker dicht. Maar we klagen niet: het ruikt vanavond weer lekker fris in de camper.                                        Na de middag maken we samen een fietstochtje naar het gehucht Oumesnat. Daar zit een museum, La Maison Traditionnelle en een soort Bed en Breakfast. We gaan er elk jaar wel een keer naar toe. Deze keer maar even geen museum, maar koffie bij de B en B.                                                                                                                                                                                                                              De dagsluiting vandaag vindt plaats bij ons op het terras, samen met Ellie en Egbert. Die dagsluitingen kunnen zo onderhand elke dag wel ergens anders gehouden worden: er komen steeds meer campervrienden bij. Gisteren zijn Ria en Peter hier aangekomen en vandaag Wil en Rob. 

Het gehucht Oumesnat in de Amandelvallei.

Voor het vervolg van dit verslag zie: 2024: Weer naar Marokko; deel 3

Maak jouw eigen website met JouwWeb